Bij Frencken staat mechatronica hoog in het vaandel. Volgens Marcel Slot, vice president bij Frencken Mechatronics, is dit bij uitstek een terrein waarop Nederland zich ook in de toekomst kan blijven onderscheiden. Toch maakt hij zich zorgen, want de ontwikkelingen werden en worden nog steeds gedreven door een beperkt aantal hightech bedrijven. Wanneer we het in Nederland hebben over sleuteltechnologieën vindt Slot dat we ons niet alleen moeten richten op de technologieën zelf, maar ook op de vraag: wat gaan we ermee maken?
Sinds anderhalf jaar heeft Frencken een nieuw hoofdkantoor op de Dillenburgstraat in Eindhoven. Met grote letters prijkt het op de gevel: Frencken Mechatronics. Het zal dus niet verbazen dat het bedrijf blij is dat demissionair minister Micky Adriaansens mechatronica heeft opgenomen in haar lijstje met tien sleuteltechnologieën waaraan Nederland de komende jaren voorrang gaat geven (zie kader). ‘Wat ons betreft, is dat helemaal terecht’, stelt Slot. ‘Want dat is toch waar veel succesvolle hightech machinebouwers in Nederland groot in zijn, qua economische omvang, werkgelegenheid en export. Samen met de hele toeleverketen blinken we in Nederland uit in geavanceerde mechatronica.’
Frencken Mechatronics is veruit de grootste divisie binnen de op de Singaporese beurs genoteerde Frencken Group. In 2023 was de divisie goed voor meer dan 80 procent van de omzet. Ongeveer 780 van de 1800 medewerkers wereldwijd vindt onderdak bij de Europese tak, verspreid over vestigingen in Eindhoven en Reuver. ‘Vorig jaar zijn er ruim honderd mensen bijgekomen’, vertelt Slot. ‘We groeien al jaren erg hard. Dan heb je het over een omzetgroei van gemiddeld zo’n 15 procent per jaar.’ In 2023 bedroeg de groei van Frencken Mechatronics in Europa zelfs 33 procent.
Van 44 naar 10
Naast mechatronica ziet Slot nog meer raakvlakken tussen de lijst sleuteltechnologieën van Adriaansens en de activiteiten van Frencken. ‘We doen ook veel voor klanten met toepassingen waar optica en beeldvormingstechnologie belangrijk zijn, bijvoorbeeld in medische toepassingen. Maar ook in de halfgeleiderindustrie waar we onder meer Reticle Masking-modules voor ASML produceren’, somt hij op.
Vinden niet alle technologiebedrijven op die manier iets van hun gading in de gekozen sleuteltechnologieën? Dat beaamt Slot, die jarenlang betrokken was bij wat eerst Point-One heette en later uitmondde in het topsectorenbeleid. ‘Ik heb lang in de roadmap council gezeten van de topsector High Tech Systems and Materials. Daar hadden we het over achttien roadmaps. En dat was dus slechts binnen één van de tien topsectoren.’ Nog zo’n lijstje zijn de Key Enabling Technologies, een industriebrede consensus over de belangrijkste technologieën voor Nederland. Eind vorig jaar stond de teller daar op 44. ‘Dat is natuurlijk wel heel veel voor een klein land. Nu kiezen we er dus tien, maar ze zijn nog steeds vrij breed.’
Mik op de maan
Focussen we daarmee dus niet genoeg? Volgens Slot is dat niet de enige vraag om te stellen. ‘We zouden ons niet alleen moeten afvragen op welke technologieën we ons moeten richten’, zegt hij. ‘Het draait ook om de vraag: wat gaan we dan maken? Welke producten voor welke toepassingen?’ Om zijn statement te verduidelijken, vertelt Slot over zijn tijd bij Océ/Canon waar hij werkte voordat hij drie jaar geleden naar Frencken overstapte. Een van de thema’s waarmee hij zich destijds bezig hield, was additive manufacturing. Om de ontwikkelingen op de voet te kunnen volgen, bezocht hij menig seminar en workshop, in Nederland en daarbuiten. ‘Ik zat dan een hele dag te luisteren naar hoe we de producten konden gaan maken. Het ging maar heel weinig over het wat: wát gaan we dan 3D printen?’
Hij vervolgt: ‘Ik heb toen regelmatig een lans gebroken voor een moonshot-project. Waarom stellen we ons bijvoorbeeld niet ten doel om binnen tien jaar een menselijk hart te kunnen printen? Als iedereen zijn schouders daaronder zet, weet ik zeker dat het gaat lukken. En zo kun je nog meer moonshots definiëren die economisch interessant zijn én een maatschappelijke noodzaak vervullen.’
Daarmee wil Slot overigens niet zeggen dat additive manufacturing een speerpunt zou moeten zijn voor Nederland. ‘Een tijd geleden werd gezegd dat we zwaar zouden moeten inzetten op 3D printing en op zonnecellen. Allebei risicovol, want op beide terreinen had Nederland geen historie.’ Het verbaast hem dan ook niet dat dit geen groot succes is geworden. ‘Maar er is wel veel moeite, tijd en geld ingestoken.’
De 7 van Frencken
Op kleinere schaal van Frencken wordt ook ingezet op focus. ‘Wat zijn nou onze kerncompetenties?’, stelt Slot zichzelf de vraag. ‘Een paar jaar geleden startten we met de evaluatie van 25 competenties. Dat konden natuurlijk niet allemaal kérncompetenties zijn.’ In een grote exercitie hebben Slot en zijn collega’s die onderwerpen tegen elkaar uitgezet in een competence framework. Op de x-as werd aangegeven hoe goed Frencken in een competentie was, en op de y-as hoe waardevol en aantrekkelijk het was voor zijn klanten. ‘Het zal duidelijk zijn dat de competenties rechtsboven bijzonder zijn; daar moet je goed op passen en in blijven investeren om veel waarde te kunnen blijven toevoegen.’
Uit die oefening rolden uiteindelijk zeven echte kerncompetenties. Dat zijn onder meer precision engineering & high precision machining, motioncontrol, ultra clean manufacturing en complex high-level assembly & qualification. Eigenlijk vindt Slot zeven nog wat veel, maar hij weet ook: ‘Je moet uitkijken als je wat schrapt. Neem zoiets als value engineering & dfx. Zijn we daar nou beter in dan anderen? Misschien niet. Maar het zou raar zijn om het uit de lijst kerncompetenties te laten vallen, want we kunnen het wel heel goed en klanten vragen er altijd om. Het is bijna een license to operate; als je het niet hoog in je vaandel zet, doe je niet meer mee.’
Resultaten uit het verleden…
Terug naar Nederland. Frencken heeft geen strategische agenda in de zin dat het de markt probeert te beïnvloeden of te sturen. Elk jaar herijkt het zijn plannen op basis van wat het in de industrie ziet gebeuren. Toch heeft Slot zeker ideeën over welke keuzes meer kans van slagen hebben voor de bv Nederland. En dat is dus niet additive manufacturing of zonnecellen. ‘Die races waren al gelopen. Je moet internationaal kijken, naar de verschillende continenten, want de wereld is een dorp. Kies een thema dat ze elders niet kiezen, nog niet gekozen hebben, of waar ze niet goed in zijn.’ Quantum computing of fotonica? ‘Prima, maar dan wil ik daar gelijk aan toevoegen: welke producten gaan we dan maken? Dus kom niet met een lange lijst van potentiële toepassingsgebieden maar maak ook daar een keuze.’
Mechatronica is zo’n onderwerp waarin Nederland wel al heel wat jaren excelleert. Maar Slot benadrukt dat resultaten uit het verleden geen garantie bieden voor de toekomst. ‘Natuurlijk hebben we daar historie, met het Natlab en de complete Philips-legacy. Op basis van de hele toeleverketen is er veel bedrijvigheid ontstaan. Ik maak me echter wel zorgen over hoe we dat kunnen vasthouden. Als je kijkt waar het nu in geavanceerde mechatronica op drijft, dan is dat voor een heel groot deel ASML. Ja, we hebben nog wel een paar pareltjes, maar daarna is de spoeling dun. We moeten op zoek naar de volgende generatie bedrijven die high-end mechatronica nodig hebben om de concurrentie voor te blijven.’ Want alleen met vooraanstaande bedrijven in de buurt kunnen we die kennis behouden en uitbouwen, wil hij maar zeggen.
Stop met navelstaren
Slot heeft nog meer advies: ‘Voorkom navelstaren. We hebben in Nederland de neiging om heel regionaal te denken. Een puntje-puntje-valley hier en een puntje-puntje-delta daar. Amerikanen en Aziaten begrijpen daar helemaal niks van. Voor hen is Nederland gewoon één regio. We doen onszelf tekort met de verdeel-en-heersstrategie.’
Waar we in deze regio het verschil zouden kunnen maken, is bijvoorbeeld in medische en gezondheidstoepassingen, denkt Slot. ‘Dat speelt in bijvoorbeeld China veel minder. In Europa heeft het welzijn van mensen juist wel de aandacht. Hoe mensen zich voelen, hoe ze gezond oud kunnen worden, dat lijkt me typisch iets voor Nederland en Europa om zich op te richten. Het past bij onze historie en onze cultuur. Misschien gelijk een goede doelmarkt voor fotonica’, besluit hij met een knipoog.
De tien sleuteltechnologieën van minister Adriaansens
Bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en het kabinet gaan voorrang geven aan deze tien strategische technologieën:
1 optica en geïntegreerde fotonica
2 quantum
3 groene chemische productieprocessen
4 biotechnologie gericht op moleculen en cellen
5 beeldvormingstechnologie
6 (opto)mechatronica (industriële systemen/machines en apparaten)
7 kunstmatige intelligentie (AI) en data
8 energiematerialen
9 halfgeleiders
10 cybersecurity