‘Ik rijd sinds kort een Tesla en ik ontdek steeds weer functies die ook in een BMW hadden kunnen zitten. Ik krijg gratis updates, gratis Spotify en mag gratis gebruik maken van de supercharger. Terwijl ik weet dat Spotify niet gratis is, 
netzomin als energie. En ik realiseer me dat Tesla precies weet met hoeveel mensen ik wanneer in de auto zit. Hier zit dus een business model achter dat ik nog niet goed doorgrond, maar dus wel heel vernieuwend is’, aldus Thales ceo Gerben Edelijn. Het is volgens hem geen toeval dat juist de Californische softwaremensen met deze auto zijn gekomen en niet de traditionele autobouwers. ‘De wereld verandert snel en om daarop in te kunnen spelen moet je heel agile zijn en bereid zijn harder te werken voor hetzelfde geld.’
Agile zijn en bereid zijn harder te werken voor hetzelfde geld
Aldus een schets van Edelijn van de wereldwijde omgeving waar de Nederlandse industrie zich momenteel in bevindt. Het deed dat in dialoog met dagvoorzitter Rens de Jong tijdens het Jaarevent Smart Industry dat op 4 februari in Apeldoorn plaatsvond. Ten overstaan van zo’n zevenhonderd belangstellenden uit de sectoren defensie, life science, creatieve industrie en de hightech industrie. En die industrie moet, wat hem betreft, veel meer gebruik maken van de mogelijkheden van digitalisering dan het tot nog toe doet, om smart te worden, om sneller naar de markt te kunnen gaan met innovaties, om concurrerend te blijven. Dat geldt evenzeer voor zijn eigen Thales: ‘Wij staan helemaal aan het begin van de weg naar een smart industrieel bedrijf. Wij hebben zijn veel meer gaan focussen op onze core-technologie en besteden tegenwoordig veel uit om te komen tot zeer innovatieve radarsystemen. Maar dat doen we nog wel met een stofjas aan. We moeten veel meer gebruik maken van de mogelijkheden van digitalisering, om daarmee te verdergaand te modulariseren, om van ideeën veel sneller tot innovatieve systemen voor onze klanten te komen.’
Om die ketenprocessen goed te digitaliseren is wel één softwaretaal nodig, om al die verschillende systemen bij de diverse ketenpartijen goed op elkaar aan te sluiten, stelde Marc Hendrikse, 
trekker van de topsector HTSM en van de Digitale Fabriek over de doelstelling van dit fieldlab in zijn gesprek op het podium van het Orpheus Theater: ‘Nu moet er nog veel overgetypt worden en worden wijzigingen op de specificaties per email doorgegeven, met alle foutkansen van dien. We moeten toe naar digitale koppelingen die het mogelijk maken dat alle ketenpartijen altijd over de laatste, meest actuele gegevens beschikken.’ Zijn collega-trekker van de topsector Creatieve Industrie Ad van Berlo bepleitte een rechtstreekse, digitale koppeling tussen de industriële R&D en de eindklant: ‘Om sneller en beter te achterhalen wat die eindklant wil en zo sneller met de juiste innovaties op de markt te komen. Snelheid is de nieuwe currency.’
De middag werd afgetrapt met een interview met de trekker van de Smart Industry Actieagenda, FME-voorzitter
Ineke Dezentjé Hamming die haar tevredenheid uitsprak over de voortgang in de uitvoering van die agenda: ‘Een jaar geleden hadden we alleen nog maar een agenda. Nu draaien er negen fieldlabs, waarin ondernemers nauw samenwerken met kennisinstellingen en overheden, niet alleen bedoeld voor de grote bedrijven, maar juist ook voor het mkb. Voorts hebben nu tachtig smart industry-ambassadeurs, zijn er honderden bedrijfsbezoeken gebracht en beschikken we over een budget van 60 miljoen euro, bijeen gebracht door het bedrijfsleven en de overheid.’ Een bedrag dat later die middag, tijdens een van de parallelsessies, waarin Nederland-Duitse smart industry-projecten centraal stonden, in de schaduw kwam te staan van de investeringen in Industrie4.0 door onze oosterburen: 200 miljoen euro door de federale overheid en nog eens 700 miljoen door de deelstaten, aldus Joop Gilijamse, Innovatieadviseur van de Nederlandse ambassade in Berlijn.
Smart Industry-initiatief
Het Smart Industry-initiatief is ruim een jaar geleden van start gegaan om te zorgen dat het Nederlandse bedrijfsleven concurrent kan blijven door vol in te zetten op digitalisering van processen en producten. Betrokken zijn TNO, de Kamer van Koophandel, ministerie van economische zaken, Nederland ICT, VNO en FME.
