Nederland wil honderden vierkante kilometers zeewierboerderijen tussen offshore windmolens realiseren. Albert Heijn introduceert vegan spareribs. Anti-voedselverspillingsplatform Instock start met de Rescue Box, om boeren tegen een goede prijs van onverkoopbare producten af te helpen. Zomaar wat berichten uit de media van afgelopen weken. Consumenten willen duurzamer en gezonder eten. En er moeten in de nabije toekomst 10 miljard mensen op de aardbol gevoed worden. Producenten in de agro en food spelen erop in, de foodtransitie is gaande. Dat biedt kansen voor machinebouwers. Hebben die er genoeg oog voor?
–‘Voeding en gezondheid lijken nu nog vooral verre buren.’
– ‘In de agro en food opereren nog veel schakels nu los van elkaar.’
– ‘We moeten doorinnoveren, processen efficiënter maken.’
– ‘We zijn nog ver weg van het punt dat we vlees kunnen kweken tegen dezelfde kosten.’
– ‘Er zit een enorm gat tussen wat mogelijk is en wat er al gebeurt.’
‘Machinebouwers, er is nu momentum!’
Eigenlijk is het simpel. ‘Je wilt geen dinosaurus worden die het niet meer bij kan benen in de foodsector’, zegt Randy Jagt, partner strategie, innovatie en digitaal bij Deloitte. Deze zakelijk dienstverlener heeft een eigen Future of food-platform opgericht, waarbinnen honderden professionals over de hele wereld bedrijven adviseren hoe om te gaan met de ingrijpende foodtransitie. Ze signaleren trends, brengen partijen bij elkaar om samen te innoveren, volgen start-ups in de voedselproductie die spannende dingen doen. Multinationals als Coca-Cola, Kraft Heinz en FrieslandCampina maar ook mkb’ers zijn gretig op zoek naar toekomstbestendige businesskansen. Rond 2050 willen naar schatting 10 miljard mensen wereldwijd gevoed worden. Dat het anders moet, is duidelijk. Maar de vraag is hoe: moeten we het zoeken in andersoortig, meer plantaardig voedsel, in kortere ketens, duurzamere productie of het tegengaan van verspilling? Nou, eigenlijk in alles.
Transitie is overal
Randy Jagt: ‘Werkelijk elke sector in onze samenleving zit in een transitie: mobiliteit, energie, bouw, noem maar op. In de foodsector is het niet anders, maar tot voor kort zagen we enkel een graduele transformatie. Pas de laatste twee jaar versnelt het enorm, de perfect storm is losgebroken.’ Westerse consumenten eisen meer verantwoordelijkheid en transparantie van producenten en veranderen hun eetgedrag. Overheden zijn wakker geworden: zo lanceerde de EU haar Green Deal-programma om klimaatneutraal te worden en is er de Farm-to-Fork-strategie om de Europese voedselketen van boer tot aan bord van de consument te verduurzamen. ‘De agro en food hebben een achterstand in te halen. Een aantal jaren geleden was aandacht voor duurzaamheid iets wat je voor de goede sier afstreepte op je checklist. Maar nu beseffen producenten het pas goed: de transitie is cruciaal en biedt bovendien nieuwe businesskansen.’ Denk aan andere vormen van eiwitproductie dan vlees, of het gerichte gebruik van reststromen. Of aan regeneratieve landbouw waarbij productie samengaat met behoud en herstel van voedsel- en landbouwsystemen. De coronacrisis maakt dat mensen over het algemeen bewuster gaan eten en ook dat levert nieuwe business op. Jagt: ‘Voeding en gezondheid zijn een match made in heaven, maar lijken nu nog vooral verre buren.’
Vier grote trends
De agro- en foodsector omvat de landbouw, bosbouw en visserij en de voedings- en genotmiddelenindustrie. Deloitte definieerde vier grote trends in de agro- en foodtransitie: gepersonaliseerde, gezonde voeding, duurzame productie, bouwen aan food-ecosystemen, en –natuurlijk ook hier – transformatie richting smart industry. Voeding op maat heeft de toekomst: hoe kan een producent inspelen op wat de individuele consument wenst en nodig heeft, ook om ziekten te voorkomen? De tweede trend heeft te maken met beter bodemgebruik en minder verspilling: hoe kunnen we stoppen met het uitwonen van onze planeet? Dat denken vanuit complete ecosystemen benadrukt dat je het niet meer redt als los bedrijf of enkele keten: laat bijvoorbeeld de agro- en finance-sector samen nieuwe verdienmodellen bedenken. ‘Realiseer als multinational nieuwe kansen door samen te werken met start-ups en scale-ups: neem Unilever die de Vegetarische Slager heeft overgenomen. Dat had je jaren geleden niet kunnen bedenken.’ En dan is er nog die megatrend van digitalisering en automatisering van de complete waardeketen: sensoriek, kunstmatige intelligentie, data-analyse, robotisering, precisielandbouw en dergelijke zorgen voor efficiëntere productie, minder verspilling en lagere kosten. ‘Met name de agrosector loopt achter in digitalisering, al verandert ook dat nu snel’, zegt Jagt. De markt eist track & trace over de gehele keten: waar komt het voedsel vandaan, hoe is het verwerkt, maar ook: hoe geven we onze boeren de juiste prijzen?
‘Elders in de wereld gaan ze tegen problemen aanlopen, waarvoor wij al agro- en foodsystemen ontwikkelen’
‘Een keten is zo sterk als de zwakste schakel’, benadrukt Lonneke Knipscheer, partner Supply Chain & Network Operations bij Deloitte. ‘Nu opereren nog veel schakels los van elkaar in de agro en food, er zit veel informatie in silo’s. Er kan meer gedeeld en geïntegreerd worden. Zorg voor meer transparantie. Voorheen was de keten ingericht op ieder voor zich en zo goedkoop mogelijk. Die tijd is voorbij. Er is een hoge mate van awareness dat er iets moet veranderen, maar er valt nog veel te doen.’
Machinebouwers lopen voorop
Volop kansen voor machinebouwers en system integrators, zo lijkt het. Zijn die zich voldoende bewust van de omwenteling in de food? ‘Ja, wel degelijk’, zegt René Smulders, bestuurslid van GMV Dutch Food Systems, de branchevereniging voor machinebouwers in de agrosector en de foodindustrie waarbij zo’n zeventig Nederlandse bedrijven zijn aangesloten. Wereldwijd investeren alleen al de drank- en voedingsmiddelenproducenten jaarlijks tegen de 40 miljard euro in nieuwe machines en proceslijnen om voedingsmiddelen schoon te maken, te bereiden, te conserveren en te verpakken, aldus GMV. Nederland is één van de top-exporteurs.
Smulders is cco van KSE Process Technology in Bladel, leverancier van doseer- en weegsystemen voor producenten van met name diervoeder, maar bijvoorbeeld ook bakkerijgrondstoffen en babyvoeding. ‘We innoveren met onze klanten mee. Als zij met andere wensen en eisen komen, spelen wij daarop in.’ Smulders noemt de Nederlandse machinebouwers zonder meer opvallend vernieuwend. Zo hebben oem’ers en toeleveranciers samen met klanten slimme, diervriendelijke concepten voor stallen bedacht, efficiënte manieren om brood te bakken en optimale manieren om eieren schoon uit de broedmachine te krijgen zonder dat de helft stuk of besmet is. ‘Nederland is een klein land, met veel aandacht voor verduurzaming. Juist die maatschappelijke ontwikkelingen, alle regelgeving en het ruimtegebrek maken dat we steeds vernieuwen en met onze machines en systemen wereldwijd vooroplopen.’
Op ‘postzegel’ Nederland produceren we heel veel, zegt ook Marcel van Haren, GMV-directeur en program manager Agriculture, Water & Food bij FME. ‘We moeten doorinnoveren, processen efficiënter maken. Kijk naar de voedselveiligheid: we hebben al problemen opgelost die elders in de wereld nog niet aan de orde zijn. We zitten in ons land met elkaar op een kluitje en die verstedelijking zet overal op de aardbol door. Andere landen gaan tegen dezelfde problemen aanlopen, waarvoor wij al agro- en foodsystemen ontwikkelen.’
Duurzaam gedreven
Innovaties zijn aanvankelijk vaak financieel gedreven, weet Smulders, maar dat is niet per definitie verkeerd. ‘In de diervoederbranche worden al jaren reststromen toegepast. Alles wat niet tot een leuk chocoladereepje bij een producent als Mars leidt, is afval met een enorme waarde voor de diervoederindustrie. Wat goed te scheiden is bij de bron, kan worden gebruikt.’ Een toeleverancier als KSE past zijn doseersystemen wel aan als een klant compleet andere of veel meer verschillende ingrediënten gaat gebruiken. ‘We kunnen zorgen voor up-to-date systemen zodat er minder verspilling is aan de lijn, we denken over alles met de klanten mee.’ Een mooi voorbeeld van een collega-machinebouwer vindt Smulders het blok vol sensoren dat meeloopt op de productielijn van brood om die lijn te controleren op hygiëne, temperatuur en andere indicatoren. Die live monitoring leidt tot betere producten en voorkomt dat vele kilo’s eten weggegooid moeten worden vanwege vervuiling in het proces.
Digitale voedselfabriek
De grote thema’s waar branchevereniging GMV op dit moment op focust, zijn goed werkgeverschap, nauwere samenwerking in de keten en verduurzaming van de sector. Die verduurzaming gaat dan onder meer om circulariteit van machines, en het leveren van systemen die bijdragen aan minder grondstof- en voedselverlies en minder energie- en waterverbruik in de food en agro. De concurrentie in de machinebouw is groot, maar als het gaat om innovatie en het verkennen van nieuwe mogelijkheden voor de toekomst, is er goede samenwerking, aldus Smulders. GMV is betrokken bij FoodSwitch, een tienjarig programma van Wageningen UR, dat is ingediend bij het Nationaal Groeifonds. Het moet Nederland een leidende rol geven in verduurzaming van de mondiale voedselproductie en richt zich op precisievoedselsystemen, circulaire voedselketens en duurzame eiwitbronnen. GMV draait mee bij één van de roadmaps, de digitale voedselfabriek van de toekomst.
FoodSwitch zet in op hogere TRL-niveaus (technology readiness levels), een indicatie van de marktrijpheid. Marcel van Haren: ‘In projecten met kennisinstellingen draait het vaak om de lagere niveaus. Maar de echte verdienkracht en verandering van het systeem ontstaan pas op die hogere. Het gaat erom dat we concrete producten op de markt brengen, goed produceerbaar, waarbij ook al is nagedacht over verkoop en service. We willen in living labs ideeën uitproberen.’
Overheid geeft versnelling
Nederland is al jaren koploper in de export van voedsel en van technologie om voedselproductie mogelijk te maken. Denk aan hightech systemen zoals de melkrobots van Lely of de oplossingen voor foodprocessing van Selo. ‘Maar het kan ook om heel basale innovaties gaan voor het simpel schoonhouden van de stal of productieomgeving’, benadrukt GMV-manager Maureen de Haan. Innovaties die slim inspelen op de foodtransitie, kunnen even goed weer de wereld gaan veroveren. René Smulders: ‘Als machinebouwers behouden we onze exportpositie door onze goede naam in de markt én door veel te innoveren.’
Een dezer dagen wordt duidelijk of het Nationaal Groeifonds mee wil financieren aan FoodSwitch. Overheidssteun is heel belangrijk om de innovatie te versnellen. Smulders: ‘Je ziet het in de energietransitie. De overheid stimuleert en subsidieert en dat geeft versnelling.’ Neem kweekvlees in de foodsector: dat vergt nieuwe machines waarbij producenten hun businesscase wel rond moeten zien te breien. ‘Gekweekte biefstukken’ zijn een mooie belofte voor de toekomst, vindt hij. ‘Een koe heeft een lastige voederconversie: daar moet 8½ keer zoveel voedsel in dan eruit komt aan kilo’s eiwitten. Hoe kleiner het beestje, hoe beter de verhouding: een kip zit op anderhalve kilo. Bij een vis is het nog minder. Maar we zijn nog ver weg van het punt dat we vlees kunnen kweken tegen dezelfde kosten.’
Soldatenvlieg kweken
VDL Agrotech investeert volop in de foodtransitie. Het bedrijf ontwikkelt en produceert sinds jaar en dag stalinrichtingen, voersystemen, klimaatregelaars en droogtunnels voor de pluimvee- en varkenshouderij. Wat als we onze kennis en kunde ook zouden inzetten op geheel andere terreinen, bij voersystemen voor insecten bijvoorbeeld, dachten de businessdevelopers. Ze stuitten op Insect.Systems in Amsterdam, een start-up die kweek-, productie- en verwerkingssystemen voor de zwarte soldatenvlieg, meelworm en andere insecten wil uitrollen. Na vruchtbare gesprekken gaan VDL Agrotech, Jansen Poultry Equipment (inmiddels onderdeel van VDL Groep) en Insect.Systems nu samen de wereldmarkt bewerken. ‘Dierlijke productie, maar het ontbreekt nog aan standaardisatie’, zegt Alvaro Manzanares Rosenberg, managing director van Insect.Systems. ‘Er zit een enorm gat tussen wat mogelijk is en wat er al gebeurt. Dit is een goed moment om ons gezamenlijk te presenteren: er is bittere noodzaak voor minder vleesconsumptie en andere manieren van eiwitproductie, we zitten met afvalproblemen. Insecten kunnen één van de antwoorden zijn. VDL is goed in het op de markt zetten van systemen. Wij hebben tot nu toe veel ontwerpen en productieprotocollen voor de kweek van insecten gemaakt, maar willen zelf ook gaan bouwen. Hoe mooi zou het zijn als we samen complete insectenfarms opleveren, als one-stop shop. Een slim gestandaardiseerd aanbod waarmee we de wereldmarkt op kunnen.’
‘VDL ziet grote mogelijkheden’, aldus Jeroen Duynisveld, salesmanager drying technology bij VDL Agrotech. ‘Van oudsher hebben we vooral verstand van kippen en varkens. Daarom hadden we een goede partner nodig: hoe kweek je vliegen, wat voor equipment is nodig, welke functionaliteit moet een voersysteem hebben, welke eisen zijn er? We kijken samen hoe we de hele productieketen van insecten kunnen bedienen, met onze bestaande technologie en vaak kleine aanpassingen. Van de kweek van insecten tot en met de verwerking in bijvoorbeeld eiwitpoeders. Nu staat de markt nog in de kinderschoenen.’
Miljardenmarkt
In een insectenfabriek van formaat staat zo voor tientallen miljoenen euro aan equipment, waarvan minstens de helft van machinebouwers als VDL kan komen, rekent Manzanares Rosenberg voor. Nederland heeft nu twee grote insectenfabrieken, Protifarm in Ermelo en Protix in Bergen op Zoom. Deze bedrijven gebruiken onder andere kunstmatige intelligentie, robotica en genetische verbeterprogramma’s voor de kweek van insectenlarven waarvan de eiwitten en vetten in diervoeding verwerkt kunnen worden. Vorig jaar won Protix de Nederlandse Innovatie Prijs, een prijs die in 2019 naar VDL Groep ging.
‘In Nederland zijn plannen voor nog één of twee insectenfabrieken’, weet Manzanares Rosenberg. In Frankrijk eveneens, plus een fabriek voor meelwormen. Het zou niet gek zijn als VDL Agrotech en Insect.Systems systemen kunnen leveren aan zulke projecten in Europa.
De productie van insecten wordt wereldwijd een miljardenmarkt. Insecten voor menselijke consumptie zijn misschien nog een stap te ver op dit moment. Maar stel dat soja voor dierlijke consumptie deels vervangen kan worden door insecteneiwitten. Dan kan die soja weer voor voedselmiddelen voor de mens gebruikt worden. Duynisveld: ‘We horen van klanten dat consumenten zeker openstaan voor het eten van eieren afkomstig van kippen die gevoerd zijn met insecten. Eieren met een lagere carbon footprint.’
Zuinig op resources
Die foodtransitie zet door, er is steeds meer aandacht voor de negatieve aspecten van hoe ons voedselproductiesysteem nu in elkaar zit en de effecten ervan op het milieu, weten alle gesprekspartners zeker. Het kan anders. Alvaro Manzanares Rosenberg: ‘Duurzaamheid is het veel beter omgaan met je resources. Bedrijven zijn wereldwijd op zoek naar systemen waarmee ze slimmer en efficiënter produceren, minder water en energie gebruiken, hun dieren nauwkeuriger voeden, meer dierenwelzijn garanderen, meer data kunnen genereren en analyseren, et cetera.’ En in dat soort systemen is Nederland toevallig heel goed.
Agro- en foodsector in cijfers
- Jaarlijks besteden voedingsproducenten in Nederland 350 miljoen euro aan r&d. Ze investeren 2,3 miljard euro in nieuwe machines en digitalisering.
- De productiewaarde van de Nederlandse levensmiddelenindustrie was in 2019 71 miljard euro. Ter vergelijking: de productiewaarde van de gehele industriële sector bedroeg 339 miljard euro.
- Nederland exporteert jaarlijks voor 41 miljard euro aan levensmiddelen en importeert voor 22 miljard euro.
- De productiewaarde van de agrarische sector was in 2020 ruim 28 miljard euro (bron: CBS).
Bron: Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), november 2020.
Technologie speelt hoofdrol in ommezwaai naar duurzamere food
ING Economisch Bureau publiceerde een tijdje geleden het rapport ‘Foodtech: technologie in de voedingsindustrie’. Technologie speelt een cruciale rol in de transitie in de agro en food, zeggen Ceel Elemans, sector banker Food & Agri, en zijn collega Gert Jan Braam, sector banker Industry. Elemans: ‘Nederland heeft decennialang ingezet op schaalvergroting en intensivering. Aan die beweging lijkt nu echt een eind te komen. Alle trends wijzen heel duidelijk een andere kant op: we gaan naar kortere ketens, meer aandacht voor biodiversiteit en dierenwelzijn en een groter aandeel van kringlooplandbouw. Het is een dilemma in een klein land als het onze, want het kost meer ruimte. En ook woningbouw bijvoorbeeld vergt meer grond. Dus moeten we toe naar andersoortige vormen van voedsel zoals vleesvervangers, plús een efficiëntere en duurzamere productie.’ Het knelt nu op allerlei plekken in de keten en dat wordt alleen maar nijpender, nu wereldwijd de bevolking snel toeneemt en mensen door meer kennis en meer welvaart andere eisen stellen aan hun voeding.
Elemans: ‘Je ziet al een aantal jaren achter elkaar dat de r&d-investeringen bij foodbedrijven niet sterk omhoog gaan. Is er dan wel voldoende awareness? We moeten continu innoveren om ons voedsel slimmer, makkelijker, kostenefficiënter en duurzamer te kunnen produceren.’ Denk aan hightech levensmiddelenfabrieken die 24/7 draaien dankzij digitalisering en automatisering. Gert Jan Braam: ‘Nederlandse machinebouwers hebben bijvoorbeeld een fabriek in Rusland neergezet waar je aan de voorkant een trekker vol aardappelen inrijdt en aan de achterkant diepgevroren producten uitrollen. Een mooi plug-and-produce project. De fabriek draait continu en is op afstand te monitoren.’ Nederland heeft wereldwijd een goede propositie in de agro- en foodtech, met marktleiderschap in sommige niches. ‘We moeten het ecosysteem van bedrijven en kennisinstituten versterken om dat zo te houden. Dat vraagt een behoorlijke verhoging van de publieke en private innovatiebudgetten.’
Ceel Elemans: ‘Kijk eens wat zich de afgelopen jaren op de campus van Wageningen UR heeft genesteld: Unilever, FrieslandCampina, Upfield. Dat is mooi om te zien. En in Veghel is begin dit jaar het Circular Food Centrum gestart.’ Ruim zeventig partijen waaronder Jumbo, McDonald’s, Unilever en Wageningen UR kijken hoe ons land jaarlijks de helft minder – ofwel 1 miljard kilo minder – voedsel kan verspillen. ‘Dan kun je samen grote stappen zetten.’ Braam: ‘Machinebouwers moeten daarop actief aanhaken. In cocreatie gebeurt al veel, maar het zou nog meer mogen. Klanten willen totaaloplossingen die snel te installeren en digitaal te monitoren zijn. Dan kun je meteen ook repeterend, saai werk eruit halen en de efficiëntie verhogen.’
Veelbelovende tech-toepassingen in de food en agro zijn volgens ING onder meer:
- Robotisering, voor een constanter, minder arbeidsintensief productieproces met een hoger productievolume en verbeterde voedselveiligheid. Het gaat zowel om generieke robots voor zwaar standaardwerk als om gespecialiseerde robots zoals karkasopeners, paprikaontkerners en aspergeoogstrobots.
- Digitalisering, voor productiviteitsverbetering, efficiënte inzet van productielijnen en meer voorspelbaarheid en traceability in de keten.
- Nieuwe verwerkingstechnieken (zoals high pressure processing), voor verduurzaming en beter kwaliteitsbehoud.
- 3D-printing, voor personalisering van voedingsproductie.
- Nanotechnologie, voor toevoeging van ingrediënten in voeding op nanoschaal.
- Celtechnologie, voor kweek van vlees en vis met behulp van stamcellen.