“De productie is in een nog hoger tempo gedaald. Het aantal nieuwe orders nam eveneens nog sneller af, zowel vanuit de Nederlandse markt als voor de export. De vraag naar industriële producten neemt inmiddels sneller af dan bij het knappen van de internetzeepbel in 2001. Sinds het begin van de NEVI Inkoopmanagersindex in 2000 nam het aantal nieuwe orders alleen nog sneller af in 2009, tijdens de kredietcrisis, en tijdens de lockdown aan het begin van de coronapandemie.
De crisis lijkt zich te verdiepen door een enorm ‘bullwhip-‘ of ‘zweepslag-effect’, een term die is gemunt door econoom Jay Forrester in 1961 voor sterke schommelingen van vraag en voorraden in toeleveringsketens. Aan het begin van de pandemie namen voorraden af. Het stilleggen van fabrieken, onder andere in China, veroorzaakte een ‘aanbodschok’ die leidde tot tekorten aan bijvoorbeeld elektronische onderdelen. Tegelijkertijd deed zich een grote ‘vraagschok’ voor doordat inkopers, rekenend op een diepe economische crisis, nauwelijks nog nieuwe orders plaatsten. De mondiale vraag naar industriële goederen herstelde echter sneller dan verwacht, wat leidde tot de grootste wereldwijde tekorten aan materialen ooit gemeten. Dit legde grote druk op vele schakels in toeleveringsketens, waaronder de containervaart. Nieuwe lockdowns, vooral in Azië, zorgden voor verdere ontregeling. Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag en tekorten aan materialen te vermijden, sloegen veel ondernemingen extra voorraad in, wat leidde tot vermoedelijk het grootste bullwhip-effect in de geschiedenis.
Het moment is nu daar dat de zweep de andere kant op beweegt: neerwaarts. Nu de vraag naar industriële producten snel afneemt door de energiecrisis en onzekerheid over de economische vooruitzichten, verdwijnen tekorten aan materialen als sneeuw voor de zon en zijn ondernemers begonnen voorraden af te bouwen. Vooral het aantal nieuwe orders voor halffabricaten is snel gedaald. Na 25 maanden op rij van steeds verder toenemende materiaalvoorraden plaatsen inkopers sinds september minder bestellingen. De voorraden van materialen namen in oktober nog toe, vermoedelijk door de gedaalde productie en doordat eerder bestelde goederen nog binnenkomen. De voorraden gereed product zijn echter voor het eerst sinds december vorig jaar aan het afnemen. De afbouw van voorraden wordt waarschijnlijk versneld door de sterke stijging van de rente, die het financieren van voorraden duurder maakt. Voorraden worden vooral gefinancierd met kortlopende schuld tegen een variabele rente.
Het zweepslag-effect verdiept nu de crisis in de industrie, maar is van tijdelijke aard. Zodra overtollige voorraden zijn opgesoupeerd, kan de vraag naar halffabricaten wat herstellen. Deze ernstige crisis kent daarnaast ook voordelen, zoals afnemende stijging van inkoopprijzen en beter functionerende toeleveringsketens. In oktober steeg de productie van investeringsgoederen, vermoedelijk doordat de auto-industrie en de machine-industrie eindelijk meer halfgeleiders en elektronische onderdelen ontvangen. Orderportefeuilles voor investeringsgoederen namen bovendien verder toe, wat erop wijst dat daar ruimte is voor verdere groei als materiaaltekorten verder afnemen.
De energiecrisis kan grote gevolgen hebben voor energie-intensieve bedrijven in Europa, bijvoorbeeld in de basismetaalindustrie en in de basischemie. De Nederlandse aluminiumfabriek Damco, het voormalige Aldel, is failliet, en het Duitse BASF, het grootste chemieconcern ter wereld, heeft besloten de operatie in Europa af te schalen en meer te investeren in China. Maar de meeste Nederlandse industriële bedrijven lijkt dit lot te worden bespaard. De afname van de inkoopmanagersindex is al aan het vertragen, wat erop duidt dat de bodem misschien spoedig bereikt is. Bovendien groeide in oktober nog altijd de werkgelegenheid in de industrie, een duidelijk teken van vertrouwen.”