Na 23 jaar vertrekt Martin van Zaalen als hoofdredacteur van Link magazine. Alexander Pil volgt hem vanaf de april-uitgave op. Een interview van Pil met Van Zaalen, en andersom. Over observaties: ‘Sommige marketingcommunicatie-mensen hebben de neiging een artikel helemaal plat te willen slaan.’ En over verwachtingen: ‘Het samenwerken in de keten zal verder geïntensiveerd worden. En ik ben heel benieuwd hoe het ecosysteem rond ASML zich gaat ontwikkelen.’
‘Sommige marketingcommunicatie-mensen hebben de neiging een artikel helemaal plat te willen slaan’
Martin van Zaalen (64) was sinds 2000 de hoofdredacteur van Link Magazine. ‘Ik heb altijd commerciëlere dingen ernaast gedaan, maar ik vond Link het leukst om te doen’, zegt hij. ‘Want er is geen vak waarin je zo vrij bent als de journalistiek. Je kunt alle vragen stellen. Mits je goed blijft luisteren bestaan domme vragen in mijn optiek niet.’
Dat die vrije journalistiek past bij zijn persoonlijkheid realiseerde Van Zaalen zich al vroeg. Hij koos na de havo voor de School voor de Journalistiek in Utrecht en specialiseerde zich als zelfstandig ondernemer, na een baan als persvoorlichter aan de Universiteit Twente, in de industrie. ‘Ik vind het fascinerend om techniek in beweging te zien. Al ben ik geen techneut, ik wil – in grote lijnen – begrijpen hoe het werkt’, zegt Van Zaalen. ‘De doelgroep van Link heeft altijd goed bij mij gepast. Veel managers hoeven ook niet alle technische details te weten en zijn – net als ik – ook geboeid door de sociale kant van het werken in de industrie.’
Intrinsiek geïnteresseerd
Van Zaalen heeft het interviewen het leukste van zijn werk gevonden. ‘Het waren bijna altijd interessante gesprekken. Ook al gaat het in de basis vaak over hetzelfde – de efficiëntie en effectiviteit verhogen – het is toch steeds weer anders. Een ander bedrijf, een andere markt, een andere aanpak, een ander product en vooral ook, andere mensen. Dat geeft steeds weer een nieuwe dynamiek.’
In zijn gesprekken neemt Van Zaalen de vrijheid om ‘sturend’ te zijn en om vooral te blijven doorvragen. ‘Mensen merken dat ik intrinsiek geïnteresseerd ben in wat ze te vertellen hebben. Dat vinden ze vrijwel altijd prettig. Ze waarderen het als je met oprechte belangstelling luistert.’ Daarbij beseft hij gelijk dat als je in Link Magazine aan bod komt, je automatisch bij de top 20 procent van meest innovatieve industriële bedrijven hoort. ‘Die hebben ook altijd wel wat te vertellen. Maar er is natuurlijk ook een peloton aan bedrijven, hele industrieterreinen staan er vol mee, die niet investeren in vernieuwen en daarom veel minder een verhaal hebben.’
Wisselgeld
De lastigste gesprekspartners zijn de personen die alles open vertellen in een interview, maar zich pas realiseren dat het ook op papier komt te staan als ze de concept-tekst te lezen krijgen. ‘Natuurlijk weet ik ook wel dat je niet alles kunt opschrijven wat mensen in het vuur van het gesprek zeggen. Maar we bedienen onze lezers ook niet met artikelen waar alle jeu vanaf is. Sommige marketingcommunicatie-mensen hebben de neiging een artikel helemaal plat te willen slaan. Terwijl artikelen waarin ook de problemen aan bod komen, die vervolgens zijn opgelost, veel geloofwaardiger zijn. Onze lezers weten immers uit eigen ervaring dat het nooit allemaal in één keer goed gaat. Daarover ga ik de discussie dan aan. Ook in het belang van het betreffende bedrijf. Ongeloofwaardige artikelen worden minder goed gelezen en daar hebben de geïnterviewde en marketingcommunicatie geen baat bij’, zegt Van Zaalen.
‘Lezers kunnen door de façade van mooie woorden heen kijken. Ze snappen dat een ‘uitdaging’ staat voor een ‘flink probleem’’
Van Zaalen heeft met Link altijd bewust gekozen voor een niet-opiniërende schrijfstijl. ‘Behalve in de columns staan de meningen alleen tussen aanhalingstekens in de interviews. De geïnterviewde is immers altijd het best geïnformeerd. Natuurlijk vertelt die niet altijd alles. Maar Link heeft een geïnformeerde doelgroep die het type bedrijven kent waarover de artikelen gaan. Die kunnen door de façade van mooie woorden heen lezen. Ze snappen dat een ‘uitdaging’ staat voor een ‘flink probleem’.’
Zen-tempo
Zodra hij het stokje bij Link Magazine heeft doorgegeven (hij zal ook nog de special bij de april-uitgave voor zijn rekening nemen), heeft Van Zaalen tijd om de pan-Europese politieke partij Volt actief te ondersteunen, onder meer in de campagne richting de Provinciale Staten-verkiezingen in maart. ‘Politiek is belangrijker dan ooit. We leven immers in een tijd waarin heel grote, existentiële beslissingen moeten worden genomen. Beslissen we niets – het grootste gevaar is dat we blijven doorgaan op de 170 jaar geleden ingeslagen weg van economische groei – dan vervallen we straks van de ene crisis in de andere’, denkt Van Zaalen. ‘Ik vind Europa daarom buitengewoon belangrijk. We moeten in Europa tot samenwerking komen bij de grote uitdagingen, ons niet uit elkaar laten spelen door met name China en de VS. Er wordt nu teveel regionaal en nationaal gedacht en gehandeld, maar de internationale problemen moeten we op Europees niveau aanpakken.’
Daarnaast ziet Van Zaalen nog genoeg ruimte voor andere dingen. Zo zal hij voor Link blijven schrijven. ‘Leuk, vanwege de inhoud en ook om deel te kunnen blijven uitmaken van het team van mensen met wie ik 23 jaar zo fijn heb samengewerkt. Maar ik heb ook 23 jaar alleen maar tijdsdruk gekend. Het is wel eens lekker om daar een keer vanaf te zijn’, zegt hij. Dit voorjaar wil hij een fietstocht maken naar Zuid-Spanje: ‘Zestig, hooguit tachtig kilometer per dag. In meditatief zen-tempo.’
Alexander Pil: ‘Link was altijd een van de weinige bladen die ik echt serieus nam’
Alexander Pil (48) zat op de middelbare school bij de lessen natuurkunde helemaal vooraan. Geboeid luisterde hij naar leraar Joop Schaffers en zoog diens woorden over de fysische wetmatigheden in zich op. De keuze voor de studie Natuurkunde aan de Radboud Universiteit lag dan ook voor de hand, maar het was er ook één die weinig carrièregerichtheid verraadt. Want in die vijf jaar leerde hij ‘van alles een beetje en van niks veel’. ‘Niks praktisch, waar je in een beroep wat mee kan.’
Het is dé reden, weet hij, waarom natuurkunde-masters massaal kiezen voor een PhD als vervolg. Maar Pil had tijdens zijn afstudeeronderzoek ontdekt dat het jarenlang focussen op één afgebakend onderwerp niet zijn ding was. Dus kwam de millenniumbug als geroepen. Veel IT-bedrijven grepen dat gevaar aan om hun software eens grondig te updaten – ‘om de datums en de data op orde te krijgen’ – en zochten mensen. Maar ook op dat werkterrein raakte de Nijmegenaar vrij snel uitgekeken. Met zijn vriendin verkaste hij voor een jaar naar Milaan om daar in een callcenter van Fiat klagende klanten uit Nederland en België te woord te staan.
Rood gestreept
Weer terug in Nederland, waar de arbeidsmarkt toen ruim was, zelfs voor techneuten, belandde hij bij het UWV. Daar trok een vacature van uitgeverij Techwatch zijn aandacht. Die zocht een redacteur voor het blad Bits & Chips. ‘Ik had geen enkele ervaring met schrijven, maar hoofd- van bijzaken onderscheiden dat kon ik als nerd met mijn analytisch vermogen in elk geval wel. Mijn eerste artikelen kwamen volledig rood gestreept van de hoofdredacteur terug, maar op een gegeven moment had ik het trucje door.’
In 2007 startte de uitgever Mechatronica+Machinebouw en vanaf 2010 mocht Pil dat blad redactioneel gaan leiden. ‘Inhoudelijk trok die uitgave me meer. Niet langer schrijven over embedded software, maar over mechatronica, over dingen die je kunt zien bewegen.’
Nu maakt hij de overstap naar Link Magazine dat weer een ander bladprofiel heeft. Waarin niet de techniek, maar de mens centraal staat. ‘Hoe me dat bevalt, moet ik nog goeddeels gaan ervaren. Maar, tijdens het werken aan mijn eerste artikelen voor Link heb ik al wel een aardig idee gekregen. In een onderwerp als marketing zat tot mijn verrassing wel degelijk innovatie. Het is veel meer halen dan brengen. Juist veel managers van technische bedrijven ontbreekt het aan inzicht daarin en artikelen daarover zijn voor hen dus van waarde.’
Promotie?
‘Of ik de stap naar Link Magazine als een promotie zie? Het is misschien niet aardig naar de andere industriële magazines, maar Link was altijd een van de weinige bladen die ik echt serieus nam. Waarvan ik de artikelen las, om ideeën uit te halen bijvoorbeeld. Om te weten wat er speelde in de industrie. Want dat idee had ik al en is inmiddels bevestigd: Link heeft een enorm netwerk, publiceert over bedrijven die ik helemaal niet kende en komt vrijwel overal binnen.’
Anders dan Mechatronica+Machinebouw schrijft Link dus niet-opiniërend. De meningen komen altijd alleen van de geïnterviewden, niet van de redacteur in kwestie. ‘En dat vind ik een goede keuze. Het is geen sportjournalistiek. Als je een voetbalwedstrijd verslaat, kun je met eigen ogen aanschouwen wat er mis gaat op het veld. Schrijf je over een bedrijf, dan heb je dat volledige inzicht niet, ken je nooit alle kanten van het verhaal. Link laat het aan de lezer, met diens achtergrondkennis, daar zelf zijn eigen mening over te vormen.’
ASML-ecoysteem
Gevraagd naar de belangrijkste ontwikkelingen in de industrie de komende jaren, verwacht Pil dat het samenwerken in de keten verder geïntensiveerd zal worden, noodzakelijk om concurrerend te kunnen blijven. ‘En ik ben heel benieuwd hoe het ecosysteem rond ASML zich gaat ontwikkelen. Er zouden de komende jaren 70.000 banen bij moeten komen? In het Eindhovense is daar simpelweg geen ruimte voor. Dus zullen delen van dat ecosysteem zich verplaatsen naar elders op de wereld, het meest waarschijnlijk naar de VS. Dat kan met zich meebrengen dat het zwaartepunt van het ecosysteem in Nederland zich naar de toeleveranciers verplaatst. En dan heb je wel een probleem: een ASML’er die een technisch detail uitgebreid wil onderzoeken,s krijgt daar vaak alle tijd en geld voor. Als die de overstap moeten maken naar een supplier waar alles gericht is op snel en goedkoop, kan die stap wel eens heel ingewikkeld blijken.’