DD Innovations denkt de komende jaren, samen met Sanders Machinebouw, voor een flinke omwenteling te zorgen op de wereldmarkt voor het verpakken van maatmedicatie. De afgelopen vijf jaar hebben beide partners hard gewerkt aan een systeem dat veel sneller en nagenoeg foutloos patiëntspecifieke combinaties van medicijnen verpakt, zo luidt de claim. Een claim waarvan grote Europese klanten inmiddels zijn overtuigd. Onlangs zijn de eerste DDI One’s uitgeleverd.
– ‘De DDI One heeft als groot en uniek voordeel dat het alle stappen integreert in één systeem.’
– ‘Onze machine scoort een substantieel lager foutpercentage.’
– ‘Het werd natuurlijk allemaal veel complexer, tijdrovender en duurder.’
– ‘Als start-up leverde het ons veel geloofwaardigheid op dat we Sanders als partner hadden.’
‘Zoals Tesla de automotive heeft opgeschud, zo schudden wij onze markt op’
Drie jaar geleden was Link Magazine, voor een heel ander verhaal, ook bij Sanders Machinebouw. Toen stond op de werkvloer een intrigerend apparaat klaar om getest te worden bij de eerste klant. Een mooi onderwerp voor een artikel, maar tot een verhaal kwam het maar niet. Want steeds was ‘het nog te vroeg voor publiciteit’. Waarom heeft het zo lang geduurd, is dan ook de voor de hand liggende openingsvraag. ‘De engineering en bouw zijn juist razendsnel verlopen’, stelt Stefan van den Nieuwenhof, eigenaar van de onderneming uit Liempde, een dorp vlakbij Boxtel. Als het bezoek even later de definitieve uitvoering van de machine met eigen ogen mag aanschouwen, kan het niet anders dan onder de indruk zijn, en Van den Nieuwenhof gelijk geven.
1.200 cassettes
Er staan vier DDI One’s opgesteld, twee al helemaal in de strakke behuizing, klaar om dit jaar nog verscheept te worden naar de klant. De twee ernaast worden begin volgend jaar uitgeleverd. Die zijn nog niet voorzien van een buitenkant, zodat de werking goed kan worden toegelicht door Eric de Wilde. Hij is ceo van DD Innovations (DDI), de start-up-oem’er die de machine voor gepersonaliseerde maatmedicatie op de markt brengt. Blikvanger zijn de vele plateaus waarop meer dan duizend cassettes – canisters in jargon – met pillen komen te staan. De forse besturingskast, waarvan het paneel binnenin aan voor- en achterkant is volgehangen met tientallen besturingscomponenten, trekt eveneens de aandacht.
‘We zijn hier bezig met iets compleet nieuws’
De Wilde geeft een rondleiding door de machine, maar verslag mag daar nauwelijks van worden gemaakt, benadrukt hij. ‘Te veel details over de werking van ons systeem geeft onze concurrenten al snel te veel informatie en brengt ze op ideeën. Dat kunnen we in deze fase niet gebruiken. We zijn als bedrijf nu nog te klein om snel een groot marktaandeel te veroveren. Daarom houden we onze voorsprong graag zo lang mogelijk vast, voordat de copycats toeslaan. Een beschrijving van de interne werking kan dus helaas echt niet. Hoe trots we er ook op zijn en hoe goed we ook worden beschermd door onze patenten.’
Om vervolgens in globale termen te duiden: ‘De DDI One heeft als groot en uniek voordeel dat het alle stappen uit het proces – verpakken, controleren, snijden en oprollen – integreert in één systeem. Dit in tegenstelling tot de traditionele oplossingen waarin alle stappen apart en onafhankelijk van elkaar plaatsvinden.’
Minder fouten en sneller
Een belangrijke USP schuilt in de inspectiemodule en waar die in het proces geplaatst is. Die module controleert met een camera de afmeting van de pillen en met diverse soorten licht of de juiste pillen aanwezig zijn. ‘Het camerabeeld wordt met kunstmatige intelligentie vergeleken met de data die we van elke pil in de database hebben. Mocht de vorm of de structuur van de pil niet kloppen, dan kunnen we dit op dat moment al vaststellen. En het controleren vindt plaats vóór het verpakken, waar de machines van veel concurrenten dit pas doen ná het verpakken. Als verpakkingen niet de juiste medicatie bevatten, moeten die met de hand worden geopend om de fout te corrigeren. En daarbij worden vanzelfsprekend ook weer fouten gemaakt.’ ‘Onze machine’, vult Van den Nieuwenhof aan, ‘scoort een substantieel lager foutpercentage. Zo’n gering aantal is veel gemakkelijker foutloos met de hand te corrigeren. En dat scheelt veel, verplicht tot apotheker opgeleid en dus duur personeel.’
‘Ons systeem’, vat De Wilde samen, ‘is ontworpen voor het halen van hoge volumes dankzij zeer lage foutmarges en zo min mogelijk menselijk handelen. Continue productie met lage downtime.’
Banken terughoudend
Voordat De Wilde in 2017 DDI oprichtte, samen met twee partners, had hij een paar jaar als ceo gewerkt in de farmaceutische automatiseringsmarkt. Daar wijs geworden, zette hij zijn ideeën voor een innovatieve medicijnverpakkingsmachine om in een functioneel ontwerp, zes patenten incluis. Daarmee klopte hij in 2018 aan bij Sanders Machinebouw, met de vraag of die het apparaat kon bouwen. ‘We hebben er met verschillende van onze specialisten grondig naar gekeken’, vertelt Van den Nieuwenhof, ‘en het verhaal klopte, technisch en commercieel.’ Die conclusies hielden vervolgens ook stand, althans: ‘Het werd natuurlijk allemaal veel complexer, tijdrovender en duurder. We moesten op zoek naar geld.’
Er volgde een periode waarin de twee hun eigen pensioen investeerden en hun persoonlijke netwerk, banken en de BOM aanspraken. Met in de hand een financiële onderbouwing opgesteld door Govers Accountants. Bij de BOM en de banken kreeg DDI nul op rekest. Alleen Rabobank waagde het – pas veel later in het traject – bescheiden in te stappen met haar Innovatielening, waarvoor de overheid voor de helft garant staat. Privérelaties kwamen gelukkig wel snel over de brug, zodat er geëngineerd en gebouwd kon worden.
‘Dit gaat goed komen’
Gedurende dat proces werden drie grote potentiële Europese klanten meegenomen, onderstreept De Wilde: een Zweeds, een Noors en een Nederlands bedrijf. ‘In de medicatiewereld, met al haar veiligheidseisen en inspecties, schakelen afnemers niet gemakkelijk over naar andere machines, zeker niet als die van een nieuwkomer afkomstig zijn. Het leverde ons als start-up veel geloofwaardigheid op dat we Sanders als engineering- en productiepartner hadden, een ervaren en gekende bouwer van speciaalmachines voor grote multinationals als Mars. Maar pas toen de eerste klant begin 2021 tekende voor het afnemen van de eerste vier machines, waren ook de andere klanten om: “Als zij erin geloven …”. Toen wisten we: dit gaat goed komen.’ Het zorgde ervoor dat ook een belangrijke privé-investeerder met een flink bedrag instapte. Daarmee was al het geld nodig voor de volledige uitontwikkeling binnen. Vijf keer meer dan aanvankelijk begroot.
Grootschalige blistercentra
Inmiddels gaan de eerste DDI-One’s richting klant. De apparaten komen te staan in de zogeheten blistercentra van de grote apotheekbedrijven en apotheekgroothandels. Nederland kent momenteel zes van zulke centra voor het verpakken van maatmedicatie, louter voor de Nederlandse markt. ‘Dat moet omdat volgens de landelijke wetgeving medicijnen alleen opnieuw mogen worden verpakt in het land van de patiënt.’ De schaal van die centra zal toenemen. Want door de vergrijzing groeit de behoefte aan maatmedicatie. ‘En ook jongere mensen met een chronische aandoening vinden het handig de medicatie per slikmoment aangereikt te krijgen’, weet De Wilde.
De eerste klanten bevinden zich dus in Noord-Europa. DDI richt zich nu op die regio, daarna op Zuid-Europa en pas daarna op Noord-Amerika. ‘Dan zal de echte ramp-up volgen, want dat is veruit de grootste markt. Van alle medicijnen die wereldwijd worden geproduceerd, wordt de helft in de VS geconsumeerd.’
Geanticipeerd op groei
Vanaf de start is geanticipeerd op groei. Recentelijk heeft Sanders een kleine machinebouwer in ’s-Hertogenbosch overgenomen, waardoor er meer mankracht en vierkante meters beschikbaar komen. Ook is de machine modulair opgebouwd, met een sorteer-, inspectie-, verpakkings- en oprolunit, aldus Van den Nieuwenhof. ‘Die zijn weer opgebouwd uit elf verschillende samenstellingen. Op termijn kunnen we die eventueel compleet outsourcen. Daarvoor zijn er in deze regio genoeg geschikte modulebouwers.’ Voorts is de DDI One uitgerust met tal van sensoren waarmee de machine op afstand gemonitord en onderhouden kan worden. ‘Met VR-technologie kunnen we operators van de klant en monteurs van lokale servicebedrijven vanuit hier helpen de problemen op te lossen, waar ook ter wereld.’
Dat DDI en Sanders zo voorzienig hebben voorgesorteerd op de opschaling en het internationaal marketen en servicen, kan niet worden losgezien van de oem-ervaring die zowel Van den Nieuwenhof als De Wilde eerder in hun loopbaan heeft opgedaan. De eerste werkte voor zijn aantreden bij Sanders onder meer bij Hydraudyne, een onderneming die eerst in Bosch Rexroth en vorig jaar in Van Halteren is opgegaan. De Wilde heeft behalve bij JVM ook de kunst kunnen afkijken bij Philips Healthcare, waar hij tot 2013 verantwoordelijk was voor healthcare informatics.
Mensen vinden
DDI gaat zich strikt richten op de software- en hardwareontwikkeling, de marketing en het aansturen van het servicenetwerk. Daarvoor trekt het nu continu nieuwe medewerkers aan. Inmiddels heeft de start-up zestien mensen op de loonlijst. ‘Moeilijk te vinden? Dat valt mee. Er zijn genoeg mensen die het leuk vinden bij een innovatieve, veelbelovende starter als deze aan de slag te gaan’, constateert De Wilde. Van den Nieuwenhof: ‘We zijn hier bezig met iets wat compleet nieuw is: sneller, betrouwbaarder en veel minder arbeidsintensief, waardoor de klant de investering in zeven maanden terugverdient. Zoals Tesla de automotive heeft opgeschud, zo schudden wij onze markt op.’
Sustainability Campus-Incubator
Stefan van den Nieuwenhof is sinds september nog wel eigenaar van Sanders Machinebouw, maar niet langer de directeur. De dagelijkse leiding van de onderneming is tegenwoordig in handen van Frans Onland, al vanaf 2016 in verschillende functies werkzaam bij het bedrijf in Liempde.
Van den Nieuwenhof legt zich nu toe op het ontwikkelen van de strategie. In die rol is hij onder meer trekker van een nieuwbouwproject in Boxtel dat niet alleen voor Sanders zelf bestemd is. Door zijn ervaringen met start-ups als DDI heeft hij persoonlijk de vele hoge drempels ervaren waar een starter overheen moet. De Sustainability Campus-Incubator moet een plek worden waar innovatieve, duurzame starters (en scale-ups) behalve vierkante meters modern ingerichte kantoorruimtes en shared space ook begeleiding, technische ondersteuning, een netwerk en financiering geboden krijgen. Bij het project zijn ook onder meer Brainport Industries, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Boxtel betrokken. Het energieneutrale, circulaire ontwerp is van de hand van FRAAi architecten.