Zo’n veertien jaar geleden deed Thomas Waals zijn mts-afstudeerstage op de tekenkamer bij Van Bussel Metaaltechniek in Asten. Daarna volgde hij de hbo-opleiding technische bedrijfskunde en werkte tegelijkertijd elders in de industrie. Maar negen jaar geleden kwam Waals terug bij Van Bussel en nu is hij er commercieel directeur én mede-eigenaar. ‘Fijne klanten, superleuke medewerkers, warm bedrijf, mooie producten’, vat hij het samen. Van Bussel groeit en wil de wereldmarkt op.
– ‘Qua kennis en machinepark doen we niet onder voor de gemiddelde ASML-toeleverancier.’
– ‘Van iets ongewoons leer je met zijn allen gigantisch veel.’
– ‘We hebben langzaam maar zeker alle processen in het bedrijf tegen het licht gehouden.’
– ‘Dit is een rasecht familiebedrijf en dat blijft het.’
Thomas Waals (34) is de Brabantse nuchterheid zelve. ‘Wij werken als één van de weinige metaalbedrijven in de regio niet voor ASML.
Thomas Waals (34) is de Brabantse nuchterheid zelve. ‘Wij werken als één van de weinige metaalbedrijven in de regio niet voor ASML. En dat is helemaal prima, al denk ik dat we inmiddels qua kennis en machinepark niet onderdoen voor de gemiddelde ASML-toeleverancier.’ En als ASML ineens aan de deur zou staan? ‘Dan krijgen ze in ieder geval een bak koffie met iets lekkers erbij. Een warm worstenbroodje of zo.’ Iedereen wordt gastvrij onthaald in één van de locaties van Van Bussel in Asten. Dat zijn er nu al vijf: voor het plaatwerk, voor het lassen, voor het draaien en frezen, voor de assemblage en voor het onderdeel Spako Food Machinery, dat eigen ambachtelijke en industriële voedselverwerkende apparatuur levert.
Uit de comfortzone
Caroline en Ton van Bussel startten Van Bussel Metaaltechniek in 1979. Het groeide uit tot een modern metaalbewerkingsbedrijf met een state-of-the-art machinepark en veel klanten in de food- en feedindustrie. Van Bussel is specialist in rvs. Waals somt met gemak een paar mooie, willekeurige projecten van vorig jaar op. Voor een Belgische industriële vleesverwerker werd een nieuwe productiehal gevuld met onder meer grote Spako-ketels, bakkasten en rookkamers. Aan Kaak Group werden grondstoffensilo’s voor de productie van biologische kinderkoekjes geleverd, inclusief een complete suikermaalinstallatie. ‘En voor Eurotech Sports & Events in Horst hebben wij – totaal uit onze comfortzone – een led wall voor een vrachtwagen ontwikkeld. Dat moest in zeer korte tijd: het grote scherm op de wagen moest bij de finish van de Amstel Gold Race komen te staan. Ze kenden ons omdat we voorheen eens bobsleeën voor hen hebben gebouwd. Bij die wall hebben we heel veel kennis en kunde van al onze afdelingen ingezet. Van zoiets ongewoons leer je met zijn allen gigantisch veel.’
Hoe ben je destijds weer bij Van Bussel beland?
‘Ik kwam toevallig wat producten ophalen en sprak eigenaar Ton van Bussel, met wie ik sinds mijn stagetijd al een heel goede klik had. Bij een kop koffie vertelde hij dat hij net een hal erbij gekocht had op het industrieterrein, en daarin vooral veel met draaien en frezen wilde gaan doen. We hebben daarna nog een paar keer bij elkaar gezeten: wat kun je daar neerzetten? Wat past bij ons, wat is van toegevoegde waarde? In 2014 ben ik weer bij Van Bussel aan de slag gegaan, toen nog als commercieel manager. We hebben langzaam maar zeker alle processen in het bedrijf tegen het licht gehouden.’
Wat trof je aan bij terugkomst?
‘Nog steeds hetzelfde schitterende bedrijf met fijne medewerkers en klanten. We hebben nu zo’n 90 medewerkers, maar waren destijds nog met 20, 25 man, van wie ik de meesten dus al kende van mijn tijd op de tekenkamer. Begin 2017 vroegen Ton en Caroline of collega Rudolf van den Broek en ik het bedrijf langzamerhand wilden overnemen. Ik had altijd al de ambitie om voor mezelf te beginnen. We hebben de tijd genomen. Sinds afgelopen december zijn Rudolf en ik volledig eigenaar. Ton en Caroline hebben nog een tijdje vanaf de zijlijn meegekeken, maar laten ons nu helemaal vrij.
Dit is een rasecht familiebedrijf en dat blijft het. We kijken naar de lange termijn. Iedereen is echt onderdeel van ons team: de lijnen zijn kort. We streven naar zo min mogelijk rangen en standen, al heb je er wel een paar nodig helaas. Maar we doen het samen, welke functie je ook hebt. Iedereen loopt gewoon bij elkaar binnen en probeert elkaar te helpen. Dat geldt ook voor mij. Soms is een schouderklopje van mij genoeg, soms een luisterend oor, een heel enkele keer is een wat fellere toon nodig van “Zo gaan we het niet doen”.’
Hoe is de taakverdeling met Rudolf?
‘Hij zit sterk op de technische kant en is volop bezig met data. De één noemt het Industrie 4.0, de ander smart industry. Wij zeggen dat we ons gezonde boerenverstand gebruiken en zijn elke dag bezig met het verder optimaliseren van onze processen. Onze insteek is dat we heel veel zelf doen. Of dat goed of slecht is, daarover lopen de meningen heel sterk uiteen in de industrie. Maar wij kiezen daarvoor, om véél zelf te maken en dat zie je ook terug qua digitaliserings- en automatiseringskant. We hebben geen specifieke IT-partner en zijn continu zelf bezig hoe we alles slimmer aan elkaar kunnen koppelen. We zetten steeds kleine stapjes, zodat we iedere keer weer een overwinning kunnen vieren.’
Wat automatiseer je dan bijvoorbeeld?
‘We kijken hoe we orders van klanten steeds slimmer door de fabrieken kunnen loodsen. Onze locaties zitten allemaal op een steenworp afstand van elkaar, zijn alle gericht op bepaalde bewerkingen. Een klantorder kan dus door al de fabrieken heen gaan.
‘Onze insteek is dat we heel veel zelf doen’
Onze machines komen van uiteenlopende fabrikanten. We hebben kantbanken van LVD, machines van Trumpf, noem maar op. Binnenkort krijgen we een compleet nieuwe ontbramer van Q-Fin (zie kader, red.). We engineeren in SolidWorks, hebben een ERP-systeem van MKG. En alles koppelen we zelf aan elkaar. Ons doel is steeds beter en sneller de juiste informatie op de juiste plek te krijgen en op die manier veel efficiënter te werken. Dat is nooit af.’
Zijn de eigen Spako-producten nu niet heel dominant in de productie?
‘Dat valt mee. Spako in Deurne was voorheen een klant van ons, maar kwam een jaar of vier geleden om de productie van een ketel aan ons uit te besteden. Maar het verhaal was eigenlijk of we ze niet helemaal wilden overnemen. Dat beet niet met de opdrachten van onze bestaande klanten en we wilden altijd al graag eigen eindproducten om verder in de keten op te schuiven. Hun fabriek was gedateerd, maar ze maakten wel echt kwaliteit en hadden een goede naam. We hebben Spako eerst opnieuw gepositioneerd. Er zijn nu drie pijlers: een lijn met standaardproducten die met vele opties klantspecifiek te maken zijn. Daarnaast bieden we turn-key oplossingen. En de derde pijler is used machinery: we refurbishen eigen machines. We hebben toen ook nieuwbouw voor Spako in Asten neergezet.
De productie van plaatwerk en frees- en draaiwerk voor het Spako-assortiment loopt mee over de lijnen van Van Bussel. Mensen staan vaak verbaasd hoe we het overzicht behouden met al onze opdrachten in zo veel verschillende markten. Oké, wij moeten als management dat overzicht hebben. Onze mensen werken in relatief kleine teams aan afgebakende, heldere opdrachten.’
Wat heb je voor ogen met het bedrijf?
‘Dat is heel simpel. Wie ’s morgens opstaat, wil een fijne werkdag hebben. Als je een fijne werkdag hebt met een fijn team mensen om je heen, dan voelen klanten dat, en krijg je vanzelf prettige klanten over de vloer. Die klanten gunnen het je dat je wat geld verdient en ze prijzen je elders aan. Dan komt de rest allemaal vanzelf. We zijn geen bedrijf met kneiterharde doelstellingen wat betreft groei en strategie. Ik heb voor mijn hbo-studie op Fontys Hogeschool rondgelopen. Daar worden mensen allemaal dezelfde kant opgestuurd. Iedereen die daar zijn diploma haalt, kan hetzelfde. Dat is niet uniek, hè. Ik wil gewoon met een fijn team medewerkers supermooie producten maken. Natuurlijk zijn wij commercieel. Natuurlijk kijken we heel goed wat we doen, alleen die informele sfeer is hier wel de basis.’
Wat is een fijne klant voor jullie?
‘Dat is iemand die ons waardeert als leverancier, die ons als mens behandelt. Of hij nu komt voor een onderdeel, assemblage of eindproduct. Het heeft niks te maken met de grootte van de order. Koud, afstandelijk en zakelijk is prima, maar dat past niet bij ons. Vanzelfsprekend krijgen we opdrachten binnen van klanten die we nauwelijks zien. Maar als onze medewerkers met klanten contact hebben, wordt er altijd wel een praatje gemaakt: hoe gaat het op het werk, hoe is het thuis? Er wordt altijd wel een keer gelachen. Dat is de Brabantse gemoedelijkheid, de deur staat bij ons open. We zijn harde werkers in een warme sfeer. Tegenwoordig is het toch allemaal al zo koud en individualistisch.’
Hoe gaat dat als je verder wilt groeien en internationaliseren?
‘Ja, dan moet je toch iets meer op afstand gaan werken. We willen onze Spako-producten wereldwijd uitrollen en zoeken overal naar dealers. Zo zijn we bezig met een agentschap in Nieuw-Zeeland, dat kwam toevallig op ons pad. Die mensen hebben we nu een paar keer gesproken via Teams. Als dat prettig verloopt en we krijgen vlot reactie op onze mails, is dat al fijn samenwerken.
Van Bussel Metaaltechniek wil uitgroeien tot een totaalleverancier. Een aantal klanten wil dat wij meer complete en complexere subsamenstellingen gaan maken voor hun eindassemblage. Plaatdelen, freeswerk deden we al. We hebben nu een aparte hal voor dat soort subassemblages. Daar zit veel potentie in.’
Heb je moeite om medewerkers te vinden?
‘Ja, net als iedereen. Maar nee, want ik heb niet nu acuut mensen nodig. We hebben veel vacatures openstaan en kijken wie erop reageert. Past iemand bij onze familie? Is er een klik? Ik heb in mijn eindejaarstoespraakje iedereen ontzettend bedankt voor de inzet en gezegd dat we in 2023 weer leuke, nieuwe projecten aangaan. Op zo’n moment ga ik niet met allerlei cijfers en sheets lopen schermen. Omzetcijfers vind ik ook niet interessant om te noemen. Dat zegt helemaal niks, mensen gaan daar allerlei getallen aan ophangen en zelf invulling aan geven.’
Wat vind je lastig aan het directeurschap?
‘Ach, ze zeggen: “Winnaars hebben een plan en verliezers een excuus.” Als het moeilijk wordt, kan ik bij de pakken neer gaan zitten en vertellen hoe zielig ik ben. Maar ik kan ook gewoon de mouwen opstropen. ’s Morgens op tijd de wekker zetten en gas erop. We hebben natuurlijk een aantal turbulente jaren gehad. Van de coronacrisis rolden we in een materiaal- en energiecrisis. Dan kun je een hoop investeringen stopzetten en in paniek raken. Maar zolang je maar kansen blijft zien en vertrouwen hebt in medewerkers, klanten en markten, is er leven.’
Paradepaardje van Q-Fin
Van Bussel investeert continu in zijn machinepark en is nu in afwachting van een nieuwe machine van Q-Fin in Bergeijk, fabrikant van machines voor het ontbramen, afronden en finishen van metalen plaatdelen. Thomas Waals ging in Bergeijk kijken en de deal was snel beklonken: het wordt het nieuwe paradepaardje van Q-Fin, de SER1200 Multibrush, een combimachine die vlakke plaatdelen snel ontbraamt en afrondt en ze voorziet van een richtingloze finish. De machine werd recentelijk op de Euroblech gelanceerd. Waals: ‘Richtingloos finishen is de meest gevraagde finishing door onze foodklanten. We hebben gekozen voor een standaardmachine met allerlei opties.’
Directeur Anton Bax van Q-Fin: ‘We combineren in de SER1200 alle finishmogelijkheden in één machine. Met de vijf bewerkingsstations zijn allerlei configuraties mogelijk. Van Bussel kan zelf programmeren wat er voor een bepaalde order nodig is aan bewerkingen en kwaliteit. Dat zit standaard in de software.’