Iteq is de laatste jaren fors gegroeid. Om de vraag van de grotere oem-klanten bij te benen heeft het flink geïnvesteerd in automatiseringshardware en digitalisering. Mede daardoor is de planning nu veel scherper waardoor het werk gedaan kan worden met maar net iets meer mensen. Juist vanwege die groei past het goed bij Wilvo Group die eenzelfde strategie hanteert en de onderneming eind vorig jaar overnam. Een gesprek met de directieleden – drie dertigers – in het nieuwe pand in Nijkerk.
‘Goed samenwerken vraagt dat klanten dezelfde professionaliteit hebben’
De drie kolossale Amada-lasersnijmachines staan in lijn opgesteld. De eerste is wat ouder en wordt eind van het jaar vervangen. De derde is splinternieuw. Dit jaar aangeschaft na zorgvuldig afwegen, vertelt Martijn Engwerda. ‘Dankzij de digitaliseringsslag die we hier al eerder hebben ingezet, hebben we alle data. We kunnen dus precies zien hoe lang een machine over een werkstuk doet, maar ook dat onze mensen nu al moeite hebben alles in hetzelfde tempo uit te rapen. We hadden een 9 kW-machine kunnen aanschaffen.’ Die bleek per week twee uur sneller te zijn binnen de huidige planning dan de 6 kW-uitvoering. ‘Maar veel scheelt het dus niet en je hebt er ook niets aan als de afvoer van materiaal niet in hetzelfde tempo loopt. ‘Dus zijn we voor die van 6 kW gegaan, die ook nog eens een stuk voordeliger is. Met dat verschil hebben we een sorteerunit aangeschaft die het uitrapen zal versnellen. Ook van Amada. Ja, een handige jongen die verkoper’, erkent de operations director met een grijns.
Onderscheiden met logistiek
‘Met onze interne logistiek onderscheiden we ons’, pakt commercial director Menno Bos over. ‘Elk productiebedrijf is in staat snelle machines aan te schaffen. Maar als je de logistiek eromheen niet op orde hebt, voegt dat weinig toe. Wij hebben de laatste vijf jaar fors geïnvesteerd. In automatiserings-hardware: behalve in de snijmachine en de sorteerunit tevens in een snel omstelbare kantbank en inmiddels ook een vijfde lasrobot. Maar we hebben vooral tijd en geld gestoken in digitalisering.’ Hij doelt daarmee niet zozeer op het Ridder IQ ERP-systeem, maar vooral op de ‘app’ die Iteq zelf, met ondersteuning van enkele IT-zzp’ers, heeft ontworpen. Engwerda: ‘Het bleek – althans, een paar jaar geleden – niet mogelijk alle ERP-data via een tablet op de werkvloer uit te lezen en daarin al je handelingen te registreren. Dus hebben we er zelf een applicatie voor ontworpen. De basis ervan stond binnen een week’, vertelt hij met trots.
Betere calculatie en planning
Het resultaat is, betoogt financial director Marc Nanninga, dat de voor- en nacalculatie nu veel beter zijn dan voorheen. ‘We weten nu precies hoeveel tijd een bepaalde bewerking kost en kunnen dat vertalen naar een accurate offerte.’ Daardoor is ook de planning nu veel beter. Dat biedt rust op de werkvloer die tegenwoordig ook anders is ingericht, duidt Engwerda: ‘Voorheen stond er voor drie, vier dagen aan werk op de vloer. Dat gaf de operators keuzestress. Vaak werd dan maar die snelle klus gepakt en die complexere bewaard voor de volgende dag, terwijl die misschien juist eerder moest worden uitgeleverd. Nu staat er nog maar voor één dag op de werkvloer. De operators weten: wat hier staat, moet vandaag af. En nemen hun verantwoordelijkheid.’
‘Voorheen waren soms meerdere mensen een uur aan het zoeken voor een ordertje van 250 euro’
Wat de planning ook heeft geholpen, vervolgt Bos, is de verhuizing vijf jaar geleden van drie kleine panden (van totaal 4.600 vierkante meter) naar de huidige nieuwbouw (van 7.200 vierkante meter). De lasafdeling bijvoorbeeld was verspreid over drie locaties. Ook scheelt dat er geïnvesteerd is in een systeem met locatiebeheer waarmee aan de hand van QR-codes vlot en foutloos gevuld en gepickt kan worden. ‘Voorheen waren soms meerdere mensen een uur aan het zoeken voor een ordertje van 250 euro. Dat gebeurt nu niet meer’, verzekert Engwerda.
Klantkeuze
Voorts is de keuze van klanten ten goede gekomen aan de betere, strakkere planning. ‘Onze focus ligt nu op de grotere oem-klanten’, stelt Bos. ‘We werken met minder klanten, maar
engineeren, re-engineeren en produceren daarvoor een groter productportfolio. High mix, low volume. En dat zijn over het algemeen partijen die zelf ook hun planning goed voor elkaar hebben en dus een betrouwbare forecast afgeven.’ ‘En belt zo’n klant toch plots met de vraag of zijn order naar voren gehaald kan worden, dan gaat dat dankzij de digitalisering heel gemakkelijk’, aldus Engwerda: ‘In feite vraagt het niet meer dan die order een paar regels omhoog schuiven in het shopfloormanagementsysteem. Op de werkvloer merken ze er niets van.’ Bos: ‘Het betekende wel dat we hebben moeten kiezen welke klanten bij ons passen. Uiteindelijk gaat het om de langdurige relatie, om een win-winsituatie voor beide partijen op de lange termijn. We hebben dus ook klanten moeten teleurstellen’, erkent Bos. ‘Die brengen we dan in contact met één van de metaalbedrijven in de buurt. Partners waarmee wij zelf ook regelmatig samenwerken. Zo hebben we hier allemaal profijt van.’
Groeistrategie
Al die investeringen in automatisering en digitalisering en de inspanningen om de logistiek en planning te verbeteren, zijn nodig vanwege de groeistrategie, zo maken de drie directieleden van het Nijkerkse bedrijf eendrachtig duidelijk. Dezelfde strategie die ook hun klanten, grote bedrijven als Lely en EVBox, er op na houden, en dat is niet toevallig. ‘Goed kunnen samenwerken met klanten vraagt dat ze min of meer dezelfde visie hebben, dezelfde professionaliteit van werken. Daar komt bij: klanten die flink groeien verwachten van ons dat we in hetzelfde tempo meegroeien’, licht Engwerda toe. Dat groeien is de laatste jaren goed gelukt. Nanninga: ‘Vorig jaar is de omzet met 30 procent gestegen; voor dit jaar rekenen we op een groei van minstens 20 procent. En ook de ebitda (winst vóór aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen, red.) is meegegroeid.’
De omzetstijging is fors en representatief voor die in de belangrijkste markten van Iteq: de agri, de automotive en de medtech. Het is ook een groeitempo dat past bij de strategie van het moederbedrijf, Wilvo Group. Dit Bergeijkse bedrijf nam Iteq in eind vorig jaar over van de dga’s Theo Tolboom en Tim Kollen. Deze overname volgde kort op die van GFM en werd gevolgd door die van Van Den Broek Precision & Tooling. Deze kooplust heeft alles te maken met het feit dat Wilvo zelf in 2019 is overgenomen door de kapitaalkrachtige investeerder Borromin Capital. Overnames die – net als de groeiambitie van Iteq – zijn ingegeven door de behoefte goed te blijven passen bij de klant. Zo had Wilvo al een grote klant aan ASML. Door de acquisities van GFM en Van Den Broek – die ook aan de Veldhovense chipmachinefabrikant leveren – is ASML nóg belangrijker geworden. Meegroeien met ASML, maar ook verdere focus hebben op andere groeimarkten noopte Wilvo-ceo Rob Lemmens Iteq te acquireren.
