Om verdere klimaatverandering tegen te gaan, is het hoog tijd dat de industrie haar lineaire voortbrengingsketens inruilt voor circulaire. Het wereldwijd onder supplychainmanagers populaire SCOR-model is daarom aangepast. Dit op basis van promotieonderzoek van Dennis Vegter. Het Circular Supply Chain Management-proces dat hij heeft toegevoegd, geeft ondernemers handvaten om verbruik en emissies te meten en te minimaliseren. Maar het maakt ook duidelijk hoe ze de levensduur van producten kunnen verlengen. Én wat ze moeten doen om überhaupt niet te hoeven produceren. ‘Dat laatste kan nog niet op veel interesse van bedrijven rekenen.’
Inzicht in minimaliseren emissies, verlengen lifecyle en níet produceren
‘De transitie stagneert. In het Klimaatakkoord heeft de overheid als doel gesteld dat in 2030 50 procent van de grondstoffen die de industrie verwerkt circulair zijn en niet nieuw. We zaten drie jaar geleden op 12,1 procent en zitten dit jaar op 12,9 procent. Het gaat dus veel te langzaam.’ Dat concludeert Matthias Olthaar, refererend aan de Nieuwe Economie Index 2022 van MVO Nederland. Olthaar is lector Green Economics & Process Optimization aan de NHL Stenden Hogeschool. Tevens is hij co-promotor van Dennis Vegter. Vegter hoopt volgend jaar aan Universiteit Twente te promoveren op een update van het SCOR-model: het Supply Chain Operations Reference Model. Dat zeer uitwerkte model gebruiken bedrijven wereldwijd om hun prestaties te meten en werkwijzen te ontwikkelen om die prestaties verder te verbeteren. Het model wordt beheerd door ASCM, een non-profit organisatie waarvan meer dan 5.000 bedrijven lid zijn, waaronder corporates als Boeing, FrieslandCampina, AkzoNobel, Infineon en Schaeffler.
Chain Management-process
Dit najaar heeft Vegter zijn Circular Supply Chain Management-proces aan het SCOR-model toegevoegd. Dat moet managers van industriële bedrijven helpen hun supplychain zo in te richten dat afval en vervuiling voorkomen worden, het gebruik van circulaire producten en materialen juist een impuls krijgen en de switch naar duurzame energie gemaakt wordt.
Stap 1 van dat proces duidt Vegter met ‘Assess the Use of Materials, Water and Energy’. Het model beschrijft daarin hoe een bedrijf zijn verbruik van materiaal, water en energie en de uitstoot van broeikasgassen kan meten, opdat het die in de stap erna – ‘Minimize the Use of Materials, Water and Energy’ – kan minimaliseren. Stap 3 is ‘Increase the Efficient Use of Fixed Assets’. ‘Er zit prioritering in. Als eerste ga je op zoek naar mogelijkheden om verbruik te vermijden: kun je transportbewegingen niet meer nodig maken of verpakkingen overbodig? Als laatste kijk je naar mogelijkheden om gebruikt materiaal te herstellen, zodat het opnieuw kan worden ingezet.’ Met daarna – als een soort finale noodgreep – het verbranden van het materiaal om er toch nog energie uit te winnen. ‘Thermisch recyclen wordt dat wel genoemd’, weet Olthaar, ‘maar het is de vraag of je dat nog onder de noemer circulair kunt scharen.’
Bedrijfseconomische redenen
Het zetten van die eerste stappen is verre van eenvoudig, realiseert Vegter zich. ‘Maar het is wel noodzakelijk dat de industrie zich daar snel in gaat verdiepen. Want de Europese CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive, red.) legt vanaf 2024 een steeds grotere groep bedrijven op over de maatschappelijke impact van hun activiteiten te rapporteren, conform de zogeheten internationale GRI-standaard (Global Reporting Initiative, red.).’
Behalve die nakende toekomstige verplichting zijn er ook bedrijfseconomische redenen voor het zetten van de stappen, vervolgt hij: ‘Overheden eisen al standaard in hun aanbestedingen dat inschrijvers duidelijk maken hoe zij de oorsprong van de grondstoffen in kaart gaan brengen en verplichten dat een bepaald percentage daarvan circulair is. Kun je daarin niet voorzien, dan ding je niet mee. En er komt vanaf 2027 een CO2-belasting aan, eerst voor alleen cement, kunstmest, aluminium, ijzer en staal, daarna voor alle andere materialen. Emissies worden daardoor een kostenpost. Grote uitbesteders sorteren daar al op voor en zien circulariteit meer en meer als een integraal onderdeel van hun bedrijfsprocessen.’
Levensduur verlengen
De vijfde stap van zijn Circular Supply Chain Management-model duidt Vegter met ‘Extend the Product Life Cycle and Circular Utility’. ‘Daarbij wordt aangegeven wat je kunt doen om de levensduur van een product te verlengen. Bijvoorbeeld door het gemakkelijk onderhoudbaar te maken, te zorgen dat er materialen worden ingezet die langer meegaan of door gebruik te maken van standaarden zodat producten compatible worden met andere producten.’
Ook valt onder deze stap het verkorten van de toeleverketens, door ze meer local4local in te richten. ‘Dat vergemakkelijkt de service, voorkomt transportbewegingen en zorgt voor korte levertijden zonder voorraadvorming.’ ‘Nu komt het geregeld voor’, voegt Olthaar toe, ‘dat de opslagkosten van producten de waarde ervan overstijgen. Om die reden vernietigt bijvoorbeeld Amazon jaarlijks miljoenen onverkochte nieuwe producten.’
ERP nog niet voorbereid
De laatste stap in Vegters SCOR-proces heet ‘Maximize Recovery for Reuse and Repurpose’. ‘Zorg dat je het retourneren eenvoudig maakt. En dat, als die producten terugkomen in je bedrijf, er een efficiënte procedure is voor de verwerking ervan.’ ‘Ja, circulariteit maakt digitalisering des te belangrijker’, aldus Olthaar. ‘Het is nu nog heel omslachtig om bijvoorbeeld de disassemblage van geretourneerd gereed product in een ERP-systeem te administreren. Die zijn hier nog niet voor ontworpen.’ SAP, weet hij, is inmiddels doende het Circular Supply Chain Management-proces te vertalen naar modules in zijn ERP-systeem.
Material Passport
Het SCOR-model bevat ook nog best practices waarvan er een – het Material Passport – ontwikkeld is door Guido van Capelleveen die onderdeel uitmaakt van het onderzoeksteam van Olthaar. Dat gebeurde samen met de mkb-bedrijven Dopple en Brink Industrial en ingenieursvereniging KIVI, in opdracht van de Topsector Logistiek. ‘Dat paspoort bevat veel meer informatie dan een BOM, ook over bijvoorbeeld de materialen die hergebruikt zijn. Daartoe wordt het gedurende de levenscyclus ook voortdurend geüpdatet. Informatie die straks onontbeerlijk is voor de uitvoering van de SCOR-processen.’
Voorkómen van productie
Het gesprek met Olthaar en Vegter komt tot slot op een onderwerp dat onder de noemer ‘Reduce Waste’ (stap 4) in het Circular Supply Chain Management-proces is opgenomen, maar – eufemistisch gesteld – ‘nog niet op veel interesse kan rekenen van bedrijven’: het volledig voorkómen van productie. Hoe kunnen bedrijven in hun businessmodel overstappen van ‘het creëren van onbevredigbare behoeften bij de consument’ naar ‘het voorzien in bevredigbare noden’? ‘Hét kenmerk van bedrijven is dat ze waarde creëren. Maar wat is de waarde van een product? Dat is de mate waarin ze bijdragen aan het verhogen van de kwaliteit van leven’, doceert de lector. ‘Ja, dat is nog steeds subjectief, maar de consument moet de vrijheid behouden om zelf te bepalen wat hem kwaliteit van leven geeft’, stelt hij. Om eraan toe te voegen: ‘Het is wetenschappelijk bewezen dat er tal van producten zijn waarvoor de consumenten weliswaar willen betalen, maar die hun kwaliteit van leven juist verlagen.’ Zijn lectoraat ondersteunt bedrijven die de stap willen zetten naar een – wat hij noemt – ‘sufficiency-driven businessmodel’.