Heeft u klanten die meer dan 40 miljoen euro omzetten? Dan had u dus vorige maand al moeten beginnen met het vergaren van niet-financiële ESG-data over wat u uw klant toelevert. Goede kans dat u dat niet gedaan heeft. En dan bent u bent niet de enige: vier van de vijf Nederlandse bedrijven voldoen nog niet aan de normen die worden gesteld door de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van de Europese Unie. Die wetgeving gaat eerst voor heel veel ongemak en frustratie in de keten zorgen, pas daarna voor meer duurzaamheid, zo verwachten advocaten van Pinsent Masons.
– Elke standaard bevat zo’n vijftig pagina’s aan voorschriften.
– ‘Brancheorganisaties zouden ondersteuning moeten bieden bij het pragmatisch omgaan met de CSRD-verplichting.’
– ‘De prijzen zullen door deze regelgeving omhooggaan’
– ‘Met volledige digitalisering van de keten kunnen bedrijven aantonen dat hun processen werkelijk zo groen zijn als ze beweren.’
Europese Green Deal-wetgeving, die ervoor moet zorgen dat de samenleving in het algemeen en de industrie in het bijzonder klimaatneutraal zijn in 2050, conform het Klimaatakkoord van Parijs, biedt een uitstekend verdienmodel voor accountancy en advocatenkantoren. Want mechanisms en directives als de CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) en de CSRD nopen volop tot verantwoording en zijn vruchtbare grond voor een veelheid aan conflicten in de toeleverketens.
In elk geval de komende decennia. Valérie van den Berg, litigation partner van advocatenkantoor Pinsent Masons in Amsterdam, denkt dat er nog wel twintig jaar overheen gaan voordat de hele keten, mondiaal, volledig is gedigitaliseerd en alle van EU-wege vereiste data compleet en verifieerbaar geautomatiseerd kan aanleveren. Haar collega Wouter Seinen, partner en vestigingsmanager, is nog iets pessimistischer en houdt het op dertig jaar, in de eerste plaats vanwege de weerstand tegen die digitalisering van de keten. ‘Ondernemers zien het voordeel ervan, maar denken dan toch: “Waarom zou ik mijn data beschikbaar stellen terwijl mijn concurrent dat niet doet? Het brengt ook nog eens kosten en risico’s met zich mee en ik heb het nu al druk genoeg!” Ik snap dat wel.’
Twaalf standaarden, vijftig pagina’s
Het interview met de twee advocaten vindt plaats in hun splinternieuwe kantoor aan de ‘Amsterdamse kant’ van de Zuidas, met uitzicht op de hoogbouw van concullega’s en de banken. De focus van het gesprek ligt op de CSRD, de directive die op 1 januari dit jaar is ingegaan en per die datum grote bedrijven (met meer dan 250 medewerkers en meer dan 40 miljoen euro omzet per jaar) verplicht een zeer grote hoeveelheid niet-financiële data aan te leveren over de resultaten van het gevoerde ESG-beleid (Environmental, Social and Governance). Niet alleen over resultaten van de eigen processen, maar ook over die van hun waardeketen, ongeacht de omvang van de toeleveranciers daarin. En onverschillig of ze om de hoek in Brabant gevestigd zijn of ergens op het Indiase platteland.
‘Wat precies moest worden aangeleverd, is lang onduidelijk gebleven’
Het gaat, zo maakt Van den Berg meteen duidelijk, over heel, heel veel data. ‘Wat precies moest worden aangeleverd, is lang onduidelijk gebleven. Maar eind juli – ja, toen pas – heeft het Europees Parlement twaalf ESRS-standaarden (European Sustainability Reporting Standards, red.) aangenomen.’ Elke standaard bevat zo’n vijftig pagina’s (zie ook het kader) aan voorschriften voor het aanleveren van data binnen een bepaald ESG-thema. ‘Een ervan gaat bijvoorbeeld in op de arbeidsomstandigheden. Dan wordt onder meer gevraagd naar de arbeidstijden en hoe die worden geborgd, naar seksuele intimidatie van vrouwen, hoe vaak dat voorkomt en wat het protocol is om dat te voorkomen, en hoe de veiligheid op de werkvloer geregeld is’, illustreert ze.