Verdubbeld
Voorts moet Wilvo organisch groeien en Iteq moet daaraan bijdragen. En doet dat dus. Bos: ‘Qua omzet zijn wij de laatste vijf jaar verdubbeld. Dankzij alle investeringen in digitalisering en automatisering is het aantal mensen minder sterk gestegen, van 65 naar 90, vooral directe arbeidskrachten van wie ook een flink deel flexibel inzetbaar.’ Het aantal indirecte medewerkers is nauwelijks omhoog gegaan: ‘We werken hier al twintig jaar met drie werkvoorbereiders’, illustreert Engwerda.
Natuurlijk is het huidige groeitempo op langere termijn lastig vol te houden. ‘De target is een omzetstijging van 15 procent per jaar’, verklaart Nanninga. ‘Die hebben we onszelf gesteld.’ Eens per maand komt Lemmens langs in Nijkerk om de ontwikkeling van de financiële cijfers, investeringen en toekomstplannen door te nemen. ‘Een uurtje, meer niet. We hebben een heel platte organisatie en fijne samenwerking. Waarbij gezamenlijk de targets bepaald worden’, aldus de financial director. ‘Het zijn open gesprekken waarin verwachtingen over en weer vrijelijk worden uitgesproken’, duidt Engwerda.
Economisch tij?
De drie directieleden realiseren zich dat het gemakkelijk is in goede sfeer aan de ceo te rapporteren als er weer een stevige groei gemeld kan worden. Ze zijn zich ervan bewust dat het economisch tij het komende half jaar door alle geopolitieke spanningen kan omslaan. Menno Bos heeft wat zorg over de effecten van de onrust in de supplychain: ‘Ik heb de indruk dat de grootste toeleverproblemen voorbij zijn. De staalprijzen zijn al behoorlijk gezakt. Feit is dat door de hoge vraag en die leverproblemen heel veel bedrijven fors hebben geïnvesteerd in capaciteit en in voorraad. Dat wordt voor die ondernemingen een probleem als iedereen plots op de rem gaan staan.’
‘Maar’, vult Engwerda aan, ‘wij hebben geen metaalplaat gehamsterd. En onze investeringen in automatisering waren reeds gepland en nodig om bottlenecks in de productie op te lossen en de groei bij te kunnen benen. Mochten klanten plots orders gaan uitstellen dan kunnen we dat dankzij onze digitalisering gemakkelijk opvangen.’ Ook financieel is dat geen probleem, verzekert Nanninga: ‘We hebben veel vet op de botten, goede liquiditeitsratio’s.’ Mocht toch één van de markten inzakken dan kunnen we eventueel werk vanuit de andere Wilvo-bedrijven overnemen, of vice versa.’ Bos: ‘Spreiding van de risico’s maakt ook onderdeel uit van de groeistrategie.’ En die economische crisis zou ook maar zo kunnen uitblijven. Nanninga: ‘Bij het uitbreken van de coronapandemie rekende iedereen erop. En toen de tekorten hoog opliepen leek die ook onvermijdelijk. Maar intussen is de economie alleen maar blijven groeien.’
Drie overnames, 400 mensen, 100 miljoen omzet
Iteq is gespecialiseerd in fijnmechanische plaatbewerking en de assemblage van (complexe) modulen. Zo staan er op de vloer in Nijkerk diverse complexe lassamenstellingen voor melkrobots die door lasrobots geproduceerd worden. Voorts is de onderneming actief voor de automotive waaraan het bijvoorbeeld samengestelde delen voor onder meer laadpalen levert, en de medtech die het voorziet van bijvoorbeeld geassembleerde droogkasten voor endoscopen. Het bedrijf maakt sinds 17 december 2021 onderdeel uit van de Wilvo Group, waaraan recent ook verspaanbedrijf GFM en precisieverspaner Van Den Broek Precision & Tooling zijn toegevoegd. Wilvo Group telt nu 400 mensen en hoopt dit jaar een omzet van 100 miljoen euro aan te tikken. De overnames zijn mogelijk gemaakt door de Duitse investeerder Borromin Capital dat Wilvo in 2019 overnam. Borromin is onder meer (mede-)eigenaar van kunststofverwerker BUK en fietsfabrikant Little John Bikes in Duitsland en het Duits-Nederlandse Koop Watermanagement.