Investeren in een nieuwe machine is voor veel ondernemers vaak veel aantrekkelijker dan geld steken in een nieuw ERP-systeem. Toch zetten ze die stap wel, onder druk van grote klanten en ook omdat bestaande systemen goed zijn te upgraden. Temeer daar met low code tegenwoordig snel en makkelijk allerhande extra applicaties aan ERP-systemen kunnen worden vastgebouwd. Een gesprek met Axians over hoe zij met I-Make en OutSystems voorkomen dat bestaande systemen tot legacy verworden.
Nieuwe software houdt oude up-to-date
‘Laatst nog sprak ik bij een bedrijf over de vraag: migreren naar een moderner ERP-systeem of niet? Het management neigde naar investeren in een nieuwe productiemachine. We hebben vervolgens aangetoond dat dat nieuwe ERP-systeem de onderneming vijf fte’s zou schelen en de doorlooptijd substantieel zou bekorten. Een investering van zo’n 3 ton, die het bedrijf in ruim een jaar terugverdient.’ Hoewel Thijs de Swart, client manager bij it-bedrijf Axians, al even rondloopt in de industriële sector, kan hij zijn verbazing over de voorliefde voor geld steken in machines toch niet helemaal voor zich houden. Maar hij heeft er wel verklaringen voor.
Lastiger te kwantificeren
‘Als je je mensen informeert over investeren in een machine, komt dat veel positiever over: er komt productiecapaciteit bij. Ga je verouderde software met bijbehorende werkmethoden vervangen, dan krijgen bepaalde mensen andere taken of moeten vertrekken. En het scheelt ook een migratieproces, dat nooit makkelijk is. Want eerst moet je je processen standaardiseren, lean maken, en vervolgens moeten je mensen gaan administreren met een compleet nieuw, modern systeem terwijl het bestaande systeem jaren naar tevredenheid heeft gefunctioneerd.’
‘Je moet tegenwoordig de kwaliteit van je producten en processen digitaal kunnen aantonen, anders kun je vertrekken’
‘En’, vult Martin van Kolck, directeur van de Axians-vestiging in Zaltbommel aan, ‘wat een machine aan waarde toevoegt, is goed zichtbaar in de producten die ze maken. Ik was vorige week bij een klant die het bedrag dat wij in rekening brengen voor service, verlaagd wilde zien. Veel mkb-ondernemers hebben geen oog voor de toegevoegde waarde van softwaresystemen. Zij krijgen vaak weinig mee over de updates die worden doorgevoerd en vinden het heel vanzelfsprekend dat hun ERP-systeem altijd draait. Wat dát ze oplevert, is veel minder eenvoudig te kwantificeren.’
Toch digitaliseren
Dat industriële mkb-bedrijven op enig moment toch bij Axians aankloppen voor een verdere digitaliseringsstap, is dikwijls omdat ze dreigen vast te lopen of al vastgelopen zijn. Van Kolck: ‘Dan heeft een grote klant in een audit een systeem aangetroffen dat geen tracking & tracing-informatie biedt over de leveringen aan hem. Ook in andere sectoren als de aerospace en automotive moet je tegenwoordig de kwaliteit van je producten en processen digitaal kunnen aantonen, anders kun je vertrekken.’
Ook speelt, gaat De Swart verder, dat de mensen met veel kennis van en ervaring met dat oude ERP-systeem met pensioen gaan of al zijn gegaan. ‘Of het besef dringt door dat afhankelijk zijn van die ene medewerker die dat subproces in een zelfgebouwd Excel-programmaatje bijhoudt, toch echt niet meer van deze tijd is. Of dat je je voor de productieplanning tegenwoordig niet meer kunt baseren op het ‘gevoel’ van een ervaren productielijnvoorman. En dat er nu toch echt een systeem moet komen waarin al die losse programmatuur en al die in hoofden besloten kennis en ervaring geïntegreerd kan worden.’
Bestaande systemen upgraden
Ten slotte scheelt het dat het met de software die Axians aanbiedt niet nodig is de bestaande oude – legacy – systemen in hun geheel overboord te zetten. Axians in Zaltbommel (onderdeel van VINCI Energies, een internationale netwerkorganisatie die de digitale transformatie en energietransitie ondersteunt) is al sinds 1993 partner van IBM. Axians heeft nog zo’n zestig klanten die in de jaren negentig kozen voor de computerhardware van het Amerikaanse bedrijf en waarop ze door Axians het ERP-systeem I-Make lieten installeren. ‘Dat systeem’, vervolgt Van Kolck (60), die een flink stuk van die geschiedenis persoonlijk meemaakte, ‘hebben we in de loop der jaren uitgebreid met allerlei slimmigheden voor producerende bedrijven. Bijvoorbeeld een speciale module die het voor een kunststofbedrijf, actief in de automotive, mogelijk maakt de kwaliteit van zijn extrusieprocessen te bewaken.’
Low code
De drempel om in it te investeren is verder verlaagd door de inzet van het low code-platform OutSystems, schetst de derde Axians-man aan tafel, solution designer Paul Poos. ‘Low code werkt met softwareblokken. Omdat code-schrijven niet nodig is, kan daar snel een app mee gebouwd worden. Bijvoorbeeld om het kwaliteitscontroleproces bij dat kunststofbedrijf te visualiseren – heel toegankelijk op de iPad, op maat van de individuele operator op de werkvloer. Daarvoor ga ik met iemand van de klant – dat kan een key user zijn – achter mijn laptop zitten en samen bouwen we dan in twee dagen een prototype van de voorkant van een applicatie voor de kwaliteitscontrole, of een app voor de productieplanning, of een webportal. De achterkant, waarin de verbindingen geprogrammeerd moeten worden met SCADA, MES of het ERP-systeem, bouwen we vervolgens hier.’
Ter illustratie opent Poos op zijn laptop een venster, dat hij met één druk op de knop projecteert op het grote scherm in de vergaderzaal. Te zien zijn onder meer tal van opties voor het benoemen van de variabelen die de klant op een portal zou moeten invullen om een bestelling te doen. En voor de terminologie die de klant wenst te hanteren in de offertes en de facturen die hij verstuurt.
Direct betrokken
Low code versnelt niet alleen het proces, het zorgt ook voor voortdurende en directe betrokkenheid van de klant bij de inrichting van de nieuwe software. Van Kolck: ‘Vroeger, als we een ERP-systeem opbouwden op de IBM van de klant, waren we al gauw 40 tot 60 dagen aan het programmeren, waarna we de resultaten daarvan volgens het waterval-model in één keer over de klant uitstortten. Met OutSystems kunnen we nu in 20 dagen dezelfde functionaliteit opbouwen, in directe samenspraak met de klant. Die ziet het ontstaan.’
‘In low code zou je’, duidt Poos, ‘zelfs delen van een ERP-systeem kunnen programmeren. Maar dan gooi je natuurlijk tientallen jaren aan expertise overboord. Het zou niet efficiënt en te complex zijn om ook de kern van dat systeem in low code te gaan bouwen. Daar komt bij dat Microsoft voor de aanvullingen op zijn Dynamics-portfolio tegenwoordig ook eigen low code, het PowerPlatform, aanbiedt. In de Appsource staan goeddeels kant-en-klare apps die geïntegreerd kunnen worden in het Microsoft-platform. Microsoft is minder lang met low code bezig dan OutSystems of Siemens met Mendix, maar investeert daar momenteel fors in.’
Service in plaats van productie
Kortom, zowel de eigen business als de software geeft genoeg aanleiding om nu te investeren in verdere digitalisering – zou je zo zeggen, aldus Thijs de Swart. ‘Toch zetten heel veel kleinere machinebouwers die stap niet, mede omdat hun leveranciers diezelfde stap niet zetten, waardoor die investering minder rendabel wordt.’ Kritisch: ‘Leveranciers moeten hun mindset veranderen, focussen op service in plaats van op produceren. Daartoe moeten ze investeren in digitalisering. Dat stelt ze in staat te bieden waar hun klant werkelijk behoefte aan heeft: exact het gespecificeerde product geleverd krijgen, op exact de juiste plek en tijd in zijn proces, in de correcte aantallen en tegen de afgesproken kwaliteit en prijs.’