In het licht van bovenstaande werkt TU Delft, net als veel andere instellingen, samen met bedrijven in de defensie-industrie. Echter, deze samenwerking stuit bij sommigen op kritiek. TU Delft wil transparant zijn over waarom de universiteit samenwerkt met de defensie-industrie.
Defensie draagt bij aan vrede en veiligheid
Nederland is een weerbare democratie, lid van de NAVO, de Europese Unie en van de Verenigde Naties. De Nederlandse defensiemacht verdedigt het eigen grondgebied, Nederlandse belangen en bevriende landen. Defensie komt op voor anderen, ondersteunt bij rampen en draagt zo bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in de wereld.
In vergelijking met enkele jaren geleden is er maatschappelijk gezien nu meer behoefte aan veiligheid en daarmee meer waardering voor defensie. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de oorlog in Oekraïne maar ook met geopolitieke conflicten en toegenomen dreiging elders in de wereld.
Samenwerking tussen kennisinstellingen en de defensie-industrie is meer dan ooit noodzakelijk
De Nederlandse regering is van mening dat Europa snel minder afhankelijk moet worden van andere landen en meer eigen verantwoordelijkheid moet nemen voor defensie, zowel in NAVO- als EU-verband1.
Om de Europese slagkracht te vergroten, moeten landen gezamenlijk sneller en meer materieel ontwikkelen en aanschaffen, ook waar het gaat om het beschermen van de vrede en veiligheid van de EU (zie rapport Open Strategic Autonomy).
De onderzoeks- en innovatieagenda van de EU en van Nederland past zich hieraan aan. Er is sprake van een verschuiving van innovatiebudgetten naar defensie-gerelateerd onderzoek.
Samenwerking sluit aan bij de missie van TU Delft
De missie van TU Delft is ‘impact for a better society’. Maatschappelijke opgaven zijn hierin leidend. In tijden van toenemende geopolitieke spanningen betekent dit ook een vergrote inzet op het ontwikkelen van innovatieve defensietechnologie, wanneer de samenleving daar om vraagt.
TU Delft is het eens met het Nederlandse regeringsstandpunt2 dat verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied een stabiele basis vereist van kennisinstellingen en bedrijven die ervoor zorgen dat Nederland de juiste militaire kennis, technologie en capaciteiten in huis heeft.
Samenwerking met andere universiteiten en bedrijven uit de defensie-industrie, binnen en buiten de Europese Unie, is voor TU Delft een maatschappelijke opgave, in het belang van vrede, vrijheid en veiligheid. Open uitwisseling van kennis staat aan de basis van wetenschappelijke vooruitgang en het toepasbaar maken van wetenschappelijk kennis in de praktijk.
Kennisveiligheid
TU Delft is zich bewust van haar maatschappelijke opgave om bij te dragen aan vrede, vrijheid en veiligheid. Tegelijkertijd is de universiteit zich ervan bewust dat aan samenwerking met personen of instellingen tevens risico’s zijn verbonden die moeten worden geadresseerd. Belangrijk is dat besluitvorming over partnerschappen altijd zorgvuldig plaatsvindt, rekening houdend met de rechten en belangen van alle betrokkenen.
TU Delft beschikt over een Adviesteam Kennisveiligheid dat medewerkers terzijde staat bij het inschatten van risico’s en toetsing aan wet- en regelgeving. Dit adviesteam heeft een Advieslijn Kennisveiligheid opgesteld die onderzoekers helpt om te bepalen of samenwerking met een instelling of persoon toegestaan dan wel wenselijk is.
Vanzelfsprekend werkt TU Delft niet samen met organisaties die een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. Hetzelfde geldt voor personen die staan op de Nationale sanctielijst terrorisme.
Veilige discussie over morele aspecten van samenwerking met defensie-industrie
Voor medewerkers en studenten is het cruciaal dat zij zich in vrijheid kunnen uitspreken over dit onderwerp. De universiteit moet een veilige plaats zijn om met elkaar de argumenten voor of tegen samenwerking te onderzoeken. Het past bij een universiteit dat zij het debat over de morele aspecten van onderzoek voor de defensie-industrie faciliteert. TU Delft doet dat, bijvoorbeeld door het inrichten van een Moreel Beraadkamer3. De morele afweging ligt daarna bij de onderzoeker.
Samenwerking met Lockheed Martin
Hierboven is uitvoerig beschreven waarom TU Delft samenwerkt met bedrijven uit de defensie-industrie. Recent hebben actievoerders specifiek kritiek geuit op de samenwerking tussen TU Delft en het Amerikaanse bedrijf Lockheed Martin.
Om misverstanden of misinformatie over deze samenwerking tegen te gaan, geeft TU Delft hierbij de feiten over deze samenwerking. De samenwerking met Lockheed Martin betreft:
- Een stageprogramma voor studenten. Ieder jaar doen ongeveer 8 masterstudenten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek een stage van vijf maanden bij Lockheed Martin in Fort Worth, Texas. De studenten passen hun kennis van vliegtuigtechnologie toe en werken met name aan optimalisatie en kwaliteitscontrole van het productieproces en het onderhoud van de F-35. Lockheed Martin is een van de vele bedrijven waar de studenten stagelopen. Een stage van enkele maanden is een verplicht onderdeel voor alle MSc-studenten Aerospace Engineering aan de TU Delft. Jaarlijks gaat het om ongeveer 400 studenten. Daarvan gaat driekwart naar het buitenland voor de stage. Ze gaan naar bedrijven en instellingen wereldwijd, zoals NASA, Qantas, KLM, NLR, Airbus, Porsche, BMW en ook naar Lockheed Martin. Het stageprogramma met Lockheed Martin is in 2003 gestart om studenten de kans te geven in een internationale omgeving te werken aan vliegtuigtechnologie. Het stageprogramma is een samenwerking met GKN Aerospace.
- Er is bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek op kosten van Lockheed Martin een deeltijdhoogleraar die promovendi begeleidt en college geeft over luchtvaartmaterialen.