De Covid-pandemie en geopolitieke ontwikkelingen hebben de laatste jaren duidelijk gemaakt hoe belangrijk China is voor de Nederlandse economie. De verstoorde levering van essentiële goederen en de gevolgen van de handelsoorlog tussen China en de VS waren voor menige onderneming – en uiteindelijk ook voor de consument – voelbaar. Deze verwevenheid maakt het van belang om de groeiperspectieven voor de Chinese economie nauwlettend te volgen. Voor de lange termijn zijn deze niet heel positief.
De handel met China is substantieel. Het aandeel van China als bestemming van de Nederlandse goederenexport is met 2,4 procent van de totale goederenuitvoer nog bescheiden. China is echter goed voor circa 10 procent van de goederenimport. Deze groeide sinds 2015 gemiddeld met 8,7 procent per jaar, tegen een groei van de totale goedereninvoer met gemiddeld 5,5 procent. Nederland behoort tot de EU-landen die het sterkst met Chinese productieketens zijn verweven.
Bert Burger, die voor Atradius de Chinese economie analyseert, ziet meerdere ontwikkelingen die wijzen op een voortzetting van de groeivertraging die in feite al meer dan tien jaar geleden inzette: “China heeft zich ontwikkeld tot de fabriek van de wereld, met een economie die decennialang hard groeide en een groot deel van de bevolking uit de armoede heeft gehaald. Sinds 2010 is de economische groei echter gestaag afgenomen. De vraag rijst of de economie in de zogenaamde ‘middeninkomensval’ terecht is gekomen, waarbij de groei te vroeg afzwakt om het welvaartsniveau van hoge-inkomenslanden te kunnen bereiken.”
Tien redenen waarom de Chinese economie afstevent op een lagere groei
1) De naweeën van het strikte zero-Covid-beleid
In december hebben de Chinese autoriteiten de beperkingen grotendeels opgeheven, maar de negatieve gevolgen zullen nog geruime tijd aanhouden. Verwacht wordt dat de economische vooruitzichten beter zijn voor de tweede helft van 2023, maar veel hangt af van de vraag in hoeverre het lukt om de vaccinatiegraad te verhogen en het consumentenvertrouwen weer te laten toenemen.
2) Crisis in de onroerendgoedsector
Tegelijk met de Covid-pandemie escaleerden de problemen in de vastgoedsector. De overheid heeft maatregelen genomen die de woningmarkt de komende tijd waarschijnlijk zullen stabiliseren, maar verdere wanbetalingen door projectontwikkelaars vormen nog steeds een groot risico voor zowel de vastgoedsector zelf als de financiële sector. Verwacht wordt dat de vastgoedsector nog meerdere jaren neerwaartse druk zal uitoefenen op de economische groei.
3) Hoge schulden bij lokale overheden en staatsbedrijven
De financiën van de centrale overheid staan er goed voor. De omvangrijke schulden van lokale overheden zijn echter zorgwekkend. Door gebruik te maken van zogenaamde Local Government Financing Vehicles (LGFV’s) hebben zij een grote schuldenberg gecreëerd. Daarbij zijn de LGFV-leningen nogal eens aangewend voor onrendabele activiteiten en is er een sterke verwevenheid van deze LGFV’s met staatsbedrijven en particuliere bedrijven. De schuldenberg vormt een bedreiging voor China’s financiële stabiliteit die niet gemakkelijk kan worden aangepakt.
4) Vergrijzing
Een grote en langdurige impact op de economische groei heeft de vergrijzing van de Chinese bevolking. Behalve dat de bevolkingsgroei tot stilstand is gekomen, is vooral problematisch dat het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking snel afneemt. China heeft hier in een veel vroeger ontwikkelingsstadium van de economie te maken dan andere G20-landen.
5) Mismatch op de arbeidsmarkt
De Chinese beroepsbevolking is gemiddeld genomen laag opgeleid. Een grote meerderheid van de laaggeschoolde werknemers is hierdoor niet geschikt voor de banen van de toekomst, de geavanceerde verwerkende industrie. Ondertussen is een ander deel van de beroepsbevolking juist te hoog opgeleid, waardoor afgestudeerden moeilijk aan een baan kunnen komen. Technologische innovatie, met name automatisering, kan helpen om het probleem van de mismatch op de arbeidsmarkt op te lossen, maar dit zal nog veel tijd en investeringen vergen. De problemen op de arbeidsmarkt brengen ook het risico met zich mee dat het welvaartsniveau onvoldoende toeneemt om de gewenste transitie naar een diensteneconomie te maken, waarin de particuliere consumptie de belangrijkste motor van de groei wordt.
6) Afgenomen productiviteitsgroei
Na indrukwekkende groei in het eerste decennium van de eeuw neemt de productiviteit nauwelijks meer toe. Het aandeel jonge bedrijven in de economie is gedaald, dat van oude, veelal zwak presterende staatsondernemingen blijft hoog. Nieuwe, omvangrijke investeringen in de hightech-sector zullen helpen, maar gezien het relatieve gewicht van deze sector in de Chinese economie zal dit het negatieve effect van de vergrijzing onvoldoende compenseren.
7) Overheidsbemoeienis met de technologiesector
Vooral in 2021 hebben Chinese toezichthouders maatregelen genomen in de technologiesector om monopolies en misbruik van marktmacht aan te pakken. De beursgang van ondernemingen en overnames werden gefrustreerd en bedrijfsleiders werden beknot in hun vrijheid van handelen. De verstevigde greep van de overheid op de sector kan een rem zetten op de voor de sector zo broodnodige innovatie en heeft geleid tot het vertrek van bedrijven in verschillende sectoren. Daarnaast is sprake van afnemend vertrouwen bij buitenlandse investeerders op een moment dat China moet concurreren met andere Aziatische landen bij het aantrekken van buitenlands kapitaal.
8) Focus op zelfredzaamheid
Een beleidskeuze die negatieve gevolgen voor de economie kan hebben is de Dual Circulation Strategy (DCS) van de Chinese overheid. Met deze strategie legt China meer nadruk op de binnenlandse markt, de interne circulatie, zonder zijn exportgerichte ontwikkelingsstrategie, de externe circulatie, op te geven. Het versterken van de binnenlandse consumptie en investeringen is in overeenstemming met de transitie van de economie die China sinds 2008 nastreeft. De keerzijde van de nadruk op zelfredzaamheid is dat dit ten koste gaat van de economische efficiëntie. Om op nieuwe terreinen te kunnen concurreren zal China extra moeten investeren in innovaties en de vraag is of het daarin zal slagen. Vooral als steeds meer landen China als een systemische rivaal zien, zal het moeilijk zijn concurrentievoordeel te behalen op de markten die de economische groei ondersteunen.
9) Veiligstellen wereldwijde toeleveringsketens
De Covid-pandemie, de oorlog in Oekraïne en de daarmee samenhangende sancties tegen Rusland hebben de laatste jaren laten zien hoe gevaarlijk het is om voor essentiële goederen afhankelijk te zijn van slechts één of enkele landen van herkomst. Vooral waar het gaat om voedsel, energie, technologie en medische apparatuur zien regeringen graag dat de productie dichter bij huis plaatsvindt, of in landen die als betrouwbaarder worden gezien. China staat wat dat betreft voor een uitdaging. Met de VS voorop stimuleren verschillende westerse landen bedrijven om specifieke productie en investeringen van China naar andere landen te verplaatsen. Voorlopig zal een ontkoppeling van China van andere economieën slechts in beperkte mate plaatsvinden. Een afnemende uitwisseling van technologie en kennis kan echter het groeipotentieel van China negatief beïnvloeden.
10) Geopolitieke rivaliteit
Nauw verweven met het streven naar zelfredzaamheid en het veiligstellen van wereldwijde toeleveringsketens is de handelsoorlog tussen de VS en China. Deze heeft de handel tussen beide landen duidelijk geraakt: de Chinese export naar de rest van de wereld steeg sinds begin 2017 met bijna 80%, terwijl de export naar de VS nog op ongeveer hetzelfde niveau ligt. Onlangs is de handelsoorlog een nieuwe, intensere fase ingegaan door Amerikaanse beperkingen op de uitvoer van hightech-producten, wat een rem zal zetten op de verdere ontwikkeling van de Chinese technologiesector. De geopolitieke rivaliteit tussen China en de VS, en in toenemende mate ook die met andere westerse landen, is vooral nadelig voor China.
De Research Note over de Chinese groeivertraging kan worden gedownload via www.atradius.nl (sectie Publicaties).