De producenten in de industrie waren in maart iets negatiever dan in februari. Het vertrouwen ging van -4,2 in februari naar -4,8 in maart, aldus het CBS. Fabrikanten waren minder positief over de verwachte bedrijvigheid en negatiever over hun voorraden. Het producentenvertrouwen lag in maart onder het gemiddelde van de afgelopen 20 jaar van -1,3. Het vertrouwen bereikte in oktober 2021 de hoogste waarde (10,4). In april 2020 werd de laagste waarde (-31,5) genoteerd.
Producenten waren in maart minder positief over de verwachte productie in de komende drie maanden. Daarnaast waren ze negatiever over de voorraden gereed product. Over de orderpositie waren fabrikanten echter iets minder negatief. Een deelindicator was positief. Het aantal producenten dat verwacht dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen was groter dan het aantal dat een afname van de productie voorziet.
De andere twee deelindicatoren van het producentenvertrouwen waren negatief. Het aantal producenten dat de orderpositie groot acht, was kleiner dan het aantal dat de orderportefeuille klein vindt, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal producenten dat de voorraad eindproduct als klein beschouwt, was kleiner dan het aantal dat de voorraden groot vindt.
In de meeste branches was het vertrouwen negatief. Het hoogst was het vertrouwen bij de producenten in de papier en grafische industrie, het laagst bij de fabrikanten van de hout- en bouwmaterialenindustrie.
De kalendergecorrigeerde productie van de Nederlandse industrie was in januari 5,5 procent lager dan in januari 2023. Ook in de voorgaande negen maanden van 2023 kromp de productie op jaarbasis. Ten opzichte van december daalde de productie met 4,7 procent.