HARM: Patenten bieden ook fiscale meerwaarde

0

Onze kenniseconomie en ons bedrijfsleven worden gekenmerkt door technische en innovatieve oplossingen. De overheid stimuleert al vele jaren technische innovatie(Patenten) met fiscale regelingen zoals de afdrachtvermindering loonbelasting voor r&d-personeel (WBSO) en de Innovatiebox. Die laatste regeling is een fiscale stimuleringsmaatregel die innovatieve winsten voor circa 65 procent vrijstelt van de heffing van vennootschapsbelasting. Hierdoor wordt de innovatieve winst van bedrijven effectief belast tegen een tarief van slechts zo’n 9 procent. De Innovatiebox kan dus tot een enorme besparing van de vennootschapsbelasting leiden.

De toepassing van de Innovatiebox is gekoppeld aan een aantal voorwaarden. Aan welke criteria je dient te voldoen, is afhankelijk van de vraag of je bedrijf zich kwalificeert als ‘grote’ of ‘kleine’ belastingplichtige. Je valt in de tweede categorie als de geconsolideerde (groeps)omzet gemiddeld minder dan 50 miljoen euro per jaar bedraagt. Zo’n kleinere belastingplichtige komt in aanmerking voor de Innovatiebox als sprake is van een middels WBSO zelf ontwikkeld immaterieel activum, zoals een eigen product, machine of software waaraan WBSO van eigen r&d-werknemers ten grondslag ligt. Dit ‘eerste toegangsticket’ is voor deze groep voldoende.

Een grote belastingplichtige met een gemiddelde jaaromzet van meer dan 50 miljoen euro heeft nog een tweede ticket nodig om in aanmerking te komen voor de Innovatiebox. Hij moet het zelf ontwikkelde immaterieel activum of onderdeel ervan namelijk hebben gepatenteerd (tenzij het om programmatuur of software gaat). Patenteren geeft je dus niet alleen juridische voordelen, zoals bescherming tegen inbreuken, maar kan voor de grote belastingplichtigen ook op fiscaal gebied van grote meerwaarde zijn.

Link magazine september/oktober 2023. Thema: de heilige graal van volledige digitale integratie. Lees Link magazine digitaal of vraag een exemplaar op bij mireille.vanginker@linkmagazine.nl

De belangstelling voor de Innovatiebox is nog steeds groot. Aan het toepassen (zowel bij kleinere als grote belastingplichtigen) gaat doorgaans een (voor)overlegtraject met de Belastingdienst vooraf. Als beide partijen overeenstemming hebben bereikt, dan worden de afspraken in een vaststellingsovereenkomst gegoten. Vaak heeft die een looptijd van vijf jaar na het jaar van de laatste vennootschapsbelastingaangifte. Als na die periode nog aan alle voorwaarden wordt voldaan, volgt vaak een verlengingstraject.

De vooroverlegtrajecten (met name bij grotere belastingplichtigen) worden met enige regelmaat als ‘langdurig en ‘stroef’ ervaren, zeker als er diverse discussiepunten op tafel liggen. Bij grote belastingplichtigen gaat het dispuut vaak over de koppeling en de samenhang tussen WBSO, patenten en de zelf voorgebrachte producten of processen. Daarnaast ontstaat er ook met enige regelmaat discussie over de vraag wie het gepatenteerde immaterieel activum heeft ontwikkeld of bezit. We zien dat vaak terug bij innovatieve toeleveranciers.

Bovenstaande discussiepunten kunnen op voorhand worden beperkt door een goede vastlegging, administratie en structurering. Dat kan aan het einde van de streep leiden tot een mooie afspraak met een enorm belastingvoordeel voor het bedrijf als belastingplichtige. Mede dus dankzij patenten die het technisch innovatieve karakter van je onderneming onderstrepen.

Harm Kolen is partner bij Govers Accountants/Adviseurs in Eindhoven.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics