Fabrikant van eierverwerkingsapparatuur Prinzen is de laatste jaren flink gegroeid en kwam in de productiehal in Aalten vloeroppervlak tekort. Om vierkante meters – en mensen – vrij te spelen, is de relatie met logistiek specialist Meilink geïntensiveerd: die verpakt de omvangrijke machines nu in eigen huis en neemt de complete expeditie voor zijn rekening. ‘Ervaring en een wereldwijd netwerk is in dit werk erg handig.’
Gerede machines staan niet meer in de weg
De sorteersystemen van Prinzen weten 99,7 procent van de broedeieren met de punt naar beneden te kantelen alvorens ze in de tray te plaatsen, claimt Stef Arentsen van de onderneming uit het Achterhoekse Aalten, onderdeel van de Vencomatic Group. Van groot belang, want van de eieren die met de punt naar boven geplaatst worden, komt 2 procent niet uit. Dat lijkt misschien niet veel, maar in deze wereldwijde business gaat het om zeer grote aantallen. In het nabije Groenlo bijvoorbeeld staat een kuikenbroederij waar jaarlijks 100 miljoen vleeskuikens worden uitgebroed. Als de concurrent dan 97 procent met de punt naar beneden garandeert, kan de Nederlandse onderneming zich onderscheiden met een voordeel dat de klant veel geld oplevert, zo maakt de affairs & resources officer duidelijk.
40.000 per uur
Dat met de punt naar beneden kantelen van de eieren is één van de functies die Prinzen in lijn levert. Andere modules zorgen voor het ‘graden’ (wegen) van de eieren, het oppakken en in de tray plaatsen, het stapelen of juist ontstapelen van de trays en het – met licht – schouwen (controleren) op haarscheurtjes in de schil. En dat alles bij een snelheid die varieert van 15.000 tot 40.000 eieren per uur, afhankelijk van wat de klant wil. Want Prinzen werkt dan wel met min of meer gestandaardiseerde functionele modulen: het complete systeem dat geleverd wordt, is altijd klantspecifiek, schetst Arentsen.
Transport cruciaal
Die klanten zitten verspreid over de hele wereld: 80 procent van de sorteersystemen is bestemd voor de export. Het gaat hier om kostbare en kwetsbare systemen met een gewicht van al snel 600 à 700 kilo per lijnmodule en afmetingen waarmee ze precies passen op een pallet van 3,60 bij 1,15 meter. Dus is het transport naar de klant zonder meer een cruciaal en complex onderdeel van het voortbrengingsproces. Voorheen, vertelt de externe managing engineer Frans Faber, ook aan tafel in de ruime vergaderzaal, verpakten mensen van Prinzen zelf de machines en regelden zij zelf de expeditie. Specialist Meilink uit Borculo, in de persoon van accountmanager Walter Markink de derde gesprekspartner, leverde alleen hout en pallets en leende af en toe medewerkers uit om bij te springen bij het timmeren van de emballage. Tot het moment, nu een jaar geleden, dat de relatie tussen de twee bedrijven veranderde.
Ruimtebeslag voor de voorraad nog maar een fractie van vroeger.
Rol Meilink vergroot
‘De afgelopen vijf jaar’, duidt Arentsen, ‘zijn wij met 15 procent per jaar gegroeid. Op een gegeven moment kwamen we vloeroppervlak tekort.’ Veel ruimte werd benut voor de voorraad van onderdelen. Inmiddels staan er in de productiehal drie splinternieuwe opslag- en orderpicking-carrousels van Kardex. Met daar tegenover hoge stellingen waarin de omvangrijkere onderdelen zijn opgeslagen van de plusminus vijfhonderd die er in een module worden verwerkt. Daardoor is het ruimtebeslag voor de voorraad nog maar een fractie van wat die eerder was. Voorts waren er veel vierkante meters nodig voor het verpakken en het opslaan van verzendingen voordat ze daadwerkelijk de fabriek verlieten. Om die ruimte – en ook mensen – vrij te spelen, is de rol van Meilink flink vergroot.
Verpakken én expeditie
Frans Faber, initiator van het uitbestedingstraject: ‘We wilden een partij die – voor plusminus vijfhonderd projecten per jaar – niet alleen het verpakken voor zijn rekening kon nemen, maar ook de complete expeditie. En die in staat was in eigen huis het verpakwerk te doen van 1.200 tot 1.300 machines per jaar.’ De keuze voor Meilink lag voor de hand. Daarmee wordt al sinds 2005 samengewerkt, een forse onderneming met een flinke flexibele schil, met een vestiging in de buurt en een eigen, gespecialiseerde expeditieonderneming – Varekamp Project Services (VPS) – nabij de Rotterdamse haven. Wie nu in Aalten over de productievloer loopt, ziet geen verpakte machine meer staan. Wel ligt er een stapel grote, robuust uitgevoerde houten vlonders. ‘Op deze pendelpallets plaatsen we de te transporteren machine, zekeren ’m met banden en vervoeren ’m naar Borculo. Daar verpakken we de machine’, duidt Markink de gang van zaken.
Ervaring en grote schaal
Ook het met deze kisten deskundig stuwen van containers of beladen van de vrachtauto’s (zodat onderweg niets kan verschuiven) plus het regelen van het zeevervoer en de douaneformaliteiten neemt Meilink voor zijn rekening. Dat laatste is het werk van dochteronderneming VPS. ‘Ervaring en een wereldwijd netwerk is in dat werk erg handig. Om een plek op een boot te regelen, te zorgen dat er een ander schip geregeld wordt als de klant toch een andere haven van aanlevering wil, of als de deadline voor aanlevering bij het schip niet gehaald wordt’, aldus Markink. ‘Aan het begin van de week denken we wel eens: “Hoe krijgen we dat allemaal goed geregeld?” Maar dan bewijst zich het voordeel van onze grote schaal: juist omdat we zo veel verzendingen verzorgen, voor tal van klanten, is er altijd wel een verzending die nog mee kan omdat een andere toch later komt.’
Digitaal communiceren
De communicatie tussen Prinzen en Meilink over de talloze details van de vele verzendingen verloopt inmiddels niet meer per e-mail. ‘Dat is te foutgevoelig’, stelt Faber. Beide bedrijven communiceren nu via het platform Sharepoint van Microsoft Office 365. ‘Documenten hoeven niet meer heen en weer gestuurd te worden, maar zijn voor beide partijen online benaderbaar en te wijzigen.’ Toch blijft de factor mens en het persoonlijke contact heel belangrijk, zo blijkt. ‘We hebben hier één persoon die voor Meilink als projectbegeleider optreedt. Voor ons is er zo’n functionaris bij VPS.’ Plannen is nog altijd mensenwerk.
Installatiesteun vanuit Aalten
Natuurlijk zijn ook Meilink en Prinzen geraakt door de coronacrisis: de omzet van beide bedrijven heeft een tikkie gekregen. Meilink kon in de maanden van lockdown minder verpakwerk verrichten bij klanten en moest dus meer in eigen huis doen. Vervolgens kon Prinzen lang niet alle gerede machines op transport laten zetten. ‘Het grootste knelpunt was dat onze installateurs niet konden reizen en dan heeft het ook geen zin machines te gaan verschepen’, legt Stef Arentsen uit. ‘Gelukkig beschikken we over een wereldwijd dealernetwerk en inmiddels doen hun mensen de inbedrijfstellingen, met steun vanuit hier.’ Tijdens een korte rondleiding wordt ook de Instructieruimte aangedaan, ingericht met alle modellen eierverwerkingsapparatuur. ‘Daarmee kunnen we problemen bij de klant nauwgezet simuleren, om zo de oorzaak te achterhalen.’