Tekenen voor datalevering
Begin volgend jaar moet de accountant van die CSRD-plichtige bedrijven niet alleen de financiële cijfers over 2024 controleren, maar ook checken of al deze niet-financiële gegevens zijn aangeleverd. ‘Vooralsnog’, aldus Seinen, ‘hoeft die alleen te na te gaan of de informatie er is, niet of het klopt. Een bedrijf kan dus volstaan met de vermelding dat bijvoorbeeld op alle bewerkingsmachines wordt gewerkt met de veiligheidskappen naar beneden. Maar het zal ook het protocol moeten overleggen dat wordt gevolgd om de veiligheid op de werkvloer te handhaven. Net zoals het kopieën moet verstrekken van de certificaten die zijn ontvangen voor de werknemers die het afgelopen jaar de verplichte opfriscursus Veiligheid hebben gevolgd.’
Die informatie moet digitaal worden aangeleverd. Maar welke data precies en in welk format is nog volkomen onduidelijk, betoogt Van den Berg. ‘Ja, ook dat metaalbedrijfje van vijf man, waar de manier van veilig werken gewoon in het hoofd van de medewerkers zit, kan door zijn grote klant worden gevraagd dat op schrift te stellen. Maar hun informatie zal ook moeten kunnen worden vergeleken met die van andere ondernemingen. In welk digitaal format en op welke manier de data moeten worden aangeleverd, en welke KPI’s moeten worden geduid, is absoluut nog niet uitgewerkt.’
Desalniettemin moeten industriële bedrijven met die dataverzameling vorige maand zijn begonnen. Niet alleen de grote oem’s als ASML, Philips en Vanderlande, maar ook hun duizenden toeleveranciers. ‘Juristen’, steekt Seinen de hand in eigen boezem, ‘zijn in aanleg lui. Dus een jurist van ASML zal in een contract dat met toeleveranciers wordt gesloten, opnemen dat die moet voldoen aan het leveren van alle data waartoe de CSRD verplicht. Over zaken als arbeidsomstandigheden, milieu-impact, waterverbruik, afvalproductie, et cetera. Wat die verplichting precies inhoudt, welke informatie exact moet worden toegeleverd, wordt niet uitgewerkt, maar de supplier moet er wel voor tekenen. Als de accountant van de klant het jaar daarop diens niet-financiële boeken gaat controleren, zal hij om allerhande data en bewijzen daarvan vragen die de toeleveranciers niet hebben geleverd en niet kunnen leveren omdat zij ze niet hebben verzameld.’
Slim aanleveren
Nu zal de soep in geval van ASML niet zo heet worden gegeten, verwacht Seinen. ‘Want dat bedrijf heeft het in zijn cultuur om toeleveranciers goed te begeleiden in wat en hoe ze moeten engineeren en produceren. Maar veel uitbesteders in sectoren als de chemie en de automotive hebben dat niet in hun genen. Dan krijgt de boekhouder van die mkb’er in Bergeijk te horen van zijn klant: “Sorry, maar PwC vindt het nog niet volledig genoeg.”‘ Het is dan ook een kwestie van handig omgaan met het aanleveren van informatie. ‘De accountant moet assurance geven, wat inhoudt dat hij bevestigt dat de aangeleverde informatie aan de daarvoor geldende eisen voldoet. Dan kan het slim zijn om op de vraag naar het aantal incidenten op de werkvloer alleen die te vermelden die persoonlijk letsel hebben veroorzaakt. Dat scheelt dan in de uitgebreide informatie die moet worden verstrekt over wat er is gedaan om nieuwe incidenten te voorkomen, en het kan voldoende zijn om aan de CSRD rapportage-eisen te voldoen.’
Hulp bij het pragmatisch met de CSRD-verplichting omgaan, is wat de twee advocaten betreft iets voor brancheorganisaties. ‘Het is de vraag of die daartoe al in staat zijn, maar zij zouden die ondersteuning moeten bieden. Je accountant mag en zal dat niet doen’, aldus Seinen. En dat heeft niets met mankracht te maken, maakt Van den Berg duidelijk: ‘De big four (Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PwC, red.) hebben vanwege de inwerkingtreding van de CSRD en de CBAM alleen al in Europa 100.000 medewerkers extra aangetrokken. Om klanten te helpen de wetgeving te implementeren. In feite om te zorgen dat ze in 2050 volledig CO2-neutraal zijn, conform het Parijse Klimaatakkoord.’
Impuls aan circulair
Waarmee het gesprek komt op de upside van de nieuwe wetgeving. Van den Berg: ‘Ik werk voor de scheepvaart. Rederijen zeggen mij dat ze wel kunnen overschakelen naar schonere brandstoffen, maar dan toch nog maar 10 procent CO2-uitstoot voorkomen. Meer is nu simpelweg technologisch niet mogelijk en de extra kosten zullen uiteindelijk moeten worden doorberekend aan de klant en de consument. De prijzen zullen door deze regelgeving omhooggaan. Maar dat kan wel een impuls geven aan meer circulair ontwerpen en produceren, wat veel transport scheelt. En met volledige digitalisering van de keten vanwege de CSRD kunnen bedrijven nu aantonen dat hun processen werkelijk zo groen zijn als ze beweren.’
‘Mijn dochter van 15 vroeg me laatst: “Wat doe jij eigenlijk om klimaatverandering te voorkomen?” Ik wil met mijn juridische instrumenten bijdragen aan verdere verduurzaming van de wereld. Anders hebben we straks geen wereld meer en voor zo’n toekomst heb ik geen kinderen gekregen.’
De twaalf European Sustainability Reporting Standards
ESRS 1 | Algemene vereisten |
ESRS 2 | Algemene toelichtingen |
ESRS E1 | Klimaatverandering |
ESRS E2 | Verontreiniging |
ESRS E3 | Water en mariene hulpbronnen |
ESRS E4 | Biodiversiteit en ecosystemen |
ESRS E5 | Materiaalgebruik en circulaire economie |
ESRS S1 | Eigen personeel |
ESRS S2 | Werknemers in de waardeketen |
ESRS S3 | Getroffen gemeenschappen |
ESRS S4 | Consumenten en eindgebruikers |
ESRS G1 | Zakelijk gedrag |
‘De informatie die in de duurzaamheidsverklaring over de rapporterende onderneming wordt verschaft, wordt uitgebreid zodat deze ook informatie bevat over de materiële impacts, risico’s en kansen die aan de onderneming verbonden zijn via haar directe en indirecte zakelijke relaties binnen de upstream- en/of downstreamwaardeketen’, zo is onder meer te lezen in het zeer lijvige document.
Deze standaarden vormen richtlijnen voor bedrijven voor het naleven van de CSRD. Deze EU-wetgeving vereist dat alle grote bedrijven en alle beursgenoteerde bedrijven informatie openbaar maken over wat zij zien als de risico’s en kansen die voortvloeien uit sociale en milieukwesties, en over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Dit moet investeerders, maatschappelijke organisaties, consumenten en andere belanghebbenden helpen om de duurzaamheidsprestaties van bedrijven te evalueren, als onderdeel van de Europese Green Deal.
In een begeleidende brief schrijft de Europese Commissie: ‘Er zijn voldoende aanwijzingen dat de duurzaamheidsinformatie die bedrijven momenteel rapporteren niet toereikend is. Ze laten vaak informatie weg die investeerders en andere belanghebbenden belangrijk vinden. Gerapporteerde informatie kan moeilijk van bedrijf tot bedrijf te vergelijken zijn, en gebruikers van de informatie, zoals beleggers, weten vaak niet zeker of ze deze kunnen vertrouwen. Problemen met de kwaliteit van duurzaamheidsverslaggeving hebben domino-effecten. Daardoor hebben beleggers geen betrouwbaar overzicht van de duurzaamheidsrisico’s waaraan bedrijven zijn blootgesteld. Terwijl ze zich steeds meer bewust worden van de impact van bedrijven op mens en milieu en hun plannen om deze impact in de toekomst te verminderen. Deze kennis helpt investeerders te voldoen aan hun eigen openbaarmakingsvereisten onder de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR).’
De ESRS-standaarden zijn in concept opgesteld door EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) en afgelopen zomer door de Europese Commissie goedgekeurd.
Ze maken dus onderdeel van de CSRD, een directive, een ‘richtlijn’ in goed Nederlands en geen regulation (wet). Dat betekent dat lidstaten in principe de vrijheid hebben het naleven van de CSRD-verplichtig op eigen wijze uit te voeren. ‘Een minimum harmonisatie maakt wel onderdeel uit van de CSRD’, duidt Valerie van den Berg. ‘Dat zou grote ongelukken in de startfase moeten voorkomen. Wij zullen monitoren of en waarin de lidstaten uit elkaar gaat lopen.’