Lachen en leren tijdens Link’s ‘Nederland-gaat-meerwaarde-creëren’-talkshow
De twee hosts wisten een aangename balans tussen lachen en leren te vinden. Samen met hun vier gasten, op de bank van Link’s ‘Nederland-gaat-meer-waarde-creëren’-talkshow, voorafgaand aan de uitreiking van de DISA-awards. Vier zeer uiteenlopende karakters uit zeer verschillende segmenten van de industrie. Met wel een – impliciete – gemeenschappelijke boodschap: waarde creëer je met passie. Of, zoals Arjan van Weele het duidde met een citaat van Confucius: ‘Als je werk vindt dat bij je past, hoef je nooit meer een dag te werken.’
‘professionele ongehoorzaamheid’
Gastheer Maarten Steinbuch trapt af met een pleidooi voor ‘professionele ongehoorzaamheid’. Onderstreept door een krachtig filmpje over de ultieme vrijheid van denken die de mens als kind van vier geniet, daarna geleidelijk wegzakkend in ‘terminale serieusheid’. Om af te sluiten met de stelling: ‘Als ik meer fouten maak dan jij, win ik.’ ‘Geef als manager je mensen de ruimte buiten de lijntjes te treden, om waarde te creëren’, houdt Steinbuch de ruim 200 hoofdzakelijk industriële managers voor die eind november een stoel hebben weten te bemachtigen in de overboekte talkshow. Steinbuch’s professorale host-collega Arjan van Weele start met een gedicht van Lucebert, over het niet-vangbare fenomeen ‘waarde’. Of iets waarde heeft, hangt volledig af van het perspectief: ‘Aandeelhouderswaarde kan ten koste gaan van maatschappelijke waarde en klantwaarde; andersom geldt dat niet’, gaf ook hij zijn gehoor een serieuze boodschap mee.
Watson, de cognitieve computer van IBM
De eerste gast op de bank in Boerderij Mereveld bij Utrecht is Gerard Smit. De cto van IBM Benelux, die leiding geeft aan 4.000 engineers, maakt direct duidelijk dat ook een megabedrijf als IBM in staat is echte waarde voor de mens te creëren. Het wordt een interview van duizelingwekkende getallen. Over Watson, de cognitieve computer die IBM naar analogie van de werking van het menselijk brein heeft ontwikkeld. Die kan 200 miljoen pagina’s ongestructureerde informatie per seconde verwerken en omzetten in een kookadvies aan koks. Of, serieuzer, in een behandeladvies aan oncologen. Een Watson-toepassing die ondernemers antwoord geeft op de vraag ‘Waar zitten mijn klanten over drie jaar?’, is er ook al. IBM, dat over 7.000 ‘big data’-patenten beschikt en partnert met Apple en Twitter, probeert dus relevante informatie te halen uit de enorme datastroom die het internet produceert. En heeft daarvoor een duidelijke roadmap: in 2023 is er een computer beschikbaar met de snelheid en de flexibiliteit van het menselijk brein; in 2045 is dat er een met het denkvermogen van de complete mensheid. De onrust in de zaal wordt voelbaar als Smit dat trots aankondigt. Bezwerend: ‘Natuurlijk moet het systeem altijd ondersteunend blijven aan de mens. Met overheden moeten duidelijke spelregels worden afgesproken.’
Wij nemen in feite hele productlijnen over van de klant
Richard Tromp, de tweede gast, zet het gehoor direct weer met beide benen op de grond als Arjan van Weele hem uitdaagt: ‘Waarom ben jij onvindbaar op LinkedIn?’
De Tukker reageert nuchter: ‘Ik zie geen toegevoegde waarde in sociale media voor mijn bedrijf.’ De gang van zaken bij Aeronamic spreekt dat, op z’n zachtst gezegd, niet tegen: het afgelopen jaar sleepte de Almelose onderneming de ene na de andere superorder binnen. Het bedrijf maakt onderdelen voor de JSF en Boeing, in opdracht van tier one-bedrijven als Hamilton Sundstrand en Honeywell. ‘Wij nemen in feite hele productlijnen over van de klant’, legt de general manager uit. Van Weele, met enige oprechte verbijstering in de stem: ‘Hoe kom je daar als klein, onbekend Almeloos bedrijf binnen?!’ Waarop Tromp met verve uit de doeken doet dat Aeronamic is ontstaan uit ultracentrifugebedrijf Urenco en daaruit veel verstand van razendsnel ronddraaiende delen heeft meegenomen. En verder is het een kwestie van veel geduld, van genoegen nemen met kleine, maar lastige opdrachten en die jarenlang heel trouw uitvoeren, vrijwel foutloos, precies meebewegend met de vraag van de klant. ‘Met het binnenhalen van die JSF-opdracht zijn we wel tien jaar bezig geweest.’
Valk Welding, strategisch partnership met lasrobotgigant.
Ook Remco Valk, dga van Valk Welding, is het succes niet komen aanwaaien. In 1989, toen de onderneming – in handen van zijn vader – nog een puur handelsbedrijf was, raakte het zijn distributor-status en 69 procent van de omzet in één klap kwijt. Dat ‘leermoment’ leidde er uiteindelijk toe dat Valk gedreven op zoek ging naar een plaats hoger in de keten. In eigen beheer werd een ‘bril’ ontwikkeld, een vision-systeem waarmee de robot z’n laswerk aanpast aan de veranderingen in de afmetingen van het metaal ten gevolge van verhitting. Het bedrijf uit Alblasserdam heeft een strategisch partnership met lasrobotgigant Panasonic: plusminus tien procent van de zowat 500 robots die de Japanse multinational maandelijks produceert, rust Valk Welding uit met zijn add-on en zet die in de markt. De snelle groei van het bedrijf uit zich in het openen van vestigingen in Europa en wellicht ooit nog eens de VS – en in het aanstellen van mensen uit allerlei landen. Onder andere Fransen: ‘Die halen we voor een jaar naar Alblasserdam waar geen sprake is van een 35-urige werkweek en waarin ze alleen maar Engels mogen spreken. Als ze dat volhouden, zijn het goeies’, aldus Valk met een grijns.
No sales no innovation
Ook de laatste bankzitter, Geert Woerlee (in een ambiance van louter kostuums gekleed in bloemetjesoverhemd), laat blijken na te denken over zijn human capital. Al eerder had hij in Link Magazine verklaard dat het vrijwel ontbreken van vrouwen in het voortbrengingsproces, wat bij veel industriële bedrijven het geval is, ‘erg ongezond’ is. Koren op de molen voor Van Weele, die ’m daarmee confronteert. De dga van FeyeCon: ‘Vrouwen willen ook weten wat níet kan. Dat is belangrijk, omdat je succes altijd afhankelijk is van de zwakste schakel in de keten. Vrouwen maken fouten zichtbaar en alleen dan kun je ervan leren’, haakt hij in op de stellingname waar Steinbuch het seminar mee startte. Woerlee heeft geen moeite te erkennen dat trial and error zijn levensmotto is. Werken bij grote ondernemingen, in de wetenschap; hij heeft het geprobeerd. Zijn woorden kiezend uit een geheel eigen idioom: ‘Maar ik bleek nergens voor geschikt. Want in de comfortzone voel ik mij niet comfortabel.’ Dus werd hij maar ondernemer, ‘by default’.
Pinbaar
Inmiddels beschikt hij over een reeks bedrijven die allemaal ‘iets met CO2’ doen – van het verven van textiel voor Nike tot en met het produceren van cannabispillen voor ms-patiënten. Zo creëert hij veel maatschappelijk waarde. ‘Maar levert dat dan ook geld op’, wil Van Weele weten. Voor Woerlee, de schaarse haren in pieken omhoog, blijkt passie om te creëren de driver en geld slechts een voorwaarde: ‘De route naar de klant kan vrij lang zijn. De ontwikkeling van de textielverfmachine heeft vijftien jaar gekost.’ Een traject dat hij afrondt samen met zijn launching victim – zoals Woerlee, quasi-serieus, zijn launching customer noemt: ‘We lijden samen tijdens het afleggen van een moeilijk pad vol tegenslagen.’ Maar uiteindelijk, erkent hij, ‘moet de waarde die je creëert wel ‘pinbaar’ worden. No sales no innovation.’