De elektrificatie van bedrijven gaat steeds sneller, te snel om bij te benen met het uitbreiden van de netten. Gelukkig is voor het lenigen van de huidige nijpende netcongestie meer mogelijk. Demissionair minister Rob Jetten kiest voor ‘congestiemanagement’. Dat verplicht bedrijven hun overcapaciteit aan stroom tegen betaling in te leveren, ten faveure van collega’s die tekortkomen. Tegelijk wil hij de uitruil van stroom tussen buurbedrijven bevorderen, door het oprekken van regelgeving en met miljoenen aan subsidie. Oplossingen die weerstand oproepen. ‘Ook tegen betaling gaat hier niemand vermogen inleveren.’
– Met congestiemanagement komt er meer ruimte op het net en dus kunnen meer partijen worden aangesloten.
– Overgedimensioneerde bedrijven gaan geld verdienen aan capaciteit die ze niet nodig hebben.
– ‘Samenwerking maakt het op korte termijn mogelijk ruimte te creëren op het bestaande net.’
– Decentrale bottom-up systemen zijn vooralsnog illegaal.
‘Bedrijven met overcapaciteit willen die niet kwijt’
Enerzijds zijn er bedrijven die wachten op honorering van hun aanvraag voor een elektriciteitsaansluiting voor een nieuwe vestiging of voor uitbreiding van hun huidige pand. Afgelopen zomer waren dat er in Nederland al 5.600. Anderzijds zijn er tal van bedrijven die hun elektriciteitsvoorziening overgedimensioneerd hebben. Ooit, bij het afsluiten van het contract met hun energieleverancier, hebben ze extra ruimte voor verbruik toegewezen gekregen om vraagpieken te kunnen opvangen of vanwege groeiplannen. Capaciteit die ze in de praktijk zelden of nooit benutten, terwijl de groeiplannen maar in de la blijven liggen. Of die toewijzing is in de afgelopen jaren te ruim geworden, omdat ze energiezuiniger zijn gaan werken en zonnepanelen op het dak hebben gelegd.
Overcapaciteit vasthouden
Die tweede groep van bedrijven kan de knelpunten van die eerste groep verlichten. ‘Maar hier stuiten we op een van de grootste obstakels bij het verhelpen van de congestie’, vertelt David Kemps, sector banker industrie bij ABN AMRO. ‘Bedrijven met overcapaciteit willen die niet kwijt. De congestie raakt hen niet. Waarom zouden ze de problemen van andere bedrijven moeten gaan oplossen, zo vragen ze zich af.’ Kemps schreef recentelijk het rapport ‘Netcongestie: Indikken – oorzaken en oplossingen voor de toenemende druk op het elektriciteitsnet’, samen met onder meer zijn collega Peter van Ees, sector banker energie. Die illustreert: ‘Foodbedrijven zouden een bijdrage kunnen leveren door wat harder te koelen dan nodig op een moment dat er minder stroomvraag is. Zodat ze op het moment dat de stroomvraag stijgt, kunnen stoppen met koelen. Hierdoor daalt de totale vraag naar stroom op de piekmomenten. Maar die zullen dat pas doen als ze er zelf baat bij hebben.’
Congestiemanagement
Daarom verkent demissionair minister Jetten, in nauwe samenwerking met toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de netbeheerders of congestiemanagement een geschikte oplossing is. Congestiemanagement houdt in dat netbeheerders contracten sluiten met aangeslotenen (grootverbruikers en producenten van elektriciteit). Op een piekmoment verbruiken of leveren deze aangeslotenen dan tijdelijk minder elektriciteit. Zo komt er meer ruimte op het net en kunnen dus meer partijen worden aangesloten. De netbeheerder doet alleen een beroep op die partijen op plaatsen en tijden waar en wanneer daadwerkelijk fysieke congestie wordt verwacht. De netbeheerder vergoedt de aangeslotenen voor deze inspanning.
Deelnameplicht
Uit een evaluatie van de ACM blijkt echter dat ‘de markt en de netbeheerders elkaar nog moeilijk kunnen vinden’. Daarom wil Jetten een deelnameplicht voor congestiemanagement voor midden- en grootverbruikers. Wat inhoudt dat alle bedrijven (met een gecontracteerd vermogen boven een bepaalde grens) moeten aantonen welk deel van het gecontracteerde vermogen flexibel kan worden ingezet en welk deel niet. Voor het flexibele deel kiezen bedrijven zelf tegen welke prijs zij bereid zijn om minder elektriciteit af te nemen of te produceren. Bedrijven zijn verplicht om een bieding te doen voor het flexibele deel van hun vermogen. De netbeheerders kiezen vervolgens voor het piekmoment de goedkoopste bieding, aldus Jetten, medio oktober in een brief aan de Tweede Kamer.
Use it or lose it
Idealiter krijgt congestiemanagement een plek in een nieuwe Energiewet. Maar die laat nog jaren op zich wachten en daarvoor ontbreekt de tijd, gezien de oplopende stroomnood. Om die reden past de ACM in hoog tempo de eigen beleidsregels aan, om het net flexibeler te benutten. Inmiddels kunnen netbeheerders netcapaciteit terugnemen die eerder door bedrijven is gecontracteerd maar niet binnen maximaal twee jaar wordt benut, onder de noemer use it or lose it.
Kortom, de overheid wil afdwingen dat een bedrijf zijn overcapaciteit beschikbaar stelt. ‘Niet dat de wachtlijsten daardoor korter worden’, vindt Van Ees. ‘Er ontstaat niet structureel meer ruimte op het net, maar het lost wel de acute problemen op.’ Hij ziet er echter niets in als bedrijven alleen maar verplicht worden tot het afgeven van een prijs voor de stroomruimte die ze teruggeven. ‘Als ze voor een bepaald moment van de dag niks willen geven, zetten ze hun prijs gewoon hoog.’ Als neveneffect van de oplossing constateren de twee bankmannen dat overgedimensioneerde bedrijven geld gaan verdienen aan capaciteit die ze niet nodig hebben. ‘Geld dat de belastingbetaler zal moeten opbrengen.’
Gevraagd en gekregen
Q-Fin heeft net een nieuw pand in gebruik genomen. Behalve voor een deel van de eindassemblage van de ontbraammachines die het bedrijf uit Bergeijk op de markt brengt, is het nieuwe onderkomen bedoeld voor het showen en samen met de klant testen van handlingapparatuur rond die ontbraammachines. De nieuwbouw is voorzien van een 250 ampère-aansluiting rechtstreeks van het verdeelstation, vertelt directeur Anton Bax. ‘Ik heb die aansluiting meteen toen ik de grond kocht aangevraagd en gekregen. Dat was anderhalf jaar geleden. Toen waren er al de eerste signalen dat het krijgen van aansluitingen moeilijk zou kunnen worden, dus leek het me beter die problemen voor te zijn.’
‘Voor een van mijn panden kan ik nu achter in de rij aansluiten’
Bax, die meerdere bedrijven in Bergeijk heeft, is niet erg enthousiast over de congestiemanagementoplossing die Jetten voorstaat. ‘Het was altijd zo dat wanneer je piekbehoefte daalde de netbeheerder je aansluitwaarde automatisch wat verlaagde en weer verhoogde als je behoefte omhoog ging. Maar dat laatste doen ze niet meer. Voor een van mijn panden kan ik nu achter in de rij aansluiten. En ik ben niet de enige ondernemer in Bergeijk die daardoor getroffen is. Ook tegen betaling gaat hier niemand vermogen inleveren. Ik denk er nu over om zelf een kabel te trekken van mijn ene perceel naar mijn andere. Nee, officieel mag dat niet.’
Onderling wantrouwen
Behalve door congestiemanagement is het ook mogelijk het net beter te benutten met energiehubs of energiecoöperaties waarin buurbedrijven onderling stroom uitwisselen en samen investeren in opwek- en opslaginstallaties. ‘Als jij dankzij je panelen op een zonnige dag stroom over hebt, staat de huidige Energiewet echter niet toe dat je die levert aan je metaalbewerkende buurman die juist extra elektriciteit nodig heeft voor een grote lasersnijklus’, weet Kemps. ‘Dat is zo geregeld’, vult Van Ees aan, ‘omdat we ooit dit soort zaken juist aan de overheid wilden overlaten en niet aan de markt. De netbeheerders zijn verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud aan de netten. Je mag niet zelf een stroomkabel aanleggen die niet door de netbeheerder wordt beheerd. En dat is misschien maar goed ook. Want anders hadden we altijd te maken met tekorten op het net, omdat die netten dan “efficiënt” zouden zijn aangelegd door de markt.’
Daarom worden er nu onder het mom van pilots overal lokale deelprojecten gestart, met instemming van Jetten en de ACM, weet Kemps. Maar heel hard loopt dat nu ook weer niet, doordat bedrijven elkaar niet vertrouwen. Van Ees: ‘Energieleveranciers weten precies welk bedrijf op welke momenten hoeveel vermogen verbruikt en de trends daarin. Maar een Stedin of een Alliander mag die gegevens vanwege de privacywetgeving niet beschikbaar stellen aan een coöperatie. Bedrijvenparkmanagers of bedrijven moeten zelf vragen wie er stroom over heeft of wie hun overtollige stroom kan gebruiken. Maar ondernemers zijn dan toch al gauw beducht dat ze daarmee concurrentiegevoelige informatie prijsgeven of toekomstige uitbreiding verhinderen.’ Om die koudwatervrees te helpen verminderen, stelt het demissionaire kabinet 166 miljoen euro beschikbaar voor het Stimuleringsprogramma Energiehubs, voor de periode 2024-2030, aldus Jetten in de Kamerbrief.
Stroom uitruilen
Ook in Bergeijk wordt serieus nagedacht over een energiehub, vertelt Anton Bax. Hij laat op de diverse velden die zijn aangesloten op zijn hoofdverdeler instrumenten installeren die continu het stroomverbruik meten per veld – voor de kantbanken, de lasafdeling, de warmtepomp et cetera. ‘Met die informatie wil ik de piekvraag op het ene veld opvangen door stroom over te hevelen van het andere veld. Andere ondernemingen op dit bedrijventerrein willen hetzelfde doen, zodat we ook onderling stroom kunnen uitruilen.’ Bax weet dat die oplossing nog conflicteert met de huidige Energiewet. ‘Het mag nu nog niet, maar via de gemeente zijn we in gesprek met netbeheerder Enexis om toch toestemming te krijgen, zoals ook andere bedrijfsterreinen die hebben gekregen.’
Oplossing in samenwerking
Kemps en Van Ees besluiten hun rapport met de conclusie dat het oplossen van de netcongestie – naast nieuwe wetgeving om stroom met je buren te kunnen verhandelen en kortere procedures voor het uitbreiden en verzwaren van netten – vraagt om samenwerking. Samenwerking tussen bedrijven, met het bedrijvenparkmanagement, met ondernemersverenigingen, met netbeheerders, met gespecialiseerde dienstverleners en met provincies en gemeenten. ‘Juist samenwerking maakt het op korte termijn mogelijk ruimte te creëren op het bestaande net en over enkele jaren ten volle te profiteren van de snel veranderende wetgeving en de steeds betere en goedkopere techniek.’
‘Kijk eerst naar de ruimte op het huidige net, voordat je het verzwaart’
De technische oplossingen zijn er, vertelt Gerben Hilboldt. Hij kan het weten want Koolen Industries Products Group, waar hij ceo is, bestaat uit bedrijven die dergelijke oplossingen leveren. Zoals Vigor dat V2G-laadpalen biedt die ervoor zorgen dat de batterijen van elektrische auto’s benut kunnen worden voor de opslag van overtollige stroom of als bron van elektriciteit als er tekorten zijn. En zoals SmartGrid dat grote 500 kWh batterijsystemen bouwt die op bedrijfsterreinen kunnen helpen de vraag- en aanbodpieken op te vangen.
Maar voordat die worden ingezet, moet er allereerst goed gekeken worden naar de ruimte in de huidige elektriciteit-infrastructuur, stelt Hilboldt. ‘Bij het aansluiten van woningen, maar ook bij het installeren van wijkcentrales en middenstations nemen energiemaatschappijen en netbeheerders veiligheidsmarges. Is dat stapelen van marges wel echt nodig? En een groot deel van ons net bestaat uit drie fases. Als één fase over de kritieke veiligheidsgrens dreigt heen te gaan, is het dan niet mogelijk die vraag of dat aanbod over te hevelen naar een andere fase?’, zo luidt zijn retorische vraag.
Nu zal het benutten van die ruimte onvoldoende soelaas bieden, dus bepleit de ceo ook dat de overheid nu snel gesloten distributiesystemen (GDS’en) gaat toestaan. Daarbij is een bedrijventerrein via één hoofdaansluiting en een trafo verbonden met het net; de bedrijven zijn weer op deze trafo aangesloten. Daarnaast staat dan een batterijsysteem dat de pieken in vraag en aanbod van het bedrijvenpark opvangt, zodat het net er niet mee wordt belast.
Deze decentrale bottom-up systemen zijn vooralsnog echter illegaal. Met als gevolg dat ondernemers nu met stroomtekorten kampen, beluistert Hilboldt in zijn klantenkring. ‘Van hen hoor ik dat ze een aansluiting hadden voor zeg maximaal 500 kVA (kiloVolt-Ampère, red.). Maar omdat ze die piekcapaciteit een tijdlang niet hebben gebruikt, krijgen ze een brief van de netbeheerder met de mededeling dat hun aansluitwaarde verlaagd is naar 400 kVA. Voor verhoging moeten ze nu ineens achteraan in de rij aansluiten terwijl ze wel voor die 500 kVA blijven betalen!’
Hij weet dat het in strijd is met de huidige Energiewet als bedrijven op een bedrijvenpark elkaar van stroom voorzien. ‘Dan krijg je dus de rare situatie dat een ondernemer met zonnepanelen tijdens een zonnig weekend terug moet naar de zaak om die panelen af te zetten, op een moment dat zijn buurman met veel koelapparatuur die stroom goed had kunnen gebruiken.’
Het op grotere schaal mogen uitrollen van gesloten distributiesystemen biedt niet alleen ondernemers voordelen. Het helpt ook de ontwikkeling van een betrouwbaar predictief energiemanagementsysteem waar Koolen aan werkt. ‘Een intelligent systeem dat adequaat anticipeert op zon en wind en op vraag. Daarvoor zijn heel veel data nodig. Van netbeheerders, maar ook van opslag-assets.’
Met kritisch kijken naar de ruimte in het huidige net en het toestaan van GDS’en kan snel een groot deel van de congestie wordt opgelost zonder dat eerst een dure verzwaring van het net nodig is, aldus Gerben Hilboldt.