‘Op het vlak van vertrouwen in eigen kunnen en kennen heeft de hightech toeleverketen de afgelopen jaren grote stappen gemaakt’, zegt John Blankendaal van BI. Illustratief: een groeiend aantal Nederlandse suppliers hengelt tegenwoordig naar opdrachten van mondiaal sterke oem’ers in Zuid-Duitsland. ‘Actief en zelfbewust, met een houding van: ook jullie kunnen we toegevoegde waarde bieden.’
Vijf jaar Brainport Industries: deelnemers blaken van zelfvertrouwen
BI bestond in maart vijf jaar. Met 92 deelnemende bedrijven, ruim een derde van buiten de Brainport-regio, is dat het grootste netwerk (‘ecosysteem’) in ons land van eerste-, tweede- en derdelijnstoeleveranciers in de hightech maakindustrie. ‘Ons doel’, vertelt directeur John Blankendaal, ‘is de deelnemende bedrijven te ‘verbinden’, de professionaliteit van de keten verder te verhogen en de concurrentiekracht te vergroten. Dat doen we in drie domeinen: technologie, mens en markt. Samen hebben we de afgelopen vijf jaar veel tot stand en in beweging gebracht.’
Eigen agenda
Hij noemt de oprichting van het Brainport Industries College en Teclab (in het domein mens); de inbreng in het industrieel 3D-printen-initiatief AddLab en het optuigen van de fieldlabs Flexible Manufacturing en The Smart Connected Supplier Network (domein techniek). En, aan de marktkant, de Brainport Industries Campus die er nabij Eindhoven Airport gaat komen. Waar hij het meest trots op is? ‘Alles overziend, is het toegenomen zelfbewustzijn en vertrouwen van de toeleverketen voor mij het belangrijkste dat we samen voor elkaar hebben gekregen. Voorheen hadden we altijd een beetje de houding van ‘u vraagt, wij draaien’. Nu veel minder: steeds meer suppliers zetten hun eigen agenda, nemen zelf initiatief, treden zelfbewust naar buiten. Een totaal andere mentaliteit dan vijf, tien jaar geleden. Van klassiek uitbesteden naar ondernemend samenwerken, zeg ik altijd.’
Eigen producten
Het gegroeide vertrouwen is gestoeld op de vaak beschreven outsourcing-trend onder oem’ers. Die noodzaakte de first tiers om zich te versterken, onder meer met in-huis ontwikkeling/engineering, en op hun beurt de eisen aan hun second en third tiers op te schroeven. ‘Daardoor is’, zegt Blankendaal, ‘de gehele toeleverketen op een hoger niveau gaan acteren.’ En durfde een VDL ETG het aan om de complete verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering, (door)ontwikkeling, installatie, onderhoud & service van een module in de waferstepper van ASML op zich te nemen. Zulke omm’ers (original module manufacturers) zijn en komen er meer, weet hij. ‘Net als eerstelijnstoeleveranciers die hun opgebouwde r&d-capabilities – met nadruk op de d – gaan inzetten om via productization tot eigen eindproducten te komen. Verbreding van het werkterrein om minder te leunen op een beperkt aantal oem’ers of een specifieke sector is ook een duidelijke trend.’
Risk-reward-modellen
Net als groeien met acquisities – zoals recent nog door NTS-Group, dat Norma overneemt. Schaalgrootte helpt natuurlijk: je kunt meer toegevoegde waarde bieden, je spreidt je omzet door nieuwe markten aan te boren en speelt je in de kijker als serieuzere partij. Prima ontwikkelingen, vindt Blankendaal, met nog wel rafels eraan. Zoals: ‘Neem je meer verantwoordelijkheid, dan loop je meer risico. Voor dat én voor al die investeringen die je hebt gedaan, wil je wat dekking hebben. Dan is ‘kostprijs-plus’ niet genoeg om nog iets van die toch al kleine winstmarges over te houden. Dus moeten we toe naar andere businessmodellen, risk-reward-modellen, met iets van ‘samen lachen, samen huilen’ erin. Niet afgerekend worden op de kostprijs van een kilootje staal plus wat bewerkingsuren en een kleine fee, maar meer op wat je met elkaar aan toegevoegde waarde creëert.’