De regionale, nationale en Europese politiek kijken momenteel nadrukkelijk naar de lange termijn. Ruimhartig worden onderzoeksgelden beschikbaar gesteld om welvaart en welzijn veilig te stellen, ook voor toekomstige generaties. Geld is nu dus niet het meest urgente probleem voor Nederlandse onderzoeksinstellingen. Maar je hebt er alleen wat aan als je het kunt uitgeven aan salarissen van r&d-talent. In het aantrekken daarvan blijkt imec Nederland succesvol, anders dan menig industrieel bedrijf. Dat onderzoeksgeld per se moet neerslaan in de regio van de fournerende overheid, is wel een probleem.
‘Klopt, in verschillende Europese landen wordt onderzoek gedaan op dezelfde terreinen. Maar binnen bijvoorbeeld de fotonica zijn er zoveel deelgebieden. Elk regionaal cluster neemt slechts één van die deelgebieden voor zijn rekening. En dat niet alle fotonica-onderzoek op één plek geconcentreerd is, zorgt voor meer onderlinge concurrentie, wat gezond kan zijn. Maar de onderlinge afstemming, het leren van elkaar, dat kan nog veel beter. Zodat de investering van belastinggeld in dat onderzoek tot nog meer resultaat leidt en één plus één drie wordt’, aldus Kathleen Philips, general manager van ‘imec bij Holst Centre in Eindhoven’, zoals de vestiging in de imec-huisstijl geduid wordt.
Niet naar rato
‘Het belastinggeld dat de provincie Gelderland investeert in ons onderzoek wordt wel geacht ten goede te komen aan de Gelderse economie’, erkent Chris van Hoof, general manager van het OnePlanet Research Center in Wageningen en Nijmegen waarvan imec een van de partners is. ‘Maar de bakstenen voor de bouw van een onderzoeksfaciliteit zijn nu eenmaal moeilijk over meerdere landen te verdelen’, pakt Philips weer over. Met name de kleine Europese landen zouden aan gezamenlijk onderzoek niet de voorwaarde moeten verbinden dat hun investering naar rato neerslaat op het eigen grondgebied, stelt ze.
Onderzoeksterreinen
Het interview met de twee directeuren vindt plaats in het imec-gebouw op de High Tech Campus in Eindhoven, met Philips fysiek aanwezig en Van Hoof – wegens enig lichamelijk ongemak – vanaf zijn thuiswerkplek. Philips geeft leiding aan een imec-onderdeel van 125 mensen dat zich concentreert op onder meer het ontwerp en de industrialisatie van chips voor toepassingen in de gezondheidszorg in brede zin. Denk aan wearables, devices die patiënten dragen opdat ze klokrond gemonitord kunnen worden maar die – batterijgevoed – wel zo energiezuinig mogelijk moeten functioneren. Dat kan door te sleutelen aan de communicatietechnologie, de grootste energieverbruiker in zo’n device.
Van Hoof richt zich met zijn staf van 75 onderzoekers op de ontwikkeling van hightech applicaties voor met name de food- en agrosector. Zo sleutelt het onderzoekscentrum aan kunstmatige intelligentie om vertical farms te optimaliseren en aan sensoren die in het maag- en darmstelsel de impact van bepaalde voedingsstoffen registreren. En aan systemen voor de productie van plantaardig voedsel dat in de nabije toekomst het dierlijke moet gaan vervangen.
Langetermijnpolitiek
Onderwerp van gesprek met de twee directeuren is de arbeidsmarktkrapte en de impact daarvan op hun organisaties. Uitgaande van de veronderstelling dat geld – om die onderzoekers te betalen – momenteel veel minder een issue is. Anders dan wetenschappers gewend zijn, geeft zowel de provinciale, nationale als Brusselse politiek er momenteel blijk van verder te kijken dan de eerstvolgende verkiezingen. ‘Geld is er nooit genoeg, ook al investeert de overheid meer dan ooit’, duidt Philips. ‘OnePlanet’, rekent Van Hoof voor, ‘heeft een budget van in totaal 146 miljoen euro. Daarvan wordt 65 miljoen gefinancierd door de provincie Gelderland, voor een periode van acht jaar. Daarmee geeft de politiek aan wel degelijk oog te hebben voor de belangen van volgende generaties en bereid te zijn strategisch te investeren voor de lange termijn. Die durf en ambitie van de provincie komen uiteindelijk weer terug naar Gelderland, bijvoorbeeld door onze bijdrage aan een goed startersklimaat en omdat we mkb’ers unieke oplossingen bieden.’
‘Die langetermijnvisie’, vult Philips aan, ‘vind je ook terug in de opzet van het Nationaal Groeifonds dat projecten financiert met een looptijd van zes tot acht jaar. En ook de Europese Chips Act en de gelden die daarvoor zijn vrijgemaakt, laat zien dat de politiek de juiste uitdagingen weet te kiezen, om te voorkomen dat Europa op termijn zijn technologisch leiderschap helemaal uit handen geeft en achteropraakt.’
Roadmaps
Om te komen tot een maatschappijgerichte besteding van die overheidsgelden, stellen Holst Centre en OnePlanet allereerst technologieroadmaps op. Daarin staan de in hun ogen belangrijkste technologische uitdagingen voor de samenleving. Daarna wordt de belangrijkste industriële spelers gevraagd of ze die visies delen. De definitieve roadmaps vormen vervolgens de basis van allerhande projecten die deels met overheidsgeld, deels met geld van het bedrijfsleven gefinancierd worden.
‘In die opzet slagen wij goed’, aldus Van Hoof. ‘Van ons budget is ongeveer de helft afkomstig van bedrijven. Dat bewijst dat ons onderzoek daadwerkelijk van waarde is voor de industrie.’ ‘Het toont aan dat ons werk relevante kennis oplevert’, vult Philips aan. Vaak betreft het productietechnologie, die participerende bedrijven kunnen uitontwikkelen en naar de markt brengen. ‘Technologie die deze ondernemingen competitiever maakt.’ ‘Deze manier van werken’, nuanceert Van Hoof, ‘past vooral bij de grote bedrijven. Daarom gaan we voor het mkb en start-ups nog een stap verder. Voor die bedrijven doorlopen we de complete innovatiecyclus. Met de IP die daar uit voortkomt, kunnen zij daarna aan de slag, tegen een markconforme vergoeding.’
Arbeidsmarktkrapte
Hoewel geld in het huidige tijdsgewricht dus niet het probleem is, blijft het slechts een middel met weinig waarde als je het niet kunt uitgegeven aan geschikte mensen voor onderzoekswerk. Juist de arbeidsmarktkrapte remt momenteel veel bedrijven in hun innovatie en groei. Maar daar hebben de twee directeuren betrekkelijk weinig last van. ‘OnePlanet’, illustreert Van Hoof, ‘is in Wageningen gestart in 2019. Sindsdien zijn we gegroeid naar 75 medewerkers plus enkele tientallen studenten. Op vacatures zijn in totaal 3.000 kandidaten afgekomen. Veel jonge mensen, masters en PhD’s, maar ook ervaren mensen. En bijna een derde is vrouw, in de hightech is dat veel.’ Voor imec Eindhoven geldt in grote lijnen hetzelfde, aldus Philips.
Hoewel hun twee onderzoekcentra wel vacatures hebben – medio juli waren dat er meer dan dertig – vormt dit niet echt een probleem. ‘Ons geheim? Wij zijn bezig met zinvolle oplossingen voor maatschappelijke problemen op het gebied van gezondheid, voeding en circulariteit. Niet met de zoveelste generatie van eenzelfde chip. Niet met het nog nét wat goedkoper maken van plastic speelgoed’, aldus Van Hoof. ‘Voor jonge mensen, en zeker de hoogopgeleiden’, duidt Philips’, ‘is het belangrijk bij te dragen aan een andere, betere wereld. Dat weegt zwaarder dan een topsalaris.’
Doorstroom
Talent dat bij deze onderzoekscentra werkt, is vanzelfsprekend niet beschikbaar voor industriële bedrijven. Wel onderstreept Van Hoof dat de doorstroom binnen OnePlanet groot is. ‘Het is een relatief jonge organisatie, want een ideale plek om je carrière te starten. Een groot deel van onze onderzoekers vertrekt na acht tot tien jaar naar het bedrijfsleven of begint voor zichzelf.’ Met in hun bagage veel waardevolle ervaring met het doorlopen van complexe innovatietrajecten. ‘Trajecten met alle onzekerheden van dien en met toch altijd ook de hete adem van klanten in de nek’, valt Philips bij. Van Hoof: ‘Als mensen hier vertrekken, zijn ze van veel meer toegevoegde waarde voor de industrie dan toen ze binnenkwamen.’
‘En door uitdaging te bieden’, geeft Philips nog een argument, ‘voorkomen we dat jong Nederlands talent naar elders vertrekt en trekken we buitenlands talent aan.’ Het imec-instituut als geheel heeft 5.400 mensen aan boord, van 95 nationaliteiten. ‘Mensen komen voor de uitdagingen, maar kiezen ook voor een leven in Nederland of België, waar de werk-privébalans veel meer in evenwicht is dan in bijvoorbeeld de VS.’
Huisvesting
Kennismigranten aantrekken brengt wel huisvestingsbehoefte met zich mee. Daarin voorzien is in dichtbevolkt Nederland een actueel en urgent probleem. Gedistribueerd werken kan in bepaalde gevallen een oplossing zijn, stelt Philips: ‘Werk dat op afstand gedaan kan worden, kan ook zo worden ingevuld. We willen vermijden dat Nederlands belastinggeld vloeit naar tewerkstelling van onderzoekers in landen aan de andere kant van de wereld. Dat ligt anders voor tewerkstelling binnen de Europese Unie. In geval van een medewerker in Frankrijk zou je er ruimhartiger mee moeten kunnen omgaan. Er zijn nieuwe mechanismen nodig om subsidies meer Europees te organiseren, zodat er meer vrijheid is om kennis en werkgelegenheid met andere Europese landen te delen.’
Profiel imec
imec is een onafhankelijk onderzoekscentrum op het gebied van micro-elektronica, nanotechnologie, kunstmatige intelligentie, ontwerpmethodes en technologieën voor ICT-systemen. Imec startte in 1984: de eerste Vlaamse regering zette toen een programma op om de micro-elektronica-industrie in Vlaanderen te versterken. Het totale onderzoeksbudget is 732 miljoen euro (2021), deels bestaand uit overheidssubsidies. Er werken bijna 4.000 mensen op de Leuvense campus van imec. Onderzoeklocaties van imec zijn er ook in Gent, Antwerpen, Brussel, Genk, Hasselt en de VS en er is een vertegenwoordiging in China, India en Japan. In Nederland zijn de activiteiten ondergebracht in het Holst Centre in Eindhoven (samen met TNO) en in het OnePlanet Research Center in Wageningen (samen met Wageningen University & Research) en Nijmegen (samen met Radboud Universiteit en Radboudumc).