Glanzende verhalen over modulair ontwerpen zijn er al voldoende. Voor belangstellende bedrijven wordt het echt interessant als ze voorbij die schone schijn kunnen kijken. Dat was eind juni het geval bij IHI Hauzer Techno Coating in Venlo, tijdens de vijfde bijeenkomst van het Link-platform Smart Customization|CtO. De coatingmachines die Hauzer ontwikkelt zijn technologisch complex en elke klant heeft voor zijn toepassing specifieke wensen. In dat spanningsveld ging het aan de slag met modularisatie. Het leverde behartenswaardige lessen op. En ook succes: het aantal machines dat Hauzer, met dezelfde mensen, in een jaar kan opleveren, is al verdubbeld.
- ‘Wij ontwikkelen het coatingproces, de hardware en de applicatie.’
- Elke klant heeft specifieke wensen. Van oudsher vergde elke order dan ook de nodige engineer-to-order.
- Een Japanse manager vanuit het moederconcern zag mogelijkheden voor modularisatie.
- De introductie van modulair ontwerpen begon met het bepalen van productfamilies.
- Met behulp van een salesconfigurator wordt een machineorder gedefinieerd, waarbij voor klantspecifieke zaken een apart eto-traject wordt uitgezet.
‘Niet te onderschatten is de inspanning benodigd voor het onderhouden van de standaardmodules’
IHI Hauzer Techno Coating, onderdeel van een Japans concern met 30.000 medewerkers, levert plasma- en vacuümapparatuur voor het coaten van producten. ‘Wij ontwikkelen het coatingproces, de hardware en de applicatie’, vertelt coo Rik Smabers. ‘Dat doen we met 150 mensen hier in Venlo en 100 bij ons Zwitserse zusterbedrijf Bernex. Meer dan 40 procent is engineer.’ Het bedrijf heeft competence centers in Venlo, Barcelona en Shanghai. ‘Venlo’ bestaat nu 38 jaar en heeft in die tijd 550 machines afgeleverd (95 procent draait nog). Hauzer legt zich toe op ontwerp, assemblage en inbedrijfstelling (commissioning). ‘De meeste onderdelen laten we hier in Nederland maken, maar voor onder meer grote kleppen en speciale behuizingen kunnen we hier niet terecht; daarvoor moeten we bijvoorbeeld naar Zwitserland uitwijken.’
Coatingtechnologie
De technologie van Hauzer berust op het procedé van plasma vapour deposition. Dat werkt bij lage temperatuur met een hoge elektrische spanning om een zogeheten plasma te creëren van waaruit losse deeltjes neerslaan op het te coaten product. Bernex werkt dan weer met chemical vapour deposition, een chemische reactie bij hoge temperatuur om de gewenste coating te maken. Verschillende processen kunnen in één installatie worden gecombineerd en als turnkey leverancier doet Hauzer er desgewenst ook een reinigingsinstallatie van een andere partij bij, voor het reinigen vooraf. De machines worden gebruikt om uiteenlopende producten voor uiteenlopende doeleinden van een coating te voorzien. Dat varieert van het decoreren van sanitairproducten, horloges en brillen, tot het verduurzamen van gereedschappen waaronder frezen en mallen, tot het slijtvast maken van onderdelen van verbrandingsmotoren, zoals kleppen, lagers en zuigers. Klanten lopen dan ook uiteen van Grohe (sanitair) en Schaeffler (automotive) tot – in Smabers’ woorden – job coaters. De machines werken batchgewijs: grote aantallen producten worden tegelijkertijd in de proceskamer gecoat. In het competence centre in Barcelona wordt gewerkt met een inline-machine, voor coating als onderdeel van een complete productielijn. In Venlo worden ook inline machines gebouwd, voor het coaten van de bipolaire platen voor brandstofcellen; die moeten een belangrijke rol gaan spelen in de waterstofeconomie van de toekomst.
Vrijheid, efficiency, flexibiliteit
Kortom, de coatingmachines van Hauzer zijn technische hoogstandjes die een hoge processnelheid en betrouwbaar coatingresultaat moeten leveren. Als extra uitdaging heeft elke klant voor zijn toepassing specifieke wensen. Van oudsher vergde elke klantorder dan ook de nodige engineer-to-order (eto) inzet. Een Japanse manager vanuit het moederconcern zag mogelijkheden voor modularisatie. Reden voor Hauzer om aan de slag te gaan met modulair ontwerpen, vertelt engineeringmanager Jeroen Clabbers in zijn presentatie voor het Smart Customization|CtO platform. Hij trapt af met de uitgangspunten: enerzijds mocht het de vrijheid van sales om aan klantverzoeken te kunnen voldoen niet beperken, terwijl anderzijds de efficiency en de flexibiliteit van het engineeringproces moest worden verhoogd. ‘We wilden de meerkosten verminderen door urenoverschrijdingen te voorkomen en we wilden meer projecten parallel kunnen oppakken. Uiteindelijk gaat het erom dat engineers bezig zijn met ontwikkelen en niet met administreren.’
Productmanagement
Centraal in de nieuwe werkwijze van Hauzer staat de cto-eto-workflow. Met behulp van een salesconfigurator wordt een machineorder gedefinieerd, waarbij voor de klantspecifieke zaken een apart eto-traject wordt uitgezet. Clabbers: ‘Zo nodig doorlopen we voor de klantspecifieke ontwikkeling het complete V-model (een bekende ontwikkelaanpak, voor het specificeren tot en met valideren van een systeemontwerp, red.). Eto-modules blijven we na oplevering aan de klant in het vizier houden; daarvoor laten we een intern projectnummer openstaan. Het kan jaren duren, afhankelijk van de klant en de toepassing, voordat we zo’n module eventueel vrijgeven als standaard. Door zo’n projectnummer niet te sluiten, kunnen we bijvoorbeeld ook volgen of onze maintenance-instructie voor die eto-module wel correct is.’ Welke modules worden wel of niet standaard, wil gespreksleider Evert Rietdijk, ceo van Cellcius, weten. Dat hangt af van de salesvraag en de volwassenheid van het ontwerp van die modules, reageert Clabbers. Besluitvorming hierover is typisch de taak van productmanagement en die rol ligt binnen Hauzer bij sales. Dat roept enige verbazing op bij de toehoorders, maar Smabers heeft er alle vertrouwen in. ‘Onze salesmanagers zijn verstandige mensen met een engineeringachtergrond’, zegt hij met een glimlach.
Kick-off planning
De introductie van modulair ontwerpen begon met het definiëren van productfamilies: wat zijn binnen een familie standaardmodules, wat zijn opties en wat blijven specials? Clabbers: ‘Meer dan een jaar lang hebben we elke maandag een sessie gehad om de verschillende modules door te nemen.’ Vervolgens zijn de verschillende standaard- en optionele modules ondergebracht in de betreffende engineeringsystemen en het overkoepelende PLM-systeem. Van daaruit is de link gelegd naar het configuratiemanagement, waarmee Hauzer voor elke nieuwe klantorder de zogeheten kick-off planning doet. Daar zitten alle disciplines om tafel, zegt Smabers. ‘De configurator is een versimpelde versie van werkelijkheid. Uiteindelijk is daarom altijd nog een vertaalslag nodig die onze mensen moeten maken.’ Het resultaat van de hele exercitie is dat Hauzer nu vier standaardplatformen heeft voor zijn Flexicoat-machine in verschillende afmetingen. Daar moet de Flexiliner, de inline-machine die in Barcelona wordt ontwikkeld, nog bijkomen. Tot slot loopt op dit moment een studie naar standaardisatie van modules over de verschillende platformen.
Inkoopvoordeel
Clabbers geeft vervolgens een overzicht van de resultaten die Hauzer tot nu toe met modulair ontwerpen heeft behaald. Hij begint met het inkoopvoordeel dat te danken is aan de mogelijkheid om op (standaard)moduleniveau uit te besteden. ‘Daardoor hebben we binnen inkoop minder orderregels te verwerken, terwijl door pre-ordering van modules bestellen op afroep mogelijk is en de levertijd dus korter wordt. Uiteindelijk kunnen we bij standaardisatie de variatie in lead-time voor de verschillende modules en componenten beter beheersen.’ Bijkomend voordeel van het uitbesteden van modules is dat er bij Hauzer zelf veel minder assemblage-uren zijn vereist. ‘Voor de standaardmodules hebben we dus minder geschoolde monteurs nodig; die kennisdragers kunnen we nu op de complexe projecten zetten, waar ze echt noodzakelijk zijn.’ Ook interessant is dat het aantal engineeringuren bij Hauzer met 80 procent is afgenomen. ‘We hebben nu in de kick-off nog maar maximaal drie dagen nodig om een order voor een machine vrij te geven; voorheen duurde dat twee weken.’ Ten slotte zijn de machines ook nog eens beter te servicen, vanwege minder variatie in de machines zelf en de benodigde spare parts. Al met al heeft Hauzer de doorlooptijd van orders kunnen verkorten tot 22 weken, waarvan ze er acht of negen op de vloer in Venlo staan. ‘Als we dit alles niet hadden gedaan, hadden we vorig jaar niet het aantal uitgeleverde machines kunnen verdubbelen van twintig naar veertig, met hetzelfde aantal mensen.’
Change management
Het brengt Clabbers tot de conclusie van zijn verhaal, aan de hand van een aantal lessen die Hauzer met vallen en opstaan heeft geleerd. Natuurlijk moet de engineering-infrastructuur met de koppeling tussen de verschillende (informatie)systemen op orde zijn. Maar ook zoiets kleins als terminologie is belangrijk, want van oudsher gebruiken sales, engineering en inkoop vaak verschillende benamingen voor hetzelfde. De koppeling tussen hun systemen kan dan wel op orde zijn, als de uitgewisselde informatie niet consistent is in terminologie, liggen fouten nog op de loer. Ook niet te onderschatten, zo bleek bij Hauzer, is de inspanning benodigd voor het onderhouden van de standaardmodules en het bijbehorende change management. Een wijziging in een special is snel gemaakt, maar een verandering in een standaardmodule heeft op heel veel plekken consequenties en moet daarom zorgvuldig worden doorgevoerd. Clabbers: ‘Er is nog altijd sprake van onderschatting van de impact van changes op de keten. Waarom moeten we al die administratie doen, vragen engineers zich af.’
‘Bij ons zijn de mensen gewend aan verandering en verbetering, van product tot organisatie’
Voor het organiseren van het change management heeft Hauzer niet gekozen om dat in PLM onder te brengen, onder meer omdat de softwareafdeling daar (nog) niet mee werkt. ‘Wij hebben dat in onze Sharepoint-portal ondergebracht; zo kunnen we goed de opvolging van alle benodigde acties monitoren.’ Nadeel van deze oplossing is wel dat de historie van de changes niet meteen zichtbaar is, tekent Eric Koster, junior manager mechanical engineering van Moba aan. ‘Engineers willen kunnen nazoeken wat de aanleiding voor een change was, welk problem report er aan ten grondslag lag; dat is juist in PLM vastgelegd.’ Vanuit de softwarewereld zijn er ook wel geschikte oplossingen, weet Lars van Gerven, lead engineer van MTA. ‘Wij werken met een systeem dat als bug tracker voor software is opgezet. Dat gebruiken we nu voor mechanica, elektronica en software, de hele mechatronica.’ Clabbers noteert meteen de naam van het systeem, Mantis. Het is nooit te laat voor verandering.
Masseerwerk overbodig
Over verandering gesproken: was er geen weerstand tegen de transitie naar modulair ontwerpen, wil Rietdijk weten. ‘Was er geen masseerwerk nodig?’, haakt managementconsultant Thijs Schepman van IPL Advies aan. ‘In onze projecten voor smart customization zien we dat dat toch vaak de eerste stap moet zijn, om interne weerstand weg te nemen.’ Bij Hauzer was het niet nodig, zegt Clabbers. ‘Bij ons zijn de mensen gewend aan verandering en verbetering, van product tot organisatie. Het gaat bij ons om complexe machines, waarvoor de verschillende afdelingen afhankelijk van elkaar zijn. Daardoor zijn mensen flexibel en hebben ze de juiste mindset.’ Die constante prikkel tot verandering komt vooral van de klanten met hun specifieke eisen, vult Smabers aan. ‘Veel is ook te danken aan de Japanse manager van wie het initiatief kwam. Die heeft hier veel gedaan en ons op het spoor van modulair ontwerpen gezet. Hij had meer visie dan ik’, klinkt het bescheiden.
Verdieping
Na vijf bijeenkomsten in een jaar tijd is het Smart Customization|CtO platform toe aan verdieping, ook al wordt de rode draad tot dusver – bedrijven die bij elkaar in de keuken kijken en van elkaar leren – gewaardeerd. In een brainstorm, voortgezet tijdens het buffet na afloop van de bijeenkomst in Venlo, gaan meerdere ideeën over tafel. Als veel machinebouwers op een vergelijkbare manier met modularisatie bezig zijn en daar ook suppliers bij betrekken voor het leveren van standaardmodules, is het dan niet mogelijk om dit soort bedrijfsprocessen veel meer te standaardiseren over bedrijven heen, vraagt uitgever John van Ginkel van Link Magazine zich af. In samenwerking met een (technische) universiteit zou daar onderzoek naar kunnen worden gedaan, suggereert Koster, om op zoek te gaan naar de gemene deler in de processen bij verschillende bedrijven. Het Servitization-platform(ESCF), dat ook door Link is opgezet en nauwe banden heeft met de TU Eindhoven, heeft die stap naar wetenschappelijk onderzoek inmiddels gezet. Zelf kunnen bedrijven natuurlijk al aan de slag gaan met process mining, vult Maarten Hummelen, marketingdirecteur en mede-eigenaar van GSE Dispensing, aan: ‘meten’ aan engineeringprocessen om bijvoorbeeld te kijken hoe vaak en in welke gevallen configuratie volstaat en hoe vaak nog eto nodig is.
Of is het juist slim om aan te sluiten bij de trend van verduurzaming? Modularisatie en standaardisatie gaan immers ook over efficiënt gebruik van resources en hergebruik van modules. De initiatiefnemers van het Smart Customization|CtO platform, Link Magazine en de bedrijven IPL, MTA, Yellax en Post en Dekker, gaan zich beraden over een smart customized vervolg.
Platform Smart Customization|CtO
Het platform Smart Customization|CtO is vorig jaar gestart op initiatief van Link Magazine en een viertal experts in configure-to-order (cto): IPL Advies (ERP-selectie en -implementatie, organisatieverandering voor smart customization), system supplier MTA Group (industrialisatie voor seriematige productie), Post en Dekker engineers & consultants (modularisering van productfamilies) en Yellax (automatisering van elektrotechnische engineering). Cto komt voort uit het ontwikkelen van producten zoals apparaten en machines vanuit een klantgerichte gedachte, met modularisatie als basis. Elk product wordt met configure-to-order klantspecifiek opgebouwd uit slim gedefinieerde standaardmodules. Die modules kunnen in verschillende varianten beschikbaar zijn. Vervolgens is met slechts beperkte of zelfs helemaal geen engineer-to-order vrijwel elke klantvraag efficiënt af te dekken; vandaar de term smart customization. Het Link-platform wil bedrijven helpen om met cto de stap naar de praktijk te zetten en daarvoor de (bedrijfsculturele) drempels te slechten die er liggen bij engineering, sales en ict.
Aan de vijfde bijeenkomst, bij IHI Hauzer Techno Coating in Venlo, namen naast de initiatiefnemers de volgende bedrijven deel: GSE Dispensing, ontwikkelaar van doseersystemen voor inkt en verf; Loods Business, managementconsultancy; Moba, ontwikkelaar van eiersorteermachines; en Q-Fin, bouwer van ontbraam- en slijpmachines. Gespreksleider was Evert Rietdijk, die na een lange loopbaan in de hightech maakindustrie onlangs ceo werd van Cellcius, een start-up op het gebied ven energieopslag.