Vanuit de industrie is er kritiek op de rol van de banken in het stimuleren van circulariteit. ‘Onze ervaring is dat banken vaak niet weten wat ze met de circulaire economie aan moeten. Zij willen zekerheid – begrijpelijk – bij het uitgeven van een lening, maar die zekerheid is ontzettend lastig te geven. Banken zullen hun procedures en eisen moeten aanpassen’, aldus Martijn van Engelen, ceo van het circulaire bedrijf SNEW in een column in de juni-uitgave van Link Magazine. Van Engelen is vooral kritisch op de financieringsmogelijkheden die hij heeft: ‘Ons hele systeem is nog gebaseerd op lineaire modellen’, zo stelt hij in een interview eerder dit jaar. David Kemps, Sector Banker Industrie van ABN AMRO, erkent dat de financiering een behoorlijke barrière is op weg naar het realiseren van een circulaire economie. Kenmerken zijn namelijk lange looptijden, beperkt bewezen trackrecords (veel start-ups), nieuwe (onbewezen) technologieën en gebruikers die niet altijd de eigenaars zijn. Het vraagt om meer experimentele financiering, echt maatwerk waar vaker dan nu meerdere partijen bij betrokken zijn.
Lange looptijd barrière
In een lineaire economie verkoopt een bedrijf een product en krijgt daarvoor binnen een aantal weken betaald. Voor die korte periode een financiering verstrekken is acceptabel als de kasstroom en onderpand passend zijn. Als een meer circulaire verdienmodel zoals as-a-service gehanteerd wordt, verkoopt dat bedrijf zijn producten niet, maar geeft het zijn product aan klanten in bruikleen (pay-per-use). De betaling daarvoor komt dan, geleidelijk aan, over een periode van jaren binnen. De terugverdien c.q. -betaalperiode wordt dus veel langer en daarmee onzekerder. Een financiering verstrekken voor bijvoorbeeld een periode van 15 jaar, waarin er allerlei onvoorzienbare dingen kunnen gebeuren, zonder onderpand, dat doet een bank niet snel, legt Kemps uit.
Zakendoen met de keten
‘Voor het financieren van circulaire investeringen doen we vaak zaken met de keten of een deel daarvan. Maar dat is wel lastiger te structureren dan een lening aan één bedrijf. Je wil bijvoorbeeld voorkomen dat, wanneer het fout dreigt te gaan, de verschillende ketenpartijen naar elkaar gaan wijzen. De focus van alle betrokkenen moet daarom liggen op het maken van hele goede contractuele afspraken. Hierdoor kunnen traditionele zekerheden worden losgelaten, zodat de financiering gestructureerd kan worden op het onderliggende contract en de kasstroom.’
‘Wij hebben’, illustreert hij, ‘onlangs een financiering afgesloten met het bedrijf LEDsEnable die light-as-a-service aanbiedt. Zij hebben een financial lease gekregen met een lange looptijd van twaalf jaar op basis van de maandelijkse kasstroom en hun contract met het facilitair bedrijf van bedrijvenpark Chemelot. In dit contract is vastgelegd dat dat bedrijf gedurende die periode LED-verlichting als een dienst aanbiedt aan gebruikers van het Chemelot-terrein. Wij zijn daar ingestapt omdat dat facilitair bedrijf op haar beurt weer langlopende contracten heeft afgesloten met een groot aantal grote en kleine ondernemingen die op Chemelot gevestigd zijn. Waaronder een multinational als DSM. De brede spreiding van de bedrijven in portefeuille van dat facilitair bedrijf met daarin ook grote, transparante ondernemingen geeft ons die extra zekerheid.
Contract belangrijker
Voorts gaat het hier om LED-lampen met een zogenaamde ‘proven technology’, waarbij de fabrikant een levensduur van minimaal 15 jaar garandeert. Het zijn ‘slimme’ lampen met een ingenieuze besturing en monitoring, die op basis van de wensen van de huurder tijd en plaatsgebonden licht verzorgen en daarmee voor een enorme reductie in energiekosten en dus CO2-uitstoot zorgen. De besturing en monitoring op afstand is toegankelijk voor zowel de leverancier, de huurder als financier en zorgt dat partijen ‘on speaking terms’ blijven.
Maar belangrijker is naar mijn mening dat alles heel goed contractueel is vastgelegd, zodat men vooraf eigenlijk alle scenario’s en risico’s met elkaar heeft afgestemd en bepaald is wie welke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid op zich neemt. Dat noem ik ‘circulaire samenwerking’, zegt Kemps met een knipoog. Partijen die in staat zijn het intensieve proces met vele partijen en belangen succesvol te regisseren en het noodzakelijke extra legal werk op een efficiënte en effectieve manier organiseren zullen in een circulaire economie spekkoper zijn.’
1 miljard euro
Meer over de financieringsmodellen waarmee de ABN AMRO bedrijven die de stap willen zetten naar een circulair businessmodel wil ondersteunen in de vorige week verschenen publicatie ‘Industrie: nieuwe grondstoffen, nieuwe verdienmodellen’. Deze financieringsmodellen zijn onderdeel van ABN AMRO’s ambitie om in 2020 in alle sectoren vanuit minimaal 100 deals één miljard euro aan circulaire bedrijfsmiddelen te hebben gefinancierd waarmee één miljoen ton CO2-uitstoot wordt bespaard.