De geavanceerde flowmeters van Bronkhorst zijn een begrip in de industrie. Voor elke klant is de toepassing net even anders en dat vergt maatwerk en cocreatie. Om de componenten meer schaalbaar te kunnen produceren, werkt het bedrijf uit Ruurlo nauw samen met gespecialiseerde partners. ‘Je kunt nooit alles zelf’, aldus directeur Henk Tappel. ‘Door samen te werken, vergroten alle betrokken partijen hun kennis en hun positie in de markt.’
– ‘We kijken meer van project tot project, waardoor we vrijer kunnen denken en inventieve voorstellen doen.’
– ‘Technologie die cruciaal is voor ons product, willen we zelf in huis hebben.’
– ‘We houden steeds in het oog wat de klant nodig heeft. Niet wat hij zou willen, maar wat hij zou moeten willen.’
– ‘Zonder de beste mensen ben je nergens.’
– ‘Je moet niet bang zijn om te erkennen dat je iets niet weet.’
Met specialisten samenwerken aan kerntechnologie blijkt succesfactor
De flowmeters van Bronkhorst hebben veel verschillende toepassingen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, bij oem’ers en in de industrie. Met name de combinatie van nauwkeurig meten en regelen van kleine vloeistof- of gasstromen is uniek. Omdat ze in zo veel verschillende productieprocessen worden ingezet, zijn de geleverde flowmeters altijd maatwerk op basis van modulaire componenten die in cocreatie met klanten worden gemaakt.
Om die modulaire bouwblokken meer schaalbaar te kunnen produceren, wil Bronkhorst het productieproces verder automatiseren. ‘Niet om met minder mensen te werken’, benadrukt Henk Tappel, ‘maar juist om mensen te kunnen inzetten voor hoogwaardiger en plezierig werk.’ Bronkhorst is een echt innovatiebedrijf, maar als innovator in de meetwereld ben je niet per se goed in machines bouwen. Daarvoor zoekt Bronkhorst dan ook samenwerking met specialisten. Twee recente projecten tonen de succesfactoren van zulke samenwerkingen.
Intensief contact
Bronkhorst werkt al tien jaar samen met Trios Precision Engineering, een ingenieursbureau uit Neede dat bekendstaat als productontwikkelaar en ervaren ontwerper en bouwer van fijnmechanische speciaalmachines. De samenwerking was vanaf het begin intensief, vertelt Erik van Gaasbeek, inmiddels technisch directeur bij Trios: ‘Bij het eerste project ben ik gedurende een maand of twee meerdere dagen per week bij Bronkhorst intern aan het werk geweest. Op die manier leerde ik snel de cultuur en de manier van werken kennen. Dat is zeer waardevol geweest.’ Van Gaasbeek zag ook waar de partners verschillen en hoe ze elkaar kunnen aanvullen. ‘Bronkhorst is meer gebonden aan het eigen systeem; alles moet daarop aansluiten. Door mijn interne periode begreep ik snel wat de kaders waren. Bij Trios kijken we meer van project tot project, en werken we in verschillende branches. Daardoor kunnen we vrijer denken en inventieve voorstellen doen. Juist binnen die strakke kaders is dat een belangrijke toegevoegde waarde.’
In 2017 ontwikkelde Bronkhorst een sensor die inmiddels in veel flowmeters wordt toegepast. Coen Bruggeman, innovation manager en systeemarchitect bij Bronkhorst: ‘Technologie die cruciaal is voor ons product, zogeheten kerntechnologie, willen we zelf in huis hebben. Deze sensor is daar een voorbeeld van. We wilden deze sensor verbeteren en bovendien het productieproces meer schaalbaar en stabiel maken. Daarvoor zochten we contact met Trios, waar we al goede ervaringen mee hadden. We hebben hen gevraagd om een productielijn te ontwikkelen, maar ook om mee te denken over de sensor zelf.’
Elkaar in de ogen kijken
De bedrijven zitten dicht bij elkaar en dat is een bewuste keuze, vervolgt Bruggeman: ‘Wij werken graag met leveranciers uit de regio. Ten eerste omdat hier heel goede technische bedrijven zitten, maar ook omdat het cultureel makkelijk schakelt. Bovendien is het goed om elkaar bij zo’n belangrijke samenwerking in de ogen te kunnen kijken en bij elkaar langs te kunnen gaan.’
De periode dat de machine werd getest, illustreert dit. Trios richtte op zijn eigen locatie een schone ruimte in, waar het prototype werd neergezet. Daar hebben medewerkers van Bronkhorst een jaar lang de lijn getest en samen met Trios direct doorontwikkeld tot de definitieve productielijn. Pas daarna is de lijn bij Bronkhorst geplaatst en in gebruik genomen. Dit is zo goed bevallen, dat Trios deze aanpak tegenwoordig ook bij grote projecten voor andere klanten voorstelt.
Niet uit de bocht vliegen
Omdat beide bedrijven al zo lang samenwerken, is het vertrouwen groot. Met dat vertrouwen moet je zorgvuldig omgaan, beseft Van Gaasbeek: ‘Inmiddels krijgen we van Bronkhorst een budget mee; een stuk van de portemonnee dat we zelf mogen beheren. We voelen dat als een grote verantwoordelijkheid. We nemen in zo’n ontwerpproces honderden beslissingen in het belang van onze klant, die direct van invloed zijn op het product of de operators. Als je zo veel vrijheid krijgt, moet je oppassen dat je niet uit de bocht vliegt en dingen gaat doen die wel interessant zijn, maar waar de klant niet op zit te wachten. Dus houden we steeds in het oog wat de klant nodig heeft. Niet wat hij zou willen, maar wat hij zou moeten willen.’ Bruggeman vult aan: ‘We zeggen wel eens: ‘Je moet niet doen wat ik zeg, maar doen wat ik bedoel.’’
Planning en overleg
Zoals in elk project is ook hier een goede planning en overleg van groot belang. Van Gaasbeek lacht: ‘Techneuten vinden het niet makkelijk om met planningen om te gaan, dus dat laten we graag over aan projectmanagers.’ Beide bedrijven hebben een projectmanager, die samen het project bewaken. Uitdagingen zijn er genoeg. Bruggeman: ‘We blijven altijd nadenken en zijn ook weleens wispelturig. Zo hebben we gaandeweg het project nog ontwerpwijzigingen in het product gemaakt, die ook invloed hebben op het productieproces en dus op de machine. Daar moet je goed over in gesprek blijven.’
‘Je moet open met elkaar over ideeën kunnen praten’
Van Gaasbeek vult aan: ‘Op een ander moment hadden wij niet voldoende capaciteit voor het programmeren en konden die extern ook niet vinden. Toen is een programmeur van Bronkhorst bijgesprongen.’ Bruggeman concludeert: ‘We houden samen altijd het einddoel in het oog. Ik noem dat: wonderen verrichten, liefst met lokale kennis en producten. Daar worden alle partijen blij van.’
Aandacht voor mensen
De factor die de bedrijven misschien wel het meeste bindt, is aandacht voor mensen. Bruggeman: ‘Mensen zijn het allerbelangrijkste wat je in je fabriek kunt hebben. Zonder de beste mensen ben je nergens. Onze machines staan ten dienste van onze medewerkers, niet andersom.’ Van Gaasbeek vult aan: ‘Die filosofie delen wij. We willen leuke klussen doen met goede professionals die zich op hun plek voelen. Je zult bij Trios geen dure auto’s voor de deur zien staan. We investeren liever in goede machines of software waarvan onze mensen blij worden en waarmee ze mooie dingen kunnen doen.’
Uitbreiden en verbeteren
Een tweede samenwerking van Bronkhorst, met Tuinte uit Hengevelde, is veel recenter. Deze zomer wordt de oplevering verwacht van het eerste gezamenlijke project, de ontwikkeling van twee lektestmachines. Jan Hannink, senior process engineer bij Bronkhorst, begeleidt dit project. Hij legt uit: ‘De lektestmachine is essentieel voor het productieproces van onze flowmeters. Deze machine test of er geen lekkage mogelijk is van vloeistof of gas. We hadden er al één in gebruik, maar hebben extra capaciteit nodig. Dat zagen we als kans om een machine te ontwikkelen die beter is, zowel technisch als ergonomisch.’ De partners kwamen elkaar tegen bij een defensieproject waarvoor Tuinte een lektestmachine ontworpen had en Bronkhorst de flowmeters leverde. ‘We raakten in gesprek en zo startte de samenwerking.’
Goede klik
Aan de zijde van Tuinte is Jelle Nijhof de lead engineer van dit project. ‘Het begint met elkaar goed leren kennen. Bij technische mensen gaat het dan eerst over techniek. Een project is voor ons passend als er voldoende engineeringuitdaging in zit. Wij houden van fijnmechanische vraagstukken, maatwerk en projecten waarbij ook de nodige automatisering van toepassing is. Bij de brainstorm kom je er snel achter of je dezelfde gedachtegang hebt en dezelfde taal spreekt. En je moet open met elkaar over ideeën kunnen praten.’
Dat herkent Hannink: ‘Ik kende Tuinte vanuit een vorige werkgever als een professionele partij, maar dat was wel een aantal jaren geleden. Met de mensen die nu aan tafel zitten, was er vanaf het begin een goede klik. Over vertrouwen heb je het dan nog niet eens, dat komt later.’
Duidelijke specificaties
Vanaf het begin kon Bronkhorst duidelijk aangeven wat ze wilden, vertelt Hannink: ‘We hadden een machine en wisten wat we daaraan wilden verbeteren. Tuinte kreeg binnen die specificaties de vrijheid om het ontwerp verder in te vullen.’ Het hielp ook dat dat de projectmanagers bij de twee bedrijven een heldere planning hadden. Het venijn zat in de staart. Nijhof: ‘We hebben vooral verstand van de mechanische kant, de producthandling en productieprocessen in de door ons ontwikkelde machines. De lektest zelf is, in combinatie met de complexiteit van het te testen product, een specialisme op zich. Toen we daar een issue tegenkwamen, liep het project toch nog enige vertraging op.’ Hannink: ‘De kunst is om in zo’n geval goed met elkaar te communiceren. Je moet ook niet bang zijn om te erkennen dat je iets niet weet en om hulp te vragen. Dan is alles op te lossen.’
Steeds betrokken blijven
Net als in het project met Trios bleek ook hier hoe wezenlijk het is om in alle fasen van het project de juiste mensen te betrekken. Hannink: ‘We vinden het belangrijk dat er een hoofdaannemer is, in dit geval dus Tuinte. Maar ze hebben bijvoorbeeld geen eigen besturingsexpert in huis; daarvoor werken ze samen met een partner. Die zit tijdens het gesprek wel gewoon aan tafel, zo houden we de lijnen kort.’
Nijhof noemt een ander voorbeeld: ‘Aan het begin van een project maken we altijd een risico-inventarisatie van de machine, op zaken als veiligheid, onderhoud en voor de CE-certificering. Bronkhorst heeft daarbij ook een specialist van hun kant geleverd, dat waarderen we zeer.’ Hannink: ‘Dat is ook in ons eigen belang. Door deze persoon vroeg te betrekken, weet hij ook waar hij rekening mee moet houden wanneer de machine geplaatst wordt.’
Langdurige verbanden
Henk Tappel vat het kort samen: ‘Alles gaat bij deze samenwerkingsverbanden over mensen. Met de juiste mensen activeer je ook de juiste technische kennis en mentaliteit om samen mooie dingen te maken. Iedereen wordt hier beter van: onze klanten, wij, de samenwerkingspartners en onze medewerkers. Dat begint met erkennen dat je niet alles zelf kunt en dat je elkaar nodig hebt. Dat is niet eenmalig, het gaat over langdurige samenwerkingsverbanden, die een verlengstuk van onze eigen organisatie worden. Daarmee vergroot je de kracht van je organisatie en, net zo belangrijk, de kwaliteit en plezier van het werk.’
Nomineer NU je beste partners, tot 17 september voor de Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2024!