‘Bijmengnorm is wegjaagnorm’

0
blank

Deelnemers aan de Talking, die door Link magazine en ING, onder leiding van Siem Haffmans(Partners for Innovation) is georganiseerd zijn: Ad Broeckx en Twan Hesselmans van Broeckx Recycling BV, Robert Kwakman van KIVO, Rik Hennink van Koninklijke Hordijk, Ben Kras van Kras Recycling , Henk Kras van Circular Plastics, Remy Notten van Dijkstra Plastics, Jeff Steltenpool van Vink Kunststoffen, Patrick Roskam van Algemene Verpakkingsindustrie Volendam, Karin van Driest van Sylvaphane Flexible Packaging Films, Hans Kolnaar van Timmerije, André Bode van Wolters Europe, Jan-Bert Jonker van De Paauwrecycling, Ko Derks van HQ Pack, Harold de Graaf van Federatie NRK, John van Ginkel en janet Kooren van Link magazine en Leontien de Haan , Jaap van de Rest en Gert Jan Braam van ING.

De Nederlandse kunststofproducerende industrie ziet zich gesteld voor een haast onmogelijke uitdaging. De Europese Bijmengnorm, die in 2030 van kracht wordt, gaat in Nederland al veel eerder gelden. Het onderwerp houdt de gemoederen dermate bezig dat ING en Link Magazine hierover samen met de Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie NRK een rondetafelbijeenkomst TalkING Industry organiseerden. Naar aanleiding van een voorpublicatie van dit Link-artikel zijn er Kamervragen aan de minister gesteld.

  • De NCPN verplicht producenten van kunststofproducten en halffabricaten om een percentage recyclaat of biobased kunststof toe te voegen aan hun producten.
  • Het feit dat Nederland deze regelgeving eerder wil invoeren dan de rest van Europa heeft enorme bijeffecten.
  • Beleidsmakers hebben onvoldoende kennis van de gevolgen, knelpunten en alternatieven.
  • Voorlopig is er bij lange na niet genoeg recyclaat beschikbaar om te voldoen aan de vereiste hoeveelheden.
  • Het huidige inzamelsysteem zorgt voor een slechte kwaliteit recyclaat; daardoor zijn al meerdere bedrijven failliet gegaan.

Regeling kunststofindustrie heeft substantieel negatief effect, zonder milieuwinst

Met de Bijmengnorm bedoelen we de Nationale Circulaire Plastic Norm, of NCPN. Deze verplicht producenten van kunststofproducten en halffabricaten om een percentage recyclaat of biobased kunststof toe te voegen aan hun product. De verplichting geldt voor alle polymeren en voor alle toepassingen. Het percentage wordt langzaam opgevoerd van 15 procent in 2027 tot 30 procent in 2030. En dat terwijl het te verwachten Europese beleid pas een bijmengverplichting vanaf 2030 zal gaan betekenen. Nederland wil voorop lopen om de vraag naar recyclaat en biobased te stimuleren.

Dat die vraag moet worden gestimuleerd, staat buiten kijf. In Europa wordt momenteel ongeveer 15 procent van het plastic gerecycled en de vraag loopt zelfs terug. Fossiele plastics zijn op dit moment simpelweg te goedkoop om het gebruik van gerecycled materiaal te bevorderen. Maar het feit dat Nederland met deze norm voorop wil lopen op Europees beleid, betekent veel voor de Nederlandse markt.

De kunststofsector is namelijk zeer concurrentiegevoelig. Het gaat bij opdrachten in veel gevallen om enorme hoeveelheden waardoor een prijsverschil van een paar cent per kilo al doorslaggevend is voor een inkoper. Als de inkoper kiest voor een goedkoper, in het buitenland geproduceerd product, verdwijnt de productie uit Nederland en wordt de nu nog vervuilende productie elders alleen maar groter. De norm wordt onder de huidige condities gezien als een ‘wegjaagnorm’.

Bewerkelijk onderwerp

De deelnemers aan de TalkING Industry zien de noodzaak en ook de bedrijfseconomische kansen, maar de periode dat binnen Europa alleen Nederland met deze regelgeving gaat werken, kan de industrie de das om doen.
Aan de hand van een aantal stellingen spreken ze in het Kras Stadion, de thuishaven van FC Volendam, openhartig over de gevolgen van het Nederlandse voornemen. Voorafgaand aan de inhoudelijke discussie geeft Gert Jan Braam, sector banker bij ING Business Banking Industry, een inkijkje in de economie en de industrie: hij is voorzichtig optimistisch over de cijfers. Vervolgens schetst algemeen directeur Harold de Graaf van de Federatie NRK de aanleiding van de bijeenkomst. ‘De nationale bijmengverplichting NCPN heeft prio 1, 2 en 3. Het is een bewerkelijk onderwerp waarover veel verschillende meningen de ronde doen, ook op ambtelijk niveau’, aldus De Graaf met gevoel voor understatement.

‘Grote tenders gaan steeds vaker naar bedrijven die gebruikmaken van recyclaten uit China, op basis van zeer discutabele certificaten’

Het eerste idee van de beleidsmakers was een zogeheten virgin tax – een belasting op nieuwe fossiele grondstoffen. Dit plan haalde het niet, omdat het een groot weglekeffect zou hebben. ‘We moeten echter duidelijk maken aan de politiek en beleidsmakers dat de nationale bijmengverplichting, waarvoor import is vrijgesteld, ook een substantieel weglekeffect zal hebben, zonder milieuwinst’, stelt De Graaf.

blank

De periode dat de bijmengnorm binnen Europa alleen Nederland gaat werken, kan de industrie de das om doen.

Samen optrekken

Gespreksleider Siem Haffmans van het Amsterdamse consultancybureau Partners for Innovation trapt de inhoudelijke rondgang af met de eerste stelling: ‘Een circulaire strategie is key voor een toekomstbestendige kunststofindustrie.’ De regelgeving die bijmengen van recyclaat verplicht stelt, zien alle aanwezigen als een zinvolle regeling. De deelnemers aan de bijeenkomst vertegenwoordigen bedrijven actief in inzameling, recycling en productie van zeer uiteenlopende kunststofsoorten voor toepassingen in voeding, consumentenverpakking, automotive, lucht- en ruimtevaart, en diverse andere industrieën.

‘Je moet je met zijn allen wel blijven afvragen wat onder aan de streep nou echt duurzaam is’

Iedereen aan tafel is het weliswaar eens met de doelstelling, maar het feit dat Nederland deze regelgeving eerder wil invoeren dan de rest van Europa heeft enorme, ongewenste bijeffecten. En ook bij de haalbaarheid en praktische uitwerking worden grote vraagtekens gesteld. In het algemeen is de eerste reactie dat de bijmengverplichting wel werkbaar moet zijn: anders streeft het zijn doel voorbij. Als Nederlandse producten door de regelgeving duurder worden dan producten in de rest van Europa – en dat lijkt meer dan waarschijnlijk met de huidige insteek – dan verliest de Nederlandse industrie marktaandeel ten aanzien van de buitenlandse concurrenten. De aanwezigen zien het daarom als noodzaak om samen op te trekken.

Exportverbod

En dan zijn er nog de bedrijven waarvoor recyclaat niet is toegestaan in het gebruik, óf waarvoor het type recyclaat dat ze nodig hebben om bij te mengen, simpelweg niet voorhanden is. Directeur Hans Kolnaar van spuitgieterij Timmerije uit Neede: ‘Recyclaat van technische kunststoffen bijvoorbeeld is nauwelijks beschikbaar. En omdat de natuur nu eenmaal geen benzeen voortbrengt – de bouwsteen van technische kunststoffen – is biobased in die gevallen al helemaal geen oplossing.’

Waar het gebruik van recyclaat niet is toegestaan, bijvoorbeeld vanwege extreem hoge veiligheidseisen, gaat de bijmengnorm toch ook wel degelijk gelden. Denk daarbij aan toepassingen in de voedingsmiddelindustrie, healthcare, automotive en de lucht- en ruimtevaart. Dat zal tot gevolg hebben dat bedrijven in credits gaan handelen en dat de prijzen zullen stijgen. En dat terwijl de prijzen voor virgin materialen nu veel te laag zijn.

De verplichting werkt namelijk met een handelssysteem waarbij zogeheten circulaire polymeer eenheden (CPE’s) als credits worden uitgegeven voor verwerkt mechanisch recyclaat, chemisch recyclaat en biogebaseerde polymeren. De bedrijven kunnen deze CPE’s vervolgens administratief met elkaar verhandelen, zodat in Nederland richting 2030 een toenemend aandeel recyclaat en biogebaseerde polymeren worden toegepast.

Tegelijk bestaat de angst dat door de groeiende vraag en de stijgende recyclaatprijzen Europees afval naar Azië wordt gesmokkeld, waar het wordt verwerkt tot recyclaat met discutabele materiaalcertificaten dat weer aan Europa wordt verkocht. Daarmee wordt het probleem alleen maar vergroot. Een exportverbod kan dat tegenhouden én tegelijkertijd zorgen dat er meer feedstock – oftewel grondstof voor de recyclers – komt. Deelnemers aan de discussie stellen dat er onvoldoende kennis bij de beleidsmakers is over de gevolgen, knelpunten en alternatieven.

blank

De bedrijven die in Nederland produceren, moeten voldoen aan de norm. Producten die worden geïmporteerd, hoeven dat niet.

Overheid niet koersvast

De tweede stelling die Haffmans poneert, is dat de beschikbaarheid van grondstoffen van strategisch belang is voor de circulaire materialentransitie. En dat raakt een snaar. Want de vertegenwoordigers van de recyclende bedrijven aan tafel zijn natuurlijk blij met de aandacht voor het onderwerp, maar ze hebben moeite om voldoende recyclaat van goede kwaliteit in te zamelen. Voorlopig is er bij lange na niet genoeg recyclaat beschikbaar om te voldoen aan de vereiste hoeveelheden. En het beschikbare recyclaat is bovendien van onvoldoende kwaliteit.

Commercieel directeur Remy Notten van Dijkstra Plastics uit Haaksbergen, producent van kunststof emmers: ‘Wij willen graag een verbod op het verbranden van kunststof verpakkingsafval. Dat zou de toevoer voor recycling zeker vergroten. Het is geen eenvoudige oplossing, maar zou zeker wel een belangrijke stap zijn. Ook design voor recycling zal zeker helpen, maar de inzameling moet echt anders.’

Recyclebedrijven willen investeren om de hoeveelheid en kwaliteit van het recyclaat te vergroten, maar ervaren onvoldoende koersvastheid van de overheid om te bepalen in welke behandeling of verwerking dat moet gebeuren. Als ze hun plannen klaar hebben, veranderen de wetten, is de tendens aan tafel. Investeringen in nieuwe verwerkingsinstallaties en uitbreiding van de capaciteit worden nog eens extra bemoeilijkt doordat er te weinig ruimte beschikbaar is op het stroomnet. Op sommige industrieterreinen willen bedrijven onderling stroom uitwisselen, maar dat is dan weer niet toegestaan.

Te weinig gedisciplineerd

Een goede kwaliteit ingezameld materiaal zorgt voor een betere kwaliteit recyclaat. De recycler moet concurreren met virgin plastic en dat lukt alleen als er genoeg feedstock is voor de recycler. Dat begint bij de consument. Huishoudelijke kunststoffeninzameling is de moeilijkste stroom; de voorscheiding zou een stuk beter moeten gebeuren. Ceo Rik Hennink van verpakkingsontwikkelaar Koninklijke Hordijk uit Delft stelt het heel duidelijk: ‘De consument is niet gedisciplineerd genoeg. Het huidige inzamelsysteem zorgt voor een slechte kwaliteit recyclaat; daardoor zijn al meerdere bedrijven failliet gegaan. We hebben een goed inzamelsysteem nodig om de kwaliteit te verhogen. Het doel moet zijn om circulair te worden, maar met deze verplichtingen gaan bedrijven allerlei creatieve omwegen vinden waarmee we dat doel voorbij schieten.’

Die omwegen zien meerdere partijen aan tafel. Want er zijn natuurlijk producten te bedenken waarbij het gebruik van slechte kwaliteit recyclaat geen bezwaar is. Denk aan bermpaaltjes of bloempotjes. Ceo Ben Kras van Kras Recycling uit Volendam ziet het als grote waarschijnlijkheid: ‘Bedrijven gaan bloempotjes maken om weg te geven, of massaal bermpaaltjes produceren. Alles om maar te komen aan de verplichte bijmenghoeveelheden.’ De meeste aanwezigen knikken, maar geven tegelijk aan dat ze wel creatief willen zijn, en niet alleen om de regels te omzeilen. Controle lijkt in ieder geval voorlopig niet aan de orde.blank

Achterdeurtjes

De Graaf geeft aan dat het een jaarverplichting zal worden, een bepaald percentage van de omzet moet in het recyclaat zijn. Maar Nederlandse producenten zien nu al regelmatig recyclaat uit het buitenland met nepcertificaten. Coo Jan-Bert Jonker van het Twentse De Paauw Recycling: ‘We zien grote tenders steeds vaker naar bedrijven gaan die gebruikmaken van recyclaten uit China, op basis van zeer discutabele certificaten.’

De bedrijven die in Nederland produceren, moeten voldoen aan de norm. Producten die worden geïmporteerd, hoeven dat niet. KIVO, dat polyethyleen verpakkingsmateriaal produceert, heeft een fabriek in Kosovo, maar directeur Robert Kwakman vindt het geen chique oplossing om de regeling te omzeilen door vanuit Kosovo te gaan leveren: ‘Het zou een simpele uitweg voor ons kunnen zijn, maar dat kan natuurlijk nooit de opzet zijn.’ Dergelijke achterdeurtjes lijken wel een mogelijk – volgens alle partijen zeer ongewenst – gevolg van de regeling. Producenten kunnen hun productie of zelfs hun fabrieken gaan verplaatsen naar het buitenland om hun concurrentiepositie op peil te houden. En daarmee streeft de Nederlandse overheid haar doel natuurlijk ook voorbij. Want als het onmogelijk is om aan een verplichting te voldoen, of als je jezelf daarmee volledig uit de markt prijst, dan is de nood hoog. Pas als de regels in heel Europa gelden, is het speelveld gelijk.

blank

Link magazine februari/maart 2024 Thema: De keten op orde op lokaal niveau.
Lees Link magazine digitaal of vraag een exemplaar op bij mireille.vanginkel@linkmagazine.nl

Kansen

In zijn derde stelling prikkelt Haffmans de aanwezigen om de kansen te noemen die de transitie naar circulaire kunststoffen met zich meebrengt. Het blijkt vooral een uitdaging om bij de klanten, en dan met name hun inkopers, goed tussen de oren te krijgen wat er speelt en hoe de situatie precies in elkaar steekt. Directeur Henk Kras van branchevereniging Circular Plastics Alliance vertelt dat hij dankzij een gesprek met een toonaangevende klant voor bouwmaterialen een belangrijke winst heeft geboekt. De leverancier van onder meer bakstenen heeft nu geen etiket of logo meer op zijn plastic verpakkingen, maar uitsluitend nog een QR-code. ‘In eerste instantie waren ze erg huiverig. Maar ze snapten ons verhaal. Nu zijn ze trendsetter; alleen een QR-code op de verpakking zegt de partijen in deze markt meer dan genoeg. Hun plastic afval is nu gewild en heeft een hogere waarde in de recycling.’ Ook herbruikbare verpakkingen zijn in de bouw al gebruikelijker aan het worden, inclusief de bijbehorende logistieke retourservice.

Foodgrade recyclaat

Notten van Dijkstra Plastics gebruikt recyclaat voor het produceren van onder meer verfemmers. De emmers voor voedseltoepassingen zoals sauzen, kunnen helaas nog niet van recyclaat worden gemaakt, aangezien er geen foodgrade recyclaat beschikbaar is. Ook Karin van Diest, manager strategie en ontwikkeling van de Groningse foliefabrikant Sylvaphane, zit verlegen om foodgrade materiaal: ‘Dat is er eenvoudigweg niet, dus we moeten wel credits verwerven. Eigenlijk zou er een uitzondering moeten zijn voor toepassingen waar geen recyclaat toegestaan is vanwege andere wetgevingen.’

Chemisch recyclaat of biobased plastic met materiaaleisen die gelijk zijn aan virgin plastics is nog maar in zeer beperkte mate beschikbaar. Bovendien is het erg energie-intensief om te produceren. Van Diest: ‘Je moet je met zijn allen wel blijven afvragen wat onder aan de streep nou echt duurzaam is.’ Kras van Kras Recycling haakt aan: ‘Er zijn levenscyclusanalyses nodig om te bepalen wat nou werkelijk beter is voor de CO2-footprint. Hergebruik of eenmalig?’ En Haffmans: ‘Kijk naar de herbruikbare bekers van McDonald’s. Daar is veel meer plastic voor nodig, want de bekers moeten veel dikker zijn. Ze moeten minimaal tien keer opnieuw worden gewassen en hergebruikt om een milieuvoordeel op te kunnen leveren.’

Enorme hoeveelheden

Bij veel bedrijven is al lang veel aandacht voor recycling. Vroeger werd de grondstof gekozen op basis van het ontwerp; nu is de grondstof leidend. Maar er moet aan de knoppen van het systeem worden gedraaid. En worden gekeken waar er meer kan worden gerecycled. De automotive doet bij end-of-life vaak niets met de kunststoffen. Daar was een recycler actief, maar die fabriek is al lang weer gesloten. De basis van het plan was weliswaar goed, maar de gewenste uitwerking bleek niet haalbaar.

De beschikbare feedstock dient goed te worden georganiseerd en het systeem moet en kan simpeler, klinkt het aan tafel. Niet alleen de inzameling moet volgens de deelnemers anders, maar ook de bijmengverplichting kan anders worden georganiseerd. Bijvoorbeeld door de verantwoordelijkheid daar te leggen waar zij volgens sommigen hoort: bij de verpakkers bijvoorbeeld. Daarmee breng je de vraag beter op gang en komt er ruimte en duidelijkheid voor investeringen.

Kamervragen van NSC aan het kabinet

‘Bent u bekend met de publicatie ‘Bijmengregels jagen Nederlandse kunststofindustrie naar buitenland’ in Link Magazine?’ En ‘Wat is uw reactie op de geuite zorgen van de kunststofindustrie dat hiermee een ongelijk speelveld in de EU ontstaat?’ Het zijn twee van een hele reeks vragen die NSC-Tweede Kamerleden Olger van Dijk en Femke Zeedijk begin mei indienden bij Micky Adriaansens, demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat, en Vivianne Heijnen, demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Antwoorden zijn er nog niet. De minister heeft uitstel van antwoord gevraagd, omdat de materie zo complex is. Houd daarom de site van Link Magazine in de gaten: daarop berichten we als er wel een reactie is.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics