BV Nederland moet het zoeken in slimme combinaties, in geïntegreerde functionaliteit

0

BV Nederland industrie biedt een scala aan disciplines. Dat maakt ons veelzijdig, al ligt het risico op versnippering op de loer. Dus is de vraag wat nou echt de meerwaarde is van de bv Nederland. Welke markten hebben de toekomst, welke moeten we eventueel afschalen? Waar moet de focus verlegd worden en welke rol heeft de politiek bij dat alles? Voor zelfredzaamheid bij bedrijven valt in elk geval veel te zeggen. ‘De eerste vijftien jaar van ASML waren ook een kwestie van geld zoeken, overleven en technische problemen oplossen.’

– ‘Wees scherp op de eigen maakkennis.’

– ‘Markten verzadigen. Dus moet je zelf continu nieuwe wegen bewandelen.’

– ‘Ons algemene verdienmodel zit ’m vooral in kleine systemen, met veel geïntegreerde functionaliteit.’

– ‘Er moet meer ruimte zijn voor het experiment.’

‘Voor beleid op de langere termijn is het goed om over markten heen te kijken’

We kunnen lang en breed praten over welke markt dan ook. Maar als we er hier in Nederland afscheid van nemen, weet dan dat diezelfde markt nooit meer terugkomt, zegt Joop Roodenburg. Kijk volgens de president van equipmentbouwer Huisman maar naar de vliegtuigproductie van Fokker: weg. De treinen van Werkspoor: weg. De dieselmotoren van Stork: hetzelfde verhaal. ‘Wees scherp op de eigen maakkennis. Ben je die kwijt, dan word je een ingenieursbureau. Kom je te veel op afstand van je corebusiness en ga je fouten maken.’

Vandaar dat ze bij Huisman, op de hoofdlocatie in Schiedam, de vinger aan de pols houden. Het bedrijf heeft vestigingen wereldwijd, met een groot deel van de productie in China. Maar, zo benadrukt Roodenburg, alles wat daar wordt gemaakt, ontstaat nog altijd in Schiedam. ‘Er werken hier ook ingenieurs in onze productiefaciliteit, we zíen wat we produceren. Die schakel is onmisbaar.’

Maritiem wordt gezien

Voor dit artikel over industriepolitiek heeft Roodenburg zo z’n mening over de toekomst van de bv Nederland. Er zijn uiteraard de nodige kansen in meerdere markten, maar sommige zaken moeten wat hem betreft echt anders. Daarover verderop in dit verhaal meer. Want mag Roodenburg eerst een lans breken voor de maritieme sector? Huisman is er weliswaar zelf in actief, voor met name de offshore. Toch is de markt veel breder dan dat, zo klinkt het. Roodenburg pakt er een uitdraai bij van de Maritieme monitor 2023, uitgevoerd door onder meer het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ‘In 2022 was de bruto-omzet van de hele sector ruim 95 miljard euro. En daarmee goed voor zo’n 3,2 procent van het bbp van Nederland. Het jaar ervoor was dat nog 3 procent.’

De hightech is het startpunt, maar verbindingen naar andere markten liggen voor de hand. ‘Sla bruggen, versterk elkaar. De kracht van de bv Nederland schuilt juist in die dwarsverbanden’, zegt Marc Evers van TBRM. Foto: Bart van Overbeeke

‘We moeten hoe dan ook iets met de mogelijkheden voor energieopslag’

De maritieme maakindustrie heeft de toekomst, zo wil de president van Huisman maar zeggen. Bovendien wordt de sector ook politiek gezien, wat onder meer blijkt uit een gezamenlijke sectoragenda van meerdere ministeries. Daarin wordt gepleit voor samenwerking en kennisdeling, naast ook hier de waarschuwing zaken niet te veel op hun beloop te laten. Het politieke besef is welkom, zegt Roodenburg, al is het wat hem betreft vooral aan bedrijven zelf. ‘Markten verzadigen. Dus moet je daarop anticiperen, zelf continu nieuwe wegen bewandelen.’

Technologisch versus economisch

Dat laatste onderstreept Marc Evers, als ondernemer ruim dertig jaar actief in de hightech industrie. Hij ziet dat het overheidsbeleid elke vier, vijf jaar eenzelfde cyclus ingaat. ‘Dan komt er een nieuwe structuur, met een andere kijk op zaken. Gevolgd door veel moois op papier, met de nodige projecten. Maar ik denk dat minder dan de helft ervan op die nieuwe visie leunt, de rest hangt er maar wat bij.’

Menig idee komt daardoor niet van de grond, ervaart Evers, simpelweg omdat het potentieel niet wordt onderkend. ‘Ik begrijp het wel; naast een technologisch is er ook een economisch belang. Maar voor beleid op de langere termijn is het goed om over markten heen te kijken. Minder afgebakend te denken, en het veel meer in slimme combinaties te zoeken.’

Bruggen tussen markten

Vandaar ook The Bicycle Repair Man (TBRM), waarmee Evers de kennis en slagkracht van engineeringbedrijven samenbrengt met de ideeën van start-ups. Bedoeld voor de benodigde vaart, en daarmee een boost voor ontwikkeling en prototyping. ‘De hightech is het startpunt, maar verbindingen naar andere markten liggen voor de hand. Denk aan de energiemarkt. Aan medical, agro en ICT. Sla bruggen over en weer, versterk elkaar. De kracht van de bv Nederland schuilt juist in die dwarsverbanden.’

Zelfredzaamheid van de industrie is een groot goed, beaamt Eric Hezemans van Millux. ‘Je kunt je afvragen of subsidie voor bedrijven en sectoren wel altijd het juiste middel is. Sterker nog, ik denk dat het eerder averechts werkt.’ Foto: Bart van Overbeeke. Foto’s Vincent Knoops

Gevraagd naar een kansrijke technologie, noemt Evers luchtzuivering via 3D-geprint metaal, als onderdeel van een katalysator. Een specifieke toepassing, met complexe technologie als basis. ‘Dit voorbeeld laat zien waar we hier in Nederland goed in zijn. Ons algemene verdienmodel zit ’m vooral in kleine systemen, waarin veel geïntegreerde functionaliteit voor een specifieke oplossing zorgt. We hebben er de kennis voor.’

Groots in klein

Laten we inderdaad focussen op kleinere, kennisrijke markten, vindt ook Eric Hezemans, directeur van Millux. Zelf doen ze bij het bedrijf in Wijchen niet anders, met lasertechnologie voor ultraprecisie. Die miniaturisering heeft nu eenmaal de toekomst, zegt hij, wijzend naar het verleden. ‘We zijn het land van optica en microscopen, van Antoni van Leeuwenhoek destijds tot een bedrijf als ASML vandaag de dag.’ Kansen zijn er ook in de energiesector, al moeten we daar volgens Hezemans verder kijken dan naar alleen elektrische accu’s. ‘Laat die liever aan de automotive. Oftewel aan de grotere markten, zodat we niet hoeven te concurreren met veel grotere economieën.’

Nee, leg eerder de nadruk op bijvoorbeeld elektrolysers voor groene waterstof, of op brandstofcellen, vindt Hezemans. ‘De uiteindelijke toepassing maakt me niet eens zoveel uit. We moeten hoe dan ook iets met de mogelijkheden voor energieopslag. Daar is behoefte aan, de prijzen per watt voor stationaire opslag zijn nu veel te hoog.’ Vergeet bovendien niet dat er qua energiebronnen meer is dan alleen de zon. ‘Die schijnt alleen overdag en in Nederland lang niet altijd. Wind is dan een mooie aanvulling, zoals ik bijvoorbeeld ook zou inzetten op waterkracht.’

Het risico bestaat dat de overheid inzet op een infrastructuur die al snel wordt ingehaald door een nieuwe technologie, ziet Henk Tappel van Bronkhorst High-Tech. ‘Zet daarom vanuit de politiek vraagstukken op. Maar daag het bedrijfsleven uit met oplossingen te komen.’ Foto: Bronkhorst

Terughoudend met TRL1

Henk Tappel is technisch directeur van Bronkhorst High-Tech, dat het hoofdkantoor in Ruurlo heeft en is gespecialiseerd in flowoplossingen. Ook hij ziet de kansen van duurzame manieren voor energieopwekking. ‘Maar het is nu vaak te weinig om ermee op te schalen. Let er daarom als overheid op dat je niet alles subsidieert in Technology Readiness Level 1. Er moet meer ruimte zijn voor het experiment. Als iets levensvatbaar is, wijst zich dat vanzelf.’

Veel overheidskeuzes zijn vooral gebaseerd op de theorie in plaats van de praktijk, ziet Tappel. Met het risico dat de overheid volgens hem inzet op een infrastructuur die al snel wordt ingehaald door een nieuwe technologie. ‘Zet daarom vanuit de politiek vraagstukken op, stel einddoelen. Maar daag het bedrijfsleven uit met oplossingen te komen. De technologie bedenken en uitwerken is aan de ingenieurs. De overheid kan dat niet; daarvoor zitten er te weinig techneuten in de Tweede Kamer.’

Multidisciplinaire aanpak

Nederland is sterk in markten als de agro, weg- en waterbouw en hightech, zegt Tappel. Dat zal niet veranderen, dus laat Nederland zich daarop blijven richten. Daarnaast legt hij net als Evers van TBRM de nadruk op ‘de multidisciplinaire manier van aanpakken en oplossen’. ‘Dat is wat de Nederlandse industrie typeert. Neem bijvoorbeeld een elektronenmicroscoop van Thermo Fisher. In zo’n product komt van alles samen, van chemie en vacuümtechniek tot magnetisme, hoogvermogenselektronica en reinheid.’

‘Houd de innovatie en het hightech werk hier’

We hebben hier door de eeuwen heen zo onze eigen manier van samenwerking ontwikkeld, benadrukt Tappel. Noem die aanpak eigenzinnig. Kritisch ook, zonder alles direct voor waar aan te nemen. ‘Juist die eigenschappen vormen de basis voor elke nieuwe ontwikkeling. En dat begint bij ons onderwijs. Dat moet zo laagdrempelig mogelijk zijn, voor de combinatie van feitenkennis en een nieuwsgierige blik.’

Focus op onderwijs

Ook Hezemans benadrukt de rol van goed onderwijs. ‘Niet in de laatste plaats omdat het daar de afgelopen jaren te veel aan heeft ontbroken. Opleidingen zijn er niet beter op geworden, en intussen zijn jonge mensen door het leenstelsel opgezadeld met een enorme studieschuld. Ze zijn in die positie gemanoeuvreerd, durven niets meer. En dan gaat de politiek nu voor ze bepalen welke markten kansrijk zijn? Het is de verkeerde focus geweest.’

Zelfredzaamheid van de industrie is een groot goed, zo gaf Roodenburg van Huisman hiervoor al aan. Hezemans onderschrijft dat. ‘Je kunt je afvragen of subsidie voor bedrijven en sectoren wel altijd het juiste middel is. Sterker nog, ik denk dat het eerder averechts werkt. Het overheidsbeleid is de afgelopen jaren veel te instrumenteel geweest, te weinig gericht op de lange termijn. Financiële ondersteuning is prima, maar dan eerder aan de basis, dus in het onderwijs.’ Laat bedrijven vooral hun eigen weg vinden, zo wil Hezemans maar zeggen. ‘De eerste vijftien jaar van ASML waren ook een kwestie van geld zoeken, overleven en technische problemen oplossen.’

Kans op export verkeken

Een bedrijf als Huisman heeft nooit subsidie gehad, zegt Roodenburg. ‘Ook niet nadat we een getijdencentrale in de Oosterschelde hadden gebouwd. De prijs voor een kilowattuur windenergie lag destijds op 16 eurocent, maar de overheid had er maar 8 cent voor over. Terwijl het principe hetzelfde is: een turbine die wordt aangedreven door water in plaats van wind. Bovendien zijn getijden voorspelbaar. We wilden daarna nog zo’n centrale bouwen, maar dan met twee, drie keer zo veel vermogen. Het had een exportproduct kunnen worden, maar helaas, door de misvatting over het technische principe is dat dus mislukt. Erg jammer, ik baal er nu nog van.’

Het project had volgens de president van Huisman een mooie leercurve opgeleverd. ‘We hadden de technologie kunnen doorontwikkelen en die op steeds grotere schaal kunnen toepassen en continueren.’ En dat alles door buiten afgemeten kaders te starten, zo klinkt het, en te willen investeren in de toekomst. Vandaar ook Roodenburgs geloof in de hightech sector, de groei in die markt spreekt volgens hem boekdelen. ‘Kansen zijn er ook met nieuwe bronnen van energie, al moet de beeldvorming dan wel kloppen.’

De 1-daagse masterclass vindt opnieuw plaats op woensdag 17 april en donderdag 3 oktober 2024. Aanmelden en informatie.

Link magazine februari/maart 2024 Thema: Verdienmodel van de toekomst voor de BV Nederland. Lees Link magazine digitaal of vraag een exemplaar op bij mireille.vanginkel@linkmagazine.nl

Andere kijk op renewables

Zo was Roodenburg pas nog bij een bijeenkomst over hernieuwbare energie. ‘Er werd alleen gesproken over elektriciteit. Alsof alle renewables per definitie elektrisch zijn!’ Hij kan er maar moeilijk over uit, niet in de laatste plaats omdat andere energiebronnen al snel over het hoofd worden gezien. ‘Van het energieverbruik in Nederland is 41 procent warmte. Dan moet er ook aandacht zijn voor geothermie, lijkt me.’

Uiteindelijk moet belastinggeld simpelweg terechtkomen waar het zin heeft, zegt Roodenburg. ‘Neem de ontwikkelingen met waterstof. Prima om daar overtollige energie in op te slaan. Maar waterstof produceren om daar elektriciteit van te maken? Dat is de verkeerde weg. Bij het maken van waterstof verlies je een derde van de energie, en bij het omzetten in energie wederom een derde. Veel mensen realiseren zich dat niet.’

‘Tuinbouw moet anders’

De toekomst moet hoe dan ook duurzaam zijn, vindt Roodenburg. Dus is hij stellig over hoe de tuinbouw hier in Nederland is ingericht. ‘Die sector vraagt 10 procent van ons gasverbruik, alleen om de kassen te verwarmen. En dan halen we vervolgens mensen uit het buitenland om in diezelfde kassen te komen werken. Nee, stimuleer de sector dan om gewassen te verbouwen in landen waar vaker de zon schijnt, wat bovendien lokale werkgelegenheid en kennis oplevert. En houd de innovatie en het hightech werk hier.’

Het vraagt wellicht extra inspanning om zo’n ontwikkeling goed op gang te brengen. Maar besef dan ook dat financiers elkaar goed in de gaten houden, zo merkt Evers op. ‘Is er één over de dam, dan volgen er altijd meer. Weet daarom als land wat je eigen kerncompetenties zijn, breng die goed in kaart. Zo wordt duidelijk waar je kunt opschalen en ontstaat er geloof in een nieuwe technologie. Als dan één investeerder instapt, kan het daarna snel gaan.’

 Lastige tijden maken creatief

Er zijn van die bedrijven die de kracht van de Nederlandse maakindustrie veelzijdig laten zien. Henk Tappel, technisch directeur bij Bronkhorst High-Tech, verwijst naast het eigen bedrijf ook naar de Eindhovense Brainport-regio, om zijn antwoord direct aan te vullen met Kaak. Dat bedrijf heeft vestigingen wereldwijd, met het hoofdkantoor in het Gelderse Terborg en is gespecialiseerd in broodbaklijnen. ‘Daar komt veel software aan te pas, bedoeld om met zo weinig mogelijk energie de kwaliteit van zo veel mogelijk broden te borgen. De focus op de carbon footprint is interessant, er komen veel disciplines samen.’

Ongetwijfeld speelt bij Kaak vandaag de dag ook de 175-jarige geschiedenis een belangrijke rol. Immers, de impact van historie valt niet te onderschatten, stelt Millux-directeur Eric Hezemans. ‘De Nederlandse handelsgeest heeft gezorgd voor ondernemerschap. Bovendien werden we juist creatief in tijden dat het tegenzat. Denk aan Philips, dat de eigen lampen vanwege patenten niet kwijt kon in Duitsland, Frankrijk en Engeland. Dus is het bedrijf ermee naar Rusland gegaan, waar er veel zijn verkocht aan de tsaar. Spitsvondig zijn brengt een bedrijf nog eens ergens.’

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics