Edward Voncken: met nieuw samenwerkingsmodel inspelen op behoefte aan grote key suppliers
Grote oem’s willen een beperkt aantal, omvangrijke key supplier die genoeg uithoudingsvermogen hebben om de volledig verantwoordelijkheid te dragen over de ontwikkeling en productie van een bepaalde module. Diverse collega-toeleveranciers hebben wel oren naar zo’n positie. Zo ook KMWE, maar niet door zelf maar zoveel mogelijk ontwikkel- en maakactiviteiten naar binnen te halen. Managing-director Edward Voncken kiest voor het aangaan van strategische partnerships – als AddLab – die straks een onderkomen moeten krijgen op de Brainport Industrie Campus (BIC).
Edward Voncken van KMWE en mede-initiator van de Brainport Industrie Campus: ‘Samenwerking van diverse bedrijven in de keten, om de compleetheid en capaciteit van de grote toeleverancier te kunnen bieden, in combinatie met het agile van de kleine. Precies dat is wat we met de BIC willen.
Als Edward Voncken het heeft over de invulling van de ‘fabriek van de toekomst’ op van de Brainport Industries Campus (BIC) die aan de noordwestkant van Eindhoven moet verrijzen, spreekt hij over nieuwe samenwerkingsmodellen tussen bedrijven en kennisinstellingen. Samenwerkingsverbanden waarin opgenomen een ondernemer – een oem – die een product of module wil ontwikkelen en vermarkten en die bereid is daarin te investeren. Waarin ook partijen – bedrijven maar ook hbo’s en roc’s – die zorgen voor de ontwikkeling, doorontwikkeling en het testen. Waarin voorts producerende en assemblerende bedrijven, maakbedrijven die samen de verschillende componenten en modules produceren en samenbouwen tot dat product of die module. En waarin, tot slot, afnemers die die machine of dat apparaat willen aanschaffen voor in hun eigen processen en hun ervaringen daarmee willen terugkoppelen naar groep van ontwikkelaars en opleiders.
AddLab
Hét voorbeeld van zo’n samenwerkingsmodel is AddLab. AddLab is een onderdeel van het technologieprogramma CFT 2.0 van Brainport Industries, bedoeld om hightech toeleveranciers vertrouwd te maken met additive manufacturing (3D-printing) met metaal. De leerschool van het AddLab biedt masterclasses en online lesstof, maar vergt vooral veel zelf doen en van elkaar leren. Deelnemers zijn onder meer FMI, Philips Innovation Services, Machinefabriek De Valk, Frencken, KMWE, NTS Group, MTA, Kaak Groep en Additive Industries. De laatste onderneming heeft de ‘steile leercurve’ die het als deelnemer in AddLab heeft doorlopen, ook benut om een eigen 3D-metaalprinter (de MetalFAB1) te ontwikkelen en op de markt te brengen, dat in nauwe samenwerking met de andere ‘Addlab-bedrijven’ in de rol van mede-ontwikkelaar en toeleverancier.
Andere voorbeelden
Maar Voncken heeft, samen met de andere initiators, Brainport Industries, BOM en Stam + De Koning Bouw, die straks de campus wil gaan ontwikkelen en exploiteren, nog een aantal andere voorbeelden uitgewerkt. Juist omdat die slimme fabriek van de toekomst op de BIC een omgeving zal bieden voor hightech high mix high complexity low volume-productie en het daar aankomt op een hoog niveau van flexibele automatisering, zijn het voorbeelden van producten die nodig zijn om die fabriek goed te laten draaien. Voncken: ‘Er zal een uitgebalanceerd en intelligent logistiek systeem moeten komen dat door de leden van het samenwerkingsverband geïnitieerd, ontwikkeld en vervolgens toegepast wordt in die slimme fabriek. Datzelfde geldt voor slimme interfaces die ervoor moeten zorgen dat bijvoorbeeld een intelligente pallet kan communiceren met een bewerkingsrobot waar zij de werkstukken aflevert of juist weer ophaalt en verder brengt naar de volgende bewerkingsstap. Maar je kunt ook denken aan een handlingsysteem dat op een slimme, zeer flexibele wijze in staat is die pallet te ontladen en de producten te verpakken en gereed te maken voor transport.’ Ook een AddFab, als opvolger van het AddLab, ziet hij als optie. ‘Daar kan op basis van gebruikservaring, die 3D-metaalprinter en 3D-print-processen worden doorontwikkeld. Ontwikkelactiviteiten waar ook studenten aan kunnen bijdragen en van kunnen leren, gebruikmakend van de onderzoeksfaciliteiten van de deelnemende bedrijven.’
Bereid te delen
Voordeel van deze opzet is dat de community kan komen tot marktrijpe, ‘smarte’ innovaties waar de deelnemers afzonderlijk niet de kennis en de middelen voor hebben. De deelnemende onderwijsinstellingen (mbo en hbo) verwerven zich toegang tot state of the art-kennis en -ontwikkel- en -productiefaciliteiten die een school alleen zich nooit kan veroorloven. Maar dat succes is wel afhankelijk van de bereidheid van de leden van de BIC-community om open samen te werken en risico’s en opbrengsten te delen. ‘Door met dezelfde partners de machine door te ontwikkelen, processen voor de serieproductie vrij te geven en gelijktijdig ook weer betrokken te zijn in het ontwerp en toelevering van de machine heeft Additive Industries een unieke positie verworven bij bijvoorbeeld Airbus (afnemer van een MetalFab1 bèta-machine, red.). Die behoudt je alleen als de hele community open met elkaar blijft samenwerken. Stel dat een van de ontwikkelende of toeleverende partijen bepaalde kennis of technologie voor zichzelf houdt waardoor Additive Industries zijn 3D-metaalprinter niet gekwalificeerd krijgt, dan heeft het samenwerkingsverband een probleem.’
Compleet én agile
Cruciaal voor het succes van de BIC-samenwerkingsverbanden zijn natuurlijk ook die ondernemer en diens businesscase en product. Want die moet investeringsbereid zijn en een markt hebben voor een typisch hightech high complexity high mix low volume-product is waar ook elders in de community behoefte aan is. En dat dus juist in een flexibele productieomgeving als deze fabriek van de toekomst kostenefficiënt te bouwen is. Dat die ondernemers zich zullen melden, daarvan is Voncken overtuigd. Immers, met deze samenwerkingsvorm wordt ingespeeld op de vraag van oem-klanten naar toeleveranciers die in staat zijn de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen voor ontwikkeling, bouw en onderhoud van apparaten of modules daarin. ‘Ik zie twee trends. De ene is die van de system supplier die zijn schaal vergroot en steeds meer ontwikkel- en bewerkingsactiviteiten en -verantwoordelijkheden naar binnenhaalt. De ander is die van samenwerking van diverse bedrijven in de keten, om de compleetheid en capaciteit van de grote toeleverancier te kunnen bieden, in combinatie met het agile van de kleine. Precies dat is wat we met de BIC willen. BIC in plaats van big, ja.’
BIC: ruimte voor delen en niet-delen
Een onderkomen waarin de bewoners voor zichzelf houden wat ze niet willen delen en samen doen waar dat tot ieders voordeel strekt. Daartoe komt er een groot overdekt industrieterrein van twintig hectaren met daarin de fabriek van de toekomst, met smart technologie ingerichte 24/7-productieruimten en op maaiveld vrij baan voor de logistiek – met, als het even kan, automatisch geleide voertuigen (agv’s). En met een ‘atrium’ voor de shared facilities en de projecten die de bedrijven samen met onderwijs- en kennisinstellingen uitvoeren. In een park van in totaal tweehonderd hectare, aan de noordwestkant van Eindhoven – aan de A2 en nabij Eindhoven Airport.