Terwijl de Nederlandse Industrie in het tweede kwartaal nog herstelde, lijkt het derde kwartaal beduidend moeilijker te worden. De Nevi Inkoopmanagersindex over augustus is gedaald van 49,2 naar 47,7, de laagste score sinds december vorig jaar.
Nadat in juli al het aantal nieuwe exportorders fors was gedaald, nam in augustus vooral de binnenlandse vraag af. De malaise in de industrie lijkt zich te verbreden. Industriële ondernemers verlaagden de productie, kochten minder grondstoffen en halffabricaten in en besloten in sommige gevallen geen vacatures te plaatsen om vertrekkend personeel te vervangen.
Export onder druk
Eerder bleek al uit de voorlopige inkoopmanagersindices over de eurozone dat de industrie het moeilijk heeft, met name Duitsland. Voor de Nederlandse industrie is Duitsland de belangrijkste exportmarkt. Meerdere industriële branches hebben het moeilijk in Duitsland, zoals de chemie, de staalindustrie, de auto-industrie en de machine-industrie. Nederlandse fabrikanten leveren veel halffabricaten, componenten en machines aan juist deze branches.
De malaise in de industrie kent diverse oorzaken. Zo kampen energie-intensieve branches zoals de chemie en de staalindustrie nog steeds met relatief hoge energiekosten. De gasprijs in Europa is nog altijd veel hoger dan voor de energiecrisis, die ontstond doordat Rusland sinds 2021 minder gas levert aan Europa. Europa moet nu LNG kopen op de mondiale markt, wat leidt tot hogere kosten en daardoor de energie-intensieve industrie mondiaal minder concurrerend maakt. De staalindustrie kampt met lage staalprijzen door overcapaciteit in China. Daar heeft het barsten van de vastgoedbubbel geleid tot een sterke daling van de vraag naar bouwmaterialen waaronder staal, waardoor de Chinese staalindustrie actiever wordt op de mondiale markt. De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar mogelijke dumpingpraktijken en zou invoerheffingen kunnen opleggen.
Hoge rente bijt
Een andere oorzaak is de hoge rente. Deze leidt tot hogere financieringskosten voor ondernemingen, wat de investeringen drukt en zo leidt tot een lagere vraag naar investeringsgoederen zoals machines. Ook de vraag naar bouwmaterialen is lager als gevolg van de hoge rente, die immers de financiering van nieuwbouwprojecten duurder maakt. Dit zorgt voor een tragere economische groei. De laatste tijd vertraagt de groei in de Verenigde Staten; zo staat de bedrijvigheid in de industrie daar onder druk. Dit drukt vermoedelijk de vraag naar Europese exportproducten.
Op de kapitaalmarkt is de lange rente gelukkig al wat gedaald, met zo’n 0,2 procentpunt ten opzichte van juli. Het wachten is op de volgende rentevergadering van de Europese Centrale Bank (ECB), die gepland staat op donderdag 12 september. Vanwege de zomervakantie was er in augustus geen vergadering. Hopelijk zal de ECB deze maand, in navolging van de Amerikaanse Fed, de beleidsrentes verlagen. Dit zou kunnen leiden tot lagere rentetarieven op de kapitaalmarkt en de vraag naar industriële goederen kunnen stimuleren.