Voor Nederland is het Verenigd Koninkrijk na Duitsland en België het derde exportland. Afgelopen jaar ging het om een totaalbedrag van 57,5 miljard aan exportwaarde. Het vertrek van het VK uit de Europese Unie heeft daarom grote gevolgen, zeker als een ‘harde ’Brexit zonder afspraken uit de bus rolt. Veel Nederlandse industriële ondernemingen hebben voorgesorteerd op dat meest zwarte scenario en maatregelen. Edoch, zelfs een harde Brexit heeft voordelen: “Nederland wordt aantrekkelijker voor kenniswerkers en studenten die nu nog in grote getalen in het VK landen.”
Acal BFI is onderdeel van de Britse discoverIE Group, een beursgenoteerde onderneming met vestigingen in 12 Europese landen en bijna 6000 medewerkers. Vanuit Eindhoven belevert Acal BFI Nederland klanten in de Benelux. Het gaat dan om tienduizenden elektronische componenten zoals sensoren, schakelmateriaal, connectoren, halfgeleiders, voedingen, led-verlichting, enzovoort. Bedoeld voor de maakindustrie, energiesector, producenten van medische apparatuur en sterk gericht op de ontwikkelingen in robotisering en the Internet of Things.
Slecht nieuws
De uitslag van het referendum ten faveure van de Brexit werd in Eindhoven niet met gejuich ontvangen. “Natuurlijk niet”, zegt managing director Pieter-Jan Rovers. “Acal opereert internationaal, met name in Europa. In Engeland is het hoofdkantoor gevestigd met onder andere het financiële centrum. Zeker een harde Brexit zorgt voor de nodige problemen, bijvoorbeeld op administratief gebied. Daarnaast heeft Acal BFI een groot distributiecentrum in het Verenigd Koninkrijk. Stel er komt geen deal, dan ontstaan er ongetwijfeld complicaties bij het transport van producten naar het Europese vasteland. