Met name mkb’ers blijken moeite te hebben de organisatie lean in te richten. Wilfred Knol, onderzoeker van het lectoraat Lean/World Class Performance van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, doet promotieonderzoek aan het Instituut Management Research van Radboud Universiteit om te achterhalen hoe dat komt en wat er aan te doen valt. De belangrijkste oorzaak, zo heeft Knol inmiddels ontdekt, is van sociale aard. ‘Het implementeren van bijvoorbeeld een structuur als Kanban vergt een nauwe betrokkenheid van de medewerkers, het vraagt om sociale innovatie. De mensen op de werkvloer moeten ondersteund worden bij het zelf ontdekken van die manier van werken. Als ze die ruimte krijgen, wordt het echt iets van henzelf, begrijpen ze het veel beter én beklijft het ook. Dan vallen ze minder gauw terug in hun oude manier van werken, iets wat nu nog vaak wel gebeurt.’
Deze manier van implementeren vraagt een directie die vooral faciliteert en die het middenmanagement de middelen aanreikt om hun medewerkers te trainen en te coachen. ‘Een dga van een mkb heeft nog vaak behoefte aan controle en vindt het niet eenvoudig zo veel ruimte te geven. Ook speelt dat de directeur niet altijd goed weet welke lean-structuur het beste past. Kanban bijvoorbeeld is typisch geschikt voor een bedrijf met hoge volumes en een lage variëteit in producten. POLCA daarentegen past juist veel meer bij een bedrijf waarvoor het omgekeerde geldt. De kennis daarover is binnen het grootbedrijf veel meer beschikbaar.’ Nu directies het belang van sociale innovatie voor het succes van organisaties steeds meer erkennen en het leiderschap binnen veel bedrijven verandert van directief in faciliterend, verloopt de implementatie van lean gemakkelijker, aldus de onderzoeker.