Journalisten zijn net mensen; in de verhalen laten ze hun eigen mening meestal niet doorschemeren, hooguit af en toe in een column, maar ze hebben die mening natuurlijk wel. Zeker Lucy Holl en Martin van Zaalen die al jaren de kar trekken bij Link Magazine. Want naast hun schrijfwerk zijn ze beiden actief betrokken bij hun politieke voorkeurspartij. Hoe kijken de mensen achter Link naar de industrie en naar de wereld? ‘Ik weet soms meer van de ontwikkelingen in de industrie dan de personen die ik interview.’
Martin van Zaalen en Lucy Holl over een kwart eeuw hoofd- en eindredactie
‘De meeste mensen hebben een verkeerd beeld over hoe Link Magazine wordt gemaakt’, zegt Lucy Holl in haar werkkamer annex eetkamer in een statig pand in Nijmegen-centrum. ‘Ze denken dat we met de hele redactie bij elkaar zitten’, weet Links eindredacteur die al bijna 25 jaar bij het magazine is betrokken. ‘Maar we zijn vanaf het begin al een virtuele organisatie.’ De uitgeverij van Link zit in Drunen. Alle andere medewerkers zijn freelancers, en wonen en werken verspreid over het hele land. ‘Omdat we vrijwel continu contact hebben, en heel intensief samenwerken, is er in al die jaren toch een sterke band ontstaan.’
Martin van Zaalen, tot begin dit jaar hoofdredacteur van Link en inmiddels een gewaardeerde ‘normale’ tekstschrijver, vult aan: ‘Ik heb het wel heel plezierig gevonden dat we elkaar zes keer paar jaar ook daadwerkelijk zagen, in levende lijve, tijdens de redactievergaderingen.’ Nadat Van Zaalen van zijn functie als persvoorlichter bij de Universiteit Twente overstapte naar de redactie van Link, heeft hij wel aan die fysieke afstanden moeten wennen, geeft hij toe. ‘We gingen op de universiteit altijd gezamenlijk lunchen, praatten over van alles en nog wat. Inmiddels is thuiswerken gewoon. Maar ik doe mijn interviews ook bij voorkeur met de mensen aan tafel.’ Hij komt de deur dus wel uit, wil hij maar zeggen. ‘Zelfs in coronatijd hebben we de redactievergaderingen altijd fysiek laten doorgaan; keurig op anderhalve meter natuurlijk.’
Wonderbaarlijk
Het familiegevoel in het Link-team komt naar boven als het gesprek verschuift naar de deadlinedruk waarmee alle redacties nou eenmaal te maken hebben. ‘Het is elke keer weer wonderbaarlijk dat er dan toch weer een blad op de mat valt, met alles erop en eraan’, zegt Holl. Want misgegaan is het nooit in al die jaren. ‘Maar dan werk je soms ook letterlijk dag en nacht door’, vertelt de eindredacteur die net als de vaste vormgever Aad Derwort uit Delft per definitie aan het eind van het productieproces staat. Van Zaalen: ‘Maar, Lucy, je bent ook veel te vaak over je grenzen heengegaan.’
‘We mogen best trots zijn op die industriële cultuur’
Holl relativeert snel: ‘Dat zie je ook in de industrie; iedereen loopt zichzelf wel eens voorbij. Als het af moet, dan moet het af. En dus wordt er doorgewerkt.’ Van Zaalen weer: ‘In een organisatie heb je mensen zoals Lucy nodig die zorgen dat het uiteindelijk allemaal op z’n pootjes terechtkomt. Ik denk dat dat de reden is dat we nooit een deadline hebben gemist.’
Openheid
Net als Link een familie is, is de Nederlandse industrie dat ook, reflecteert Holl. ‘Inclusief het gekibbel’, zegt ze lachend. ‘Maar we kunnen ook niet zonder elkaar. Je ziet die banden ook tijdens bijvoorbeeld de DISCA-bijeenkomst als iedereen geanimeerd met elkaar praat, en er heel wat zakelijke contacten worden gelegd of aangehaald.’
Van Zaalen ziet al die nauwe industriële relaties ook, ‘zeker in het Brabantse, waar het soms echt voelt als een gezellige familie’. Hij denkt dat die cultuur Nederland zeker geen windeieren heeft gelegd. ‘Ik heb ook veel Duitse bedrijven gesproken, maar voor dat je daar binnen bent, my goodness. Natuurlijk ben ik een buitenstaander, een buitenlander, maar ik denk dat als een buitenlands magazine belt met een Nederlandse manager die toch sneller genegen is tot een interview en tot openheid. We mogen best trots zijn op die industriële cultuur, met ASML als lichtend voorbeeld. Ik snap soms niet hoe het in andere landen überhaupt nog een beetje draait. Het is er veel geslotener, er heerst zo veel wantrouwen, terwijl openheid cruciaal is in samenwerkingen. Grotere landen hebben natuurlijk wel hun grote thuismarkt als belangrijk voordeel.’
Lef
Hoewel Link al jaren het grootste deel van hun tijd opslokt, zijn Holl en Van Zaalen dus allebei freelancers. ‘Ik heb veel gedaan voor bladen in het management, de zorg en HRM, maar de laatste tijd heb ik de meeste van die oude klanten eruit gegooid’, vertelt Holl. Wel doet ze nog de communicatie voor de botanische tuin Hortus Nijmegen, en voor het Duurzaamheidscafé dat debatavonden over duurzame onderwerpen organiseert. ‘Je moet de mensen prikkelen om te komen naar de evenementen die er worden gehouden. In die zin is het niet anders dan Link-verhalen: ook daar moet je lezers het verhaal binnentrekken, kietelen, en dus niet droog beginnen.’
Holl is van origine organisatiepsycholoog. Gaat ze in haar interviews wel eens naar die zachte kant? ‘We hebben ooit een serie gemaakt, Lef heette het, waarin ondernemers vertelden over hoe ze in hun zakelijke leven hun lef toonden. Dan werd het heel persoonlijk en kwamen er mooie dingen los.’ Ze vindt het een voordeel in al haar interviews dat ze vrouw is. ‘Want dan zit je niet als twee ego’s tegenover elkaar.’
‘Er wordt nog steeds net zo hard gemopperd over zaken zoals early involvement’
Tegelijkertijd merkt ze ook regelmatig het nadeel in de mannenwereld die de maakindustrie is. ‘Soms gaan ze dan uitleggen waar bijvoorbeeld een afkorting als ‘oem’er’ voor staat’, en ze draait met haar ogen. ‘Ik werk pas 25 jaar voor Link, en weet soms meer van de ontwikkelingen in de industrie dan de personen die ik interview.’
Journalistiek
Van Zaalen merkt op dat hij ook wel eens die ervaring heeft. ‘Gisteren belde ik nog met iemand die begon uit te leggen wat smart industry is’, glimlacht hij meewarig. Voor een gemiddelde journalist is dat wellicht nodig, dus hij begrijpt het wel. ‘Wij schrijven nou eenmaal over onderwerpen waarover je op een verjaardag niet zo maar met iedereen kan praten. Als ik zeg dat ik artikelen schrijf voor een blad voor de industrie, over samenwerking in de toeleverketen, haken mensen direct af. Daar hebben de professionals die ik interview natuurlijk ook last van, dus beginnen ze soms op niveau 0.’
Ook Van Zaalen heeft heel wat opdrachten naast Link gedaan, veelal in de industriële communicatie. ‘Sinds ik 60 ben geworden, ben ik die commerciële projecten aan het afbouwen’, vertelt hij. ‘De echte journalistiek zoals bij Link vind ik veruit het leukst om te doen. De industrie is een oneindige inspiratiebron, zeker als je er op een journalistieke manier naar kijkt.’
Dat er herhaling in de verhalen zit, realiseert hij zich echter goed. Op het moment dat hij een uurtje eerder de kamer binnenstapte en de oude Link-editie op tafel zag liggen, riep hij nog uit: ‘Er is helemaal niks veranderd.’ ‘Natuurlijk, de terminologie is zeker niet hetzelfde en de professionaliteit en de complexiteit zijn toegenomen, maar er wordt nog steeds net zo hard gemopperd over zaken zoals early involvement.’ Terwijl hij een van de oude nummers in zijn handen neemt, zegt hij: ‘Hier schrijven we dat bedrijven op een industrieterrein beter moesten gaan samenwerken. Het afval van de een kan de grondstof van de ander zijn. Ik schrijf nu aan een verhaal over netcongestie. En ook daar is een van de onderdelen dat naburige bedrijven moeten samenwerken om hun stroomverbruik slim op elkaar af te stemmen.’
Ontnuchterend
Holl en Van Zaalen zijn allebei zeer politiek geëngageerd. In de weken in aanloop naar de verkiezingen ondersteunen ze hun partijen – respectievelijk Partij voor de Dieren en Volt – actief. ‘Ik heb staan flyeren op het plein’, vertelt Van Zaalen. ‘Vind ik dat leuk? Niet heel erg, maar ik vind het ook niet vervelend. Wel is het ontnuchterend en zorgwekkend om te merken hoeveel mensen totaal niet geïnteresseerd zijn in de politiek. En er ook heel weinig vanaf weten. Een heel grote groep mensen kijkt alleen naar het poppetje. En dus is er de laatste jaren steeds een andere favoriet. Dat is het nadeel van de democratie, maar een beter systeem ken ik niet.’
Van Zaalen schreef mee aan het verkiezingsprogramma van Volt voor de Provinciale Staten van Overijssel. Dat ging onder meer over het Businesspark XL, een groot industrieterrein bij Almelo. ‘Daar staan vooral distributiecentra, oerlelijke dozen waar maar weinig mensen werken, met nauwelijks verbinding met de directe omgeving. En het personeel dat er werkt, bestaat vaak uit laagbetaalde arbeidsmigranten. Dan kunnen we die ruimte beter inzetten voor natuur of woningbouw.’ Hij plaatst er wel een voetnoot bij, want VDL ETG legt er de laatste hand aan nieuwbouw. ‘Dat soort partijen, met veel toegevoegde waarde, met suppliers in de regio, die moeten we natuurlijk wel de ruimte bieden.’
De belangrijkste reden voor Van Zaalen om zich aan Volt te verbinden, is de focus op Europa. ‘Kijk naar al het gedoe rondom ASML en zijn leveringen aan China. Demissionair minister voor Buitenlandse Handel Liesje Schreinemacher roept dan wel dat we in Nederland onze eigen keuzes maken, maar dat is natuurlijk niet zo. De EU kan dat in mijn optiek wel. Als er een goed Europees industriebeleid komt dat echt de belangen van Europa behartigt en waar we met z’n allen voor gaan staan. Helaas betekent dat in deze wereld ook dat er een Europees leger nodig is. Want anders doe je er blijkbaar niet toe op het wereldtoneel. Volt is daar voorstander van, niet omdat we dat zo graag gebruiken maar wel zodat we onder meer onze industriële positie kunnen afdwingen.’
Verantwoordelijkheid nemen
‘Ik heb een donkergroen hart’, zegt Holl over zichzelf. ‘Ik heb weliswaar geen kinderen aan wie ik een goede wereld wil nalaten, maar ik heb wel hart voor de natuur, voor biodiversiteit, voor dieren. Partij voor de Dieren is een beetje een geuzennaam; mensen lachen er soms om, maar de grote vraag is: kies je voor een leefbare wereld, of kies je voor nog meer winst, groei en vernietiging? Want op deze manier gaat de wereld naar de Filistijnen. Het vraagt echt een systeemverandering om de aarde weer leefbaar te maken.’
Ze ziet wel dat er wat op gang is gekomen. ‘Kijk naar Extinction Rebellion op de A12. Dat soort geweldloze acties spreken me erg aan’, aldus Holl die er zelf ook bij was als supporter. ‘Prikken in het systeem en klein leed vergeleken bij wat de wereld staat te wachten als we met z’n allen de verkeerde kant op blijven lopen. Partij voor de Dieren doet dat ook in de Kamer. Veel macht heeft de partij niet – daarvoor is het te klein – maar het heeft wel veel invloed via alle moties die het indient.’
Holl vindt dat bedrijven ook meer hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. ‘Ik veroordeel niemand, maar kijk eens wat er om je heen gebeurt. Alle ellende, natuurrampen, bosbranden, smeltende gletsjers. Dan ga je toch niet zitten afwachten totdat de overheid via allerlei regeltjes bepaalde zaken afdwingt?’
Van Zaalen antwoordt: ‘Ondernemers kijken allereerst naar het kortetermijnbelang van hun eigen bedrijf. Juist de overheid – en wat mij betreft de Europese overheid – heeft de positie en de instrumenten om wat aan klimaatverandering te doen, door met subsidies, maar vooral met heffingen, afhankelijk van de footprint van eindproducten, te gaan sturen.’
Holl houdt vol: ‘Bedrijven zouden actief een positie moeten innemen. Als je gaat innoveren, wacht je ook niet op een subsidiepotje, want je ziet dat het nodig is. Nou, we beseffen toch dat het mis gaat met de wereld? Waarom gaat dan toch bijna iedereen op de oude voet verder? Ondernemen is vooruitzien dus kijk wat je nu zelf kunt doen.’
Marc en William
Lucy Holl en Martin van Zaalen interviewden honderden mensen. Wie is ze het meest bijgebleven als persoon?
Martin: ‘Ik heb Marc Hendrikse altijd erg gewaardeerd. Hij weet precies wat hij zegt, komt na een interview nooit terug op zijn woorden en heeft bovendien een heel fijne verteltrant. Ik vind hem ook zeer charismatisch en rustig; hij moet een prettige manager zijn geweest in zijn NTS-tijd.’
Lucy: ‘Ik vond William Pijnenburg een fijne man. Helaas is hij veel te vroeg overleden, maar hij heeft als ondernemer een heel goed bedrijf opgebouwd. Altijd met oog voor zijn mensen. Altijd met respect en waardering. Zijn kinderen hebben zijn AAE samen met de nieuwe ceo Frank Mulder goed doorgezet.’