Aalberts hydronic flow control, onderdeel van het Nederlands beursgenoteerd Aalberts-concern, is eerder dit jaar verhuisd vanuit Bunschoten naar een gloednieuw pand in Almere. Koning Willem-Alexander verrichtte op 7 juni de officiële opening. De nieuwe, sterk geautomatiseerde fabriek biedt met 28.000 vierkante meter ruimte voor de beoogde groei. In lijn met de eigen producten – watergestuurde verwarmings- en koelingssystemen – wil het bedrijf met de nieuwbouw ook vooroplopen in duurzaamheid. Het nieuwe gebouw heeft dan ook een BREEAM Outstanding-certificaat ontvangen.
Verdubbeling aantal productielijnen legt basis voor groei
Onder invloed van trends als urbanisatie, energietransitie en internet of things is er een groeiende vraag naar de producten van Aalberts hydronic flow control. Dit bedrijf omvat onder meer merken als Flamco en Comap. Deze werden overgenomen en toegevoegd aan het Aalberts-concern, dat inmiddels uitgegroeid is tot een conglomeraat van zo’n honderdvijftig locaties met een totaalomzet van 3,3 miljard euro (2023). Aalberts hydronic flow control richt zich met name op eco-friendly buildings met als doel gebouwen energie-efficiënter te maken. Het bedrijf heeft eigen salesorganisaties in 25 landen en exporteert naar 70 landen in Europa en Noord-Amerika. Verder beschikt het over 14 gespecialiseerde fabrieken of competentiecentra. De fabriek in Almere richt op de productie van expansievaten. Wereldwijd telt het bedrijf 1.600 medewerkers, van wie zo’n 350 in Nederland (Almere en Wijhe).
De nieuwbouw in Almere met een energieneutraal kantoor en een nieuwe fabriek van 28.000 vierkante meter.
‘Onze engineers hebben uitgedacht hoe we zo veel mogelijk expansievaten per uur kunnen produceren’
Naast watergestuurde systemen voor verwarmen en koelen, produceert en assembleert Aalberts hydronic flow control in Almere ook lucht- en vuilafscheiders. Klanten zijn onder meer groothandelaren en hun klanten: installateurs, voorschrijvende instanties, gebouw- en vastgoedontwikkelaars, gebouweigenaren en architecten. ‘Warmtepompen werken met een lagere temperatuur, wat leidt tot meer lucht en vuil in het systeem. Dus is het nog belangrijker geworden om het systeem te ontgassen. Daar hebben we specifieke producten voor bedacht’, schetst Maarten van de Veen, in 1996 gestart bij Aalberts en sinds 2016 ceo van Aalberts hydronic flow control. ‘Onlangs hebben we twee bedrijven overgenomen die gespecialiseerd zijn in producten voor waterbehandeling en voor het doorspoelen van het systeem. Want hoe schoner het water, hoe beter de geleidbaarheid. Dat is weer belangrijk is voor de energie-efficiëntie.’
Adagium
Conform het adagium van oprichter Jan Aalberts – ‘wij zijn nooit tevreden’ – staat innovatie hoog in het vaandel: 24 procent van de producten van Aalberts hydronic flow control is jonger dan vier jaar. Zo werden in 2023 alleen al 21 nieuwe producten op de markt gebracht (inclusief nieuwe versies van bestaande producten). In Europa beschikt het bedrijf over twaalf laboratoria annex testfaciliteiten, met zo’n veertig medewerkers. Van de Veen: ‘Aan de hand van trends bedenken zij nieuwe producten. Daarnaast halen ze ideeën uit de markt door samen te zitten met klantgroepen. Verder is er sprake van een technology push van onze kant door verwarmings- en koelingssystemen energie-efficiënter te laten functioneren en hun levensduur te verlengen.’
Wat Aalberts volgens Van de Veen in feite bedoelde te zeggen, is dat de nadruk altijd ligt op excelleren en continuous improvement. ‘Als je dat niet doet, loop je op een gegeven moment achter bij je concurrenten’, verklaart hij. ‘Zo experimenteren we met groen staal en werken we aan duurzame en minder verpakkingen. Ook hebben we een membraan van recyclebaar composiet ontwikkeld. Op het vat waar dit membraan in is verwerkt, geven we vijftien jaar garantie.’
De 1-daagse masterclass vindt opnieuw plaats donderdag 7 november 2024. Aanmelden en informatie.
Efficiënt concept
Om de groeiambitie te kunnen verwezenlijken, is in de nieuwbouw het aantal productielijnen verdubbeld van drie naar zes. ‘Een deel van de bestaande machines is meeverhuisd en daarnaast hebben we 30 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe machines. Veel werk is geautomatiseerd met robots. Waar een ploeg eerst elf mensen telde, zijn dat er nu nog maar vier. Maar vanwege die extra lijnen zijn er geen ontslagen gevallen’, aldus Van de Veen, die spreekt over de wellicht grootste en meest duurzame fabriek in expansievaten ter wereld. ‘Onze engineers hebben het concept uitgedacht om zo efficiënt mogelijk – lees: zo veel mogelijk expansievaten per uur – te kunnen produceren. Daar is de productielijn op afgestemd: weinig wachttijden in de lijn, zo min mogelijk tussenvoorraden.’ In 2020 werd begonnen met de bouw en in Q1 2024 is de laatste nieuwe productielijn geïnstalleerd.
Link magazine september 2024. Thema: Elektrificatie/waterstof.
Vraag exemplaar op: mireille.vanginkel@linkmagazine.nl
Net als elders in de maakindustrie is digitalisering ook in de verwarmings- en koelsystemen van steeds groter belang. ‘We verzamelen data uit onze installaties om klanten te kunnen adviseren over hoe ze kunnen besparen op hun energieverbruik en het comfort in hun gebouw kunnen verhogen. Je kunt er heel veel uithalen: is er sprake van lekkage, hoger energieverbruik of is het nodig preventief een onderdeel te vervangen?’, zegt Van de Veen. ‘Daarnaast hebben we speciaal voor grote gebouwen een automaat met digitale besturing ontwikkeld, waardoor ze toekunnen met een minder groot expansievat.’
Showroom
Practice what you preach. Dus trok Aalberts hydronic flow control alle registers open bij de eigen nieuwbouw in Almere. Een energieneutraal kantoorgebouw, dat gebruikmaakt van de restwarmte uit de fabriek voor de vloerverwarming. De elektriciteit die wordt opgewekt door de 6.500 zonnepanelen op het dak, wordt benut voor koeling door middel van een warmtepomp, voor oplaadpalen op het parkeerterrein en voorziet bovendien in 35 procent van alle energie voor de fabriek. Bij binnenkomst in de centrale hal wanen bezoekers zich in het ketelhuis, met rechts het systeem voor verwarming, waarbij water zich begeeft via warmtewisselaar, expansiesysteem naar buffervaten en verdeelsysteem naar de kantoren. Links daarvan staat het koelsysteem, dat is geïsoleerd om condensvorming tegen te gaan en verbonden is met een warmtepomp. Via het expansievat en buffervat gaat het water daarna naar het verdeelsysteem voor plafondkoeling in de kantoren.
‘Uitgangspunt van deze showroom met werkende systemen is dat bezoekers bij binnenkomst gelijk begrijpen wat we doen’, vertelt Van de Veen. Om dat beeld verder in te vullen, heeft de hal ook een groot raam op de fabriek. Deksels van de expansievaten trekken, hangend aan haken, langzaam voorbij richting spoelstraat en droogoven. Hierna glijden ze gepoedercoat en verhit glanzend verder. Zo gaan expansievaten van 2 tot 1.000 liter in lijn van staal naar gereed product. In totaal telt de fabriek drie lijnen voor geklemde vaten, twee voor gelaste vaten, één voor grote vaten en één lijn voor lucht- en vuilafscheidingsvaten.
Vizier op VS
Tijdens de opening van de nieuwbouw werden de koning en zo’n honderdvijftig relaties door Van de Veen en Stéphane Simonetta, algemeen ceo van Aalberts, rondgeleid door de showroom in de hal en door de fabriek. Daar stonden medewerkers klaar om nadere uitleg over de productielijn te geven. Ook oprichter Jan Aalberts, inmiddels 84, was aanwezig. ‘Mooi om te laten zien hoe wij met onze duurzame fabriek, gebouw en producten duurzaamheid in eigen land en daarbuiten helpen bevorderen. Zeker ook omdat water een interessegebied is van de koning.’
Vooruitkijkend ziet Van de Veen vooral uitdagingen op personeelsvlak. ‘Op dit moment valt het mee, maar doorgaans is het lastig om aan juist gekwalificeerd personeel te komen. Dus investeren we in het zelf opleiden van mensen. Daarnaast experimenteren we met AI om bepaalde dingen slimmer te doen, zodat we minder medewerkers nodig hebben’, zegt hij. ‘Daarbij richten we ons op het doorontwikkelen van bestaande producten en het overnemen van bedrijven, met name in de VS, omdat we op die grote markt een speler van betekenis willen worden.’
