Festo Didactic onderwijst de universele taal van techniek, rekening houdend met regionale verschillen.

0

Hoe leidt je als internationaal opererende organisatie mensen op uit verschillende culturen en met uiteenlopende opleidingsniveaus? En dan ook nog binnen de normen en waarden van je bedrijf? Met die vraag is Marcel Pleijsier, clustermanager Noordwest Europa bij Festo Didactic, dagelijks bezig. In zijn rol zorgt hij dat bedrijven de beschikking krijgen over technisch goed geschoold personeel. In dit artikel deelt hij zijn ervaring met opleiden in de maakindustrie, met omgaan met culturele verschillen en wat bedrijven zelf kunnen doen om hun arbeidsmarkt te verbeteren.

Al ruim zestig jaar is Festo Didactic een begrip op het gebied van technische opleidingen over de hele wereld. ‘Een krappe arbeidsmarkt met te weinig goed geschoold technisch personeel. Dat speelt nu, maar uit diezelfde nood is in 1965 Festo Didactic geboren. We zijn van oorsprong een producent van houtbewerkingsmachines. In de jaren 60 ontdekte onze oprichter de technologie achter pneumatiek en wilde dat toepassen op de zaagtafels. Het probleem was dat bijna niemand in Europa bekend was met deze vorm van werktuigbouwkunde. Daarom besloten we om zelf mensen op te gaan leiden. Zo ontstonden de eerste cursussen. Toen al met een theoretisch én praktisch deel. Want pas als je zelf iets gaat bouwen, aansluiten en testen leer je echt wat de mogelijkheden zijn van techniek.’

 Directe vertaling naar praktijk

Inmiddels biedt Festo Didactic technische opleidingen wereldwijd aan voor bedrijven én onderwijsinstellingen. Pleijsier glimlacht: ‘Pneumatiek vormt slechts een fractie van ons aanbod. We bieden ook opleidingen voor elektronica en elektrotechniek, procesautomatisering, fabrieksautomatisering en meer. Binnen onze Festo Learning Experience is ons lesmateriaal in meer dan tien talen beschikbaar. Van Nederlands tot Pools, Chinees en Engels. We beschikken over een gigantische bibliotheek vol met kennis, die continu wordt bijgewerkt.’

Belangrijk daarin is volgens Pleijsier dat Festo niet alleen de theorie, maar ook oefenmateriaal biedt. ‘We ontwikkelen praktijkopstellingen die bedrijven en scholen op locatie kunnen gebruiken. Denk aan een opstelling voor laadpalen van elektrische auto’s met qua soft- en hardware echt alles erop en eraan. We leveren de leerboeken voor docenten en leerlingen om de laadpaal te installeren, storingen te zoeken en te repareren. Onze opleiding is relevant, omdat het een directe vertaling is naar de praktijk. Gelukkig mag je hier nog volop fouten maken’, zegt Pleijsier met een knipoog.

Focus op inhoud, niet het merk

Waarom werkt de aanpak van Festo Didactic volgens Pleijsier zo goed? ‘We leiden geen mensen op om alleen maar met Siemens, Turck of ABB uit de voeten te kunnen. Een voorbeeld: het programmeren van een PLC is voor merk X niet totaal anders voor merk Y. Het gaat erom dat we mensen opleiden om op de juiste manier kennis toe te passen waarmee ze veilig een machine kunnen besturen. Als ze dat kunnen, zijn ze ook veel breder inzetbaar en kunnen bedrijven ook mensen uitwisselen met elkaar. Dat geldt niet alleen voor programmeurs, maar voor leerlingen van alle vakopleidingen.’

Ook is het belangrijk dat opleidingen rekening houden met technologische en wettelijke verschillen per regio. Pleijsier: ‘We zien dat er verschillende standaarden worden gehanteerd in Europa, Noord-Amerika en Azië. We baseren onze lesprogramma’s op de voorkeuren in de industrie. Zo is KNX bijvoorbeeld in Europa de standaard in domotica of gebouwautomatisering voor woningen en gebouwen. Bijna alle bedrijven ondersteunen dat, dus bieden we het ook aan. We zijn echter nooit aan een merk gebonden. Daarnaast verschillen de opleidingsprogramma’s per regio door de wettelijke vereisten die worden gesteld aan onderwijs, veiligheid en andere zaken. Daar sluiten we het onderwijs op aan. Het grote voordeel is dat we via onze zuster Festo met één been in de industriële automatisering staan. We signaleren snel de trends en spelen daarop in met onze opleidingen.’

blank

Link magazine special 2024: The Dutch High-Tech Industry and the European Ecosystem: stronger together. Read this edition digital.

 Techniek is universele taal

Daarnaast ziet Pleijsier binnen Festo en andere organisaties dat er steeds vaker mensen van verschillende culturen bij elkaar ‘in de klas’ zitten. Hoe breng je die bij elkaar? ‘Techniek is een universele taal die mensen van verschillende achtergronden verbindt. Dat vormt een belangrijke basis. Daarna kun je kijken waar nog meer raakvlakken liggen tussen mensen. En bij Festo zelf kijken we natuurlijk goed of die mensen ook binnen de cultuur van onze organisatie passen. Daarvoor hebben we ons programma Fit for Change waarin we mensen leren hoe wij willen acteren in deze industrie en hoe we samen onze klanten succesvol maken.’

 Vakman of slechte leerling

Pleijsier merkt op dat culturele verschillen wel van invloed zijn op de populariteit van technische opleidingen. ‘Als je in Duitsland iets met je handen doet ben je een meister (een vakman). Maar als je in Nederland of België een techneut bent, denken mensen dat je niet zo goed kan leren. Dat is toch vreemd. Bedrijven spelen een belangrijke rol in het veranderen van dat beeld over vakmanschap en techniek. Want we hebben vakmensen keihard nodig! Hoe bereiken we dat? Door de samenwerking tussen het bedrijfsleven en onderwijs meer te stimuleren. In Duitsland investeren bedrijven jaarlijks miljoenen in nieuwe techniek voor onderwijsinstellingen in de regio. Dat is misschien nog wel slimmer dan een eigen bedrijfsschool starten. Want de mensen die je zelf opleidt, blijven echt niet hun hele leven bij je plakken. Beter is als samenleving te investeren in goed regulier onderwijs, zodat je jaarlijks nieuwe aanwas krijgt die breed opgeleid is.’

 Wereldkampioenschappen

Door vakmanschap te promoten, denkt Pleijsier dat ook jonge mensen meer interesse gaan krijgen in een carrière binnen de maakindustrie. ‘We zijn zelf sponsor van WorldSkills. Dat zijn de wereldkampioenschappen voor leerlingen en studenten die een niet-academische beroepsopleiding volgen. Ieder jaar gaan we op zoek naar de beste stukadoor, mechatronicus, webdesigner en heel veel meer. Eerst nemen de beste vakmensen op landelijk niveau het tegen elkaar op en de winnaars mogen door naar de wereldkampioenschappen. Alleen al in Nederland lopen zo veel jonge mensen rond met liefde en passie die dag en nacht bezig zijn met techniek. Dat stemt mij hoopvol. En dat zijn de mensen waar we graag in contact mee komen. Zij zijn onze toekomst. Jammer alleen dat er in Nederland zo weinig aandacht voor is. Het lijkt wel alsof er geen belangstelling is voor mensen die écht iets kunnen. Tijd voor meer publiciteit!’

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics