Was bedrijfshuisvesting eerder zo veelomvattend als nu? Verduurzaming en circulariteit staan hoog op de agenda, bedrijven moeten voldoen aan wet- en regelgeving zoals de Europese CSRD. Denk bovendien aan de schaarse ruimte en de uitdagingen rondom netcongestie. Bij Hercuton en Woody Builders, beide onderdeel van JAJO Bedrijfshuisvesting, herkennen ze de complexe thematiek in de bouw. Daarom zet de bedrijvengroep in op een bredere dienstverlening, niet in de laatste plaats voor de maakindustrie. ‘Er is veel intrinsieke motivatie voor duurzame keuzes.’
Klantondersteuning verplaatst zich naar buiten de bouwplaats
Bouwen wordt meer dan ooit adviseren, merken ze bij JAJO Bedrijfshuisvesting. De bouwplaats blijft uiteraard belangrijk voor de bedrijvengroep, deels gevestigd in het Brabantse Nieuwkuijk. Maar met de hoge vlucht die bijvoorbeeld prefab bouwen heeft genomen, is de eigen organisatie op zo’n proces inmiddels wel ingericht. Nee, laat het ze dan voor de toekomst vooral zoeken in diensten rondom de bouwactiviteiten. En vroegtijdig om tafel gaan met de klant, juist nu bedrijfshuisvesting van zoveel factoren afhangt.
‘Uiteindelijk draait het om een gaaf gebouw. Functioneel en esthetisch in orde, en voorzien van de groene standaard van de toekomst. Dat vraagt om de juiste keuzes bij het ontwerpen en ontwikkelen, en daar kunnen we de klant goed bij helpen.’ Zo is er bijvoorbeeld de eigen duurzaamheidsconfigurator. Die hebben Woody Builders en Hercuton zelf gebouwd, om voor de klant te voorspellen wat een investering in verduurzaming vraagt en oplevert. ‘We gebruiken de configurator al in een vroeg stadium, nog voor het ontwerp. Dat levert meer op dan wanneer we eerst ontwerpen en later terugkijken op de impact ervan.’
Voor de strijd om personeel
Job Kuijpers, commercieel manager bij Woody Builders: ‘Wat is de juiste keuze aan elementen, hoe komen we tot de beste combinatie van hout, staal en beton? En hoe kunnen we voor opdrachtgevers optimaal voldoen aan hun duurzaamheidseisen? Zulke thema’s bepalen steeds meer onze toegevoegde waarde.’
‘Het kantoor wordt steeds vaker een ontmoetingsplaats voor medewerkers’
Het is een kwestie van tijdig anticiperen. Van klanten bij de hand nemen en ze laten zien wat mogelijk is, wat Woody Builders zelf doet met hout. Kuijpers is een enthousiast pleitbezorger van het materiaal: het kan worden hergebruikt en draagt bij aan een circulaire economie. ‘Denk bovendien aan de war on talent. Mensen werken graag in een omgeving met veel hout. Een aantrekkelijk gebouw helpt bedrijven zich te onderscheiden, voor klant en personeel.’ De locatie en het type bedrijf spelen uiteraard een belangrijke rol. ‘Maar we merken dat klanten inderdaad anders naar hun pand gaan kijken. Het kantoor wordt steeds vaker een ontmoetingsplaats voor medewerkers.’
Totale levensduur
Job Kuijpers vertelde twee jaar geleden in Link Magazine over het omslagpunt voor grootschalig gebruik van hout in de bouw. Op dat moment is het nog wachten, de lineaire economie blijft vooralsnog leidend. Maar meer interesse in hout is er wel degelijk, benadrukt Kuijpers. Zo realiseert Hercuton in Zeeuws-Vlaanderen een distributiecentrum met een hybride constructie die onder meer 5.000 kubieke meter aan hout omvat. Geen enkel ander gebouw in Nederland heeft zoveel van datzelfde materiaal, benadrukt Kuijpers. ‘De initiële investering in hout is weliswaar groter dan die voor beton. Maar kijk je naar de restwaarde van beide materialen, dan is het een ander verhaal. De circulaire bijdrage van beton is veel kleiner, hout kan over de totale levensduur van een gebouw vaak gunstiger uitpakken.’
Link magazine juli/augustus 2024 Thema Mens, Cultuur, Organisatie & Productiviteit. Lees Link magazine digitaal of vraag een exemplaar op bij mireille.vanginkel@linkmagazine.nl
De juiste keuze aan elementen, de optimale combinatie van hout, staal en beton. Ze bepalen steeds meer de toegevoegde waarde van een bouwer, zegt Job Kuijpers, commercieel manager bij Woody Builders.
De drive bij bedrijven om voor houtbouw te kiezen, neemt toe, merken ze bij de bouwgroep. Bovendien is er een impuls via wet- en regelgeving. Een voorbeeld is de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die bedrijven verplicht om vanaf dit jaar te rapporteren over de eigen impact op mens en milieu. ‘Financiers gaan daarin mee’. ‘Heeft een bedrijf plannen voor nieuwbouw? Dan krijgt het niet meer zo makkelijk een lening wanneer het uitgaat van het minimale duurzaamheidsniveau binnen het Bouwbesluit.’
Meer brownfields
Gesproken over die nieuwbouw: zie als ondernemer maar eens een geschikte locatie te vinden. Bouwen op een onontgonnen locatie – een zogeheten greenfield – wordt steeds lastiger. Grond is schaars, beschikbare netaansluitingen zijn er niet of nauwelijks en de acceptatie om groene ruimte op te offeren neemt af. Vandaar dat de focus voor nieuwbouw verschuift naar renovatie of reeds bebouwde locaties, oftewel brownfields. ‘We zetten er met klanten steeds vaker op in’, vertelt Kuijpers. ‘Een paar jaar geleden was het aandeel brownfields nog zo’n 5 procent, inmiddels ligt dat op 15 procent. Ik verwacht dat we over drie tot vijf jaar op zo’n 50 procent zitten.’
De voordelen van een brownfield zijn evident, al komt zo’n locatie ook met uitdagingen zoals soms een grondige bodemsanering. Daarnaast geldt per brownfield al snel een specifiek eisenpakket, dat de doorlooptijd van een project behoorlijk kan verlengen. Kuijpers en collega’s bieden de klant daarom onder meer een quickscan, die de potentie van een locatie checkt op bijvoorbeeld flora en fauna en beschikbare stroomaansluitingen. Voor dat laatste is er een raamovereenkomst tussen JAJO en een gespecialiseerd energiebedrijf, die bovendien merkt dat de overheid zich actiever opstelt. ‘Gemeenten willen de bedrijvigheid behouden en denken daar strategisch over na, met bijvoorbeeld opties voor tijdelijke ruimte voor bedrijven.’
Aan de keukentafel
Zoveel opdrachtgevers, zoveel projecten. Behoeften en omstandigheden verschillen keer op keer, en dat vraagt om maatwerk. Uitdagend is het in elk geval, erkennen beiden. Toch biedt juist die diversiteit bouwbedrijven mogelijkheden om zich te onderscheiden, wat volgens Kuijpers zeer zeker geldt voor klanten in de maakindustrie. ‘Het gaat vaak om familiebedrijven. Beslissingen worden er bij wijze van spreken aan de keukentafel genomen, en er is veel intrinsieke motivatie voor duurzame keuzes.’
‘Tijdens een project gebeuren er soms zaken die vooraf niet waren voorzien. Dan komt het erop aan om daar samen met alle partijen een oplossing voor te vinden. Het is prettig als dat besef er bij iedereen is, vaak leveren juist die projecten de mooiste klantrelaties op.’
