Wat ooit als afval werd gezien, geldt vandaag de dag meer en meer als een bron van hernieuwbare materialen. Zo ook bij Renewi, dat als waste-to-product bedrijf z’n bijdrage levert aan een circulaire economie. Marc den Hartog is managing director bij Renewi Nederland en wil uiterlijk in 2025 naar 75 procent recycling van al het afval dat ingezameld wordt. ‘Maar ook daarna zijn we nog niet klaar.’
Nog even en ook de afvalsortering verloopt zelflerend
Bedrijfsafval laten verbranden omdat dat goedkoper is dan het te recyclen. Vreemd dat dit in Nederland nog altijd veelal het geval is, zegt Marc den Hartog. ‘Het is een verkeerde prikkel, dat moet anders. Een taak voor het nieuwe kabinet, waarmee onze sector in gesprek moet.’ Wat hem betreft kan ons land een voorbeeld nemen aan Vlaanderen. ‘Daar geldt vanaf volgend jaar nieuwe wetgeving die verbiedt om recyclebare materialen te verbranden. Ik zie graag dat het in Nederland ook die kant opgaat.’
Begrijp Den Hartog niet verkeerd: er gebeurt ook in Nederland al het nodige om (bedrijfs)afval een tweede leven te geven. Maar het kan nu eenmaal altijd beter. Sneller ook. ‘Een status-quo, op de winkel passen: daar kan ik niets mee. Ik wil door.’ Voor z’n collega’s soms iets té snel, zo geeft hij lachend toe, maar oké, wijt dat dan maar aan de energie die hij zelf steekt in het streven naar meer circulariteit. ‘Ik jaag de vernieuwing graag mee aan.’
Jaarlijks 7 miljoen ton
Den Hartog is opgeleid tot scheikundige en werkte voorheen in diverse functies bij onder andere Unilever en voedingsconcern Corbion. Sinds april vorig jaar is hij aan de slag bij Renewi, dat afval inzamelt, verwerkt en zo veel mogelijk omzet in nieuwe secundaire grondstoffen. Dat doet de onderneming ook met bedrijfsafval, waarvan de divisie Commercial Waste Nederland jaarlijks van ruim 100.000 klanten zo’n 7 miljoen ton toegeleverd krijgt. Den Hartog staat aan het roer van die divisie die hij naar eigen zeggen heeft leren kennen als ‘een mensgerichte organisatie’. ‘We hebben zo’n 3.200 medewerkers. Velen van hen heb ik inmiddels ontmoet. Ik ben met chauffeurs en beladers mee op pad geweest, heb gesproken met en vooral geluisterd naar kantoormedewerkers.’ Wat hem tijdens al die gesprekken opviel, is hoezeer de blik van het bedrijf zich weer naar buiten richt. Dit na de fusie tussen Van Gansewinkel en Shanks Group, waar Renewi zo’n vijf jaar geleden uit voortkwam. ‘Medewerkers zijn betrokken, iedereen wil graag zijn steentje bijdragen aan de circulaire economie.’
Organisatielaag eruit
Gesproken over dat laatste: er is volgens Den Hartog nog veel te doen. Ook binnen de eigen organisatie, die hij na zijn aantreden versimpelde door er een managementlaag tussenuit te halen. ‘Daardoor worden onze acht areas in Nederland nu landelijk aangestuurd door meerdere onderdelen. Denk aan operatie en onderhoud, maar ook aan voertuigbeheer.’
‘Als het met minder kan, doe dat dan vooral’
Met die centrale aansturing moeten de areas meer ruimte krijgen voor bijvoorbeeld initiatieven met regionale leveranciers. En zo profiteren van versnelling, wat ook het doel is van de aparte afdeling die Den Hartog het afgelopen jaar opzette. Die afdeling werkt als landelijk aanspreekpunt en richt zich op innovatie en duurzaamheid. ‘We hebben er mensen vanuit meerdere regio’s voor vrijgemaakt. Samen zijn zij de kartrekkers van projecten waarmee we klanten ondersteunen bij de opgaven voor hun afvalstromen.’
Dwingen tot nadenken
Steeds meer klanten zijn bewust bezig met recycling en duurzaamheid, zo merkt Den Hartog. ‘Als vanzelfsprekend helpen wij hen daarbij. Bijvoorbeeld door onze mensen te detacheren bij een grote klant en ze daar bij een mini-milieustraat in te zetten. Afvalstromen worden op locatie al gescheiden, zodat het bedrijf daar zelf geen omkijken naar heeft.’ Een container huren kan natuurlijk ook, waarbij Den Hartog merkt dat klanten ook dan vaker het gesprek aangaan met Renewi. ‘Denk bijvoorbeeld aan de verpakkingen van leveranciers. Kan dat niet efficiënter? Duurzamer? En ook: goedkoper? Mogelijke kostenbesparingen kunnen leveranciers ertoe dwingen na te denken over hun verpakkingen. Daarvan profiteert de hele keten: de leveranciers van de klant zijn indirect ook die van ons.’
Klanten regelen de afspraken rondom bijvoorbeeld een container via Renewi’s digitale portal. ‘Met het proces aan de voorkant zijn we ver’, vindt Den Hartog, ‘maar ons productieproces kunnen we zeker nog verder verbeteren. Meer specifiek gaat het dan om betere, geavanceerdere sorteerinstallaties, waarvoor nu binnen het bedrijf meerdere pilots lopen. Het sorteren zelf verloopt mechanisch, maar wat als we er met artificial intelligence een zelflerend proces van maken? Met automatische detectie via herkenningssoftware kunnen we bijvoorbeeld gasflessen en batterijen sneller uit het afval halen. Dat verkleint het risico op brand en schade. En geeft ook omwonenden meer rust.’
Voorraadbeheer op de agenda
Met de rol als waste-to-product bedrijf maakt Renewi zelf deel uit van de productieketen. ‘Dat vraagt van ons andere afspraken’, benadrukt Den Hartog. ‘Afnemers van secundaire grondstoffen verwachten bijvoorbeeld een regelmatige aanvoer van materialen voor hun productie. Dus hebben wij nu te maken met voorraadbeheer, en zo ook met specificaties voor de eigenschappen van gerecyclede materialen.’
Ook een thema als onderhoud verandert binnen Renewi. ‘Preventief deden we altijd al veel. Maar naarmate alles steeds meer 24/7 draait, wordt de tijd dat onze installaties beschikbaar zijn steeds belangrijker. En daarmee bijvoorbeeld het meten van afwijkingen in de trillingen van sorteerlijnen, als indicatie voor toekomstig onderhoud. Predictive maintenance staat bij ons nog in de kinderschoenen, maar wordt meer en meer een thema.’
Minder is het beste
Mission 75, zo heet het hogere doel binnen Renewi’s zakelijke divisie: in de periode vanaf nu tot en met 2025 moet Renewi 75 procent van het totaal aangeleverde bedrijfsafval recyclen. Nu ligt dat nog op twee derde. Het doel is haalbaar, zegt Den Hartog, met grote investeringen in geavanceerdere sorteerlijnen en innovatieprojecten met diverse partners, variërend van grote multinationals tot kleine start-ups. ‘Maar daarna zijn we nog niet klaar. Er komt elk jaar van alles meer bij. En dus ook meer afval, terwijl niet al het afval valt te recyclen. Daarom zijn we bij Renewi een voorstander van consuminderen en hergebruiken, nog meer dan van recycling. Als het met minder kan, doe dat dan vooral.’
Bij zijn vorige werkgevers hield Den Hartog zich naast de ontwikkeling van bioplastics onder andere bezig met de certificering van palmolie. ‘Ik ben met Oxfam Novib in de bossen van Borneo geweest, en heb daar met eigen ogen de impact van ontbossing gezien. Dat heeft me gevormd, en geleid tot een intrinsieke motivatie om bij te dragen aan een betere, schonere wereld. Het belangrijkste wat je je als leidinggevende moet afvragen als het gaat om duurzaamheid, is in mijn ogen dan ook: waar sta ik zelf? Draag ik wat ik zeg ook echt uit? Zo ja, dan zul je zien dat veel mensen in het bedrijf diezelfde intrinsieke waarde met jou delen.’