Drang naar innovatie zorgt ervoor dat technologie zich snel ontwikkelt. Dat brengt ons veel, maar als de technologie eenmaal is gemaakt: wat zijn de consequenties ervan? Wat zijn de mogelijke bijeffecten? Denk bijvoorbeeld aan hoe social media in negatieve zin impact kunnen hebben op iemands privéleven. Of aan algoritmes met een bias in zich, en aan surveillance gedreven door artificial intelligence. Kunnen we zulke gevolgen niet voorkomen, door ethiek beter te integreren bij de vormgeving van technologie? Het is die vraag waarmee docent-onderzoeker Jo-An Kamp van Fontys Hogeschool ICT zich bezighoudt. En waarover ze samen met mede-docenten Huub Prüst en Wouter Lancee het boek ‘Technofilosofie in de praktijk’ schreef.
Bij het denken over technologie is er een afstand tussen ethiek en praktijk ontstaan, zo vertelt Kamp. ‘We zien wat technologie doet met de maatschappij, maar hebben er zelf niet direct invloed op. Meestal wordt er eerst wat gemaakt, daarna vinden we er pas iets van. Technofilosofie in de praktijk brengen betekent dat je een kritische, ethische blik toevoegt aan het ontwikkelingsproces van technologie. Dus niet (alleen) achteraf, maar juist ook vooraf en tijdens het innovatieproces. Op deze manier kun je namelijk nog iets veranderen als dat nodig blijkt.’
Kamp baseert zich daarbij op de zogenoemde Mediation Theory van Peter-Paul Verbeek, techniekfilosoof van Universiteit Twente. Verbeek stelt dat ethiek wordt bepaald door de innige relatie tussen mens en technologie, en niet alleen door één van beide. Kamp: ‘De insteek is niet om een oordeel te vellen, maar om meer bewustzijn in het hele proces te brengen. Welke effecten kan een technologie hebben in verschillende contexten, wat kan er gebeuren in de toekomst, hoe wenselijk zijn die effecten, wat accepteren we en wat kunnen we anders vormgeven?’
Het boek is gratis te downloaden via de site van Fontys en behandelt onder andere de publiek toegankelijke Technology Impact Cycle Tool (TICT). Die is ontwikkeld door een team van onderzoekers, docenten en studenten van Fontys, en biedt een framework voor het bevragen van technologie. ‘Je kunt niet elk effect van een innovatie voorzien’, stelt Kamp, ‘maar als het gaat om bias, privacy of security kun je er wel alert op zijn. De tool helpt om vanuit verschillende invalshoeken een technologie breed te evalueren. Er zit niet echt een moreel oordeel in de tool. In plaats daarvan is die vooral gemaakt om je te helpen de juiste ethische afwegingen te maken.’