Ministerie van Hoop en Vrees

0

Met de naam van het nieuwe ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) is iets geks. Ga maar na: we hebben ook geen ministerie van Goed Onderwijs of Schone Landbouw. Dat KGG wél een bijvoeglijk naamwoord heeft, duidt op een enorme uitdaging in het Nederlandse energie- en klimaatbeleid. Een uitdaging die PVV, VVD, NSC en BBB met de naam van het nieuwe ministerie uiterst expliciet hebben gemaakt.

Vrijwel alle kabinetten zeiden het deze eeuw al: ambitieus klimaatbeleid mag niet ten koste gaan van economische ontwikkeling. ‘Niet met geitenwollen sokken in een koud, donker huis zitten’, zoals de VVD het omschreef. Integendeel. Nederland zou gaan innoveren en groeien. Zo had minister Eric Wiebes (VVD) al een uitgewerkt plan voor de verduurzaming van de basisindustrie.

Alle mooie plannen ten spijt, tot nu toe is er weinig van terechtgekomen. In de praktijk sloeg vooral ‘klimaat’ de klok. Zo zorgt het Europese emissiehandelssysteem ervoor dat de industrie in 2040 niets meer zal uitstoten. Bedrijven zullen óf moeten vergroenen óf verdwijnen. En de Nederlandse CO2-heffing ‘beboet’, zoals D66 het bij de invoering in 2020 noemde, grote uitstoters in ons land nog eens extra.

Met de ‘stok’ zit het dus wel goed. Maar dat geldt niet voor de ‘wortel’. Veel van wat voor groene groei nodig is, ontbreekt. Zoals voldoende elektriciteitskabels en andere infrastructuur. De voor de Limburgse chemiesector essentiële Delta Rhine Corridor is zeker vier jaar vertraagd. Pas in 2032 liggen de kabels en leidingen er, als het meezit. En er zijn meer obstakels.

Al jaren neemt de EU-importafhankelijkheid op het gebied van energie toe. Ook essentiële grondstoffen voor windturbines, elektrische auto’s en batterijen moeten we van ver halen. Energie kost in de EU aanzienlijk meer dan in Azië en de Verenigde Staten. En in Nederland zijn de totale elektriciteitskosten nóg hoger dan in de omliggende landen.

Ook is onze poldercultuur maar matig geschikt voor de fundamentele veranderingen die nodig zijn. Echt ergens voor kiezen valt ons zwaar. Aan een visie op het toekomstig verdienmodel van Nederland, die je uiteraard eerst moet hebben, ontbreekt het nu nog. Hoe Nederland groene groei concreet van de grond wil krijgen, is nog onduidelijk.

En dan is er nog het prijskaartje. Is dit kabinet – dat ‘de bakker op de hoek’ en ‘de burger’ als hoeksteen heeft genomen – bereid om grote, overwegend fossiele multinationals financieel te steunen bij hun omslag? Steun die in Azië, het Midden-Oosten en Verenigde Staten makkelijker en ruimhartiger wordt gegeven.

Nee, voorlopig ziet het er niet goed uit. Wellicht komt er na Prinsjesdag meer duidelijkheid. Komt KGG-minister Sophie Hermans plots met een overkoepelende visie op groene groei, maakt het kabinet duidelijke keuzes en gaat het er met z’n volle gewicht achter staan. Laten we het hopen, want voorlopig is Hermans vooral de baas van het ministerie van Hoop en Vrees.

Remco de Boer is energieonderzoeker en communiceert over het onderwerp via artikelen, boeken en podcasts.

 

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics