Seminar-sprekers: ‘We moeten trotser zijn op onze industrie’
Verweven met de uitreiking van de Dutch Industrial Suppliers Awards 2007 was het seminar ‘Wat is het handelsmerk van Nederland?’. Sprekers uit de top van de Nederlandse maakindustrie gaven aan waarmee ons land zich mondiaal kan onderscheiden en hoe zij met hun onderneming deze sterktes benutten. Gelet op de belangrijke ontwikkelingen rond milieu en energie en de – internationale – regelgeving, de verkorting van de levenscycli van steeds complexere producten en de daarmee samenhangende behoefte aan multidisciplinaire kennis en creativiteit, waar liggen dan de kansen van de Nederlandse industrie en die van het eigen bedrijf? En welke rol moet de kennis- en de maakketen spelen om die mondiale positie te versterken?
Hans Ries
Na een welkomstwoord door Ruud van Dusschoten, directeur Mid Corporates Wholesale ING Bank, introduceert dagvoorzitter Arnold Blits de eerste van vier sprekers. Hans Ries is directeur van DDVS in Helmond, een bedrijf dat er bij uitstek in is geslaagd zich op die zeer kritische markt van militaire voertuigen mondiaal te onderscheiden. De geboren Duitser straalde vooral veel trots op zijn Nederlandse Fennek uit. Een korte videoclip over het militaire voertuig – ‘dat de Hummer lust bij het ontbijt’- introduceerde hij met de woorden: ‘Het is een Duitse film, maar het gaat om een Nederlandse voertuig!’ Overigens had hij ook kritiek op zijn huidige thuisland: ‘Het Nederlandse handelsmerk? Dat is kostenmanagement, het hanteren van de kaasschaaf om kosten terug te dringen en daarmee doen we onszelf te kort. Margemanagement zou belangrijker moeten zijn, ondersteund door een visie op de totale keten.’
Herman Hulshof
Ook kwam Herman Hulshof van Koninklijke Hulshof’s Verenigde Fabrieken aan het woord. De directeur van de leerproducent uit Lichtenvoorde gaf eerder in Link al zijn visie op onderscheidende innovatie. Innovatie die zijn bedrijf de gelegenheid biedt toch concurrerend te werken vanuit Nederland. ‘Azië en Rusland gaan nu ook consumeren en willen hoogwaardige luxe leren producten uit Europa.’ De komende jaren verwacht hij meer mondiaal ‘evenwicht’ door het verdwijnen van de grote loonverschillen. Daarmee behoren ‘vreemde’ handelstrajecten, waarin Europese huiden naar China gaan om als bankstel terug te keren, tot het verleden.
Niels Huber
Niels Huber, ceo van Koninklijke Boon Edam, een absolute wereldspeler in draaideuren, had ook al de ervaring dat Chinezen producten uit Europa willen. Net als de eerdere sprekers brak hij een lans voor de Nederlandse industrie, die meer waardering zou verdienen van onder meer scholieren. ‘Want ze kiezen nu liever voor een carrière bij een bank’, sprak hij met een kwinkslag richting gastheer ING. ‘We zouden ons als industrie beter moeten presenteren in de media, met een soapserie bijvoorbeeld.’
Hans Overdiep
Vierde spreker Hans Overdiep, manager Energietransitie bij GasTerra in Groningen, vervult met zijn organisatie een aanjaagfunctie, om de koppositie van Nederland als gasland te behouden. ‘De HR-ketel is een van onze handelsmerken, want er is geen ander land dat 98 procent van zijn huizen op die manier verwarmt, een manier die ons veel gas heeft bespaard.’ Om de stijgende vraag naar elektriciteit te beantwoorden en bij te dragen aan verdere CO2-reductie, werkt gashandelsbedrijf GasTerra momenteel samen met ketelfabrikanten en energiemaatschappijen aan de introductie van de HRe-ketel, die behalve warmte ook elektriciteit produceert. ‘Nederland, als gasland nummer één van de wereld, heeft met deze vorm van decentrale energieopwekking een nieuw handelsmerk in handen.’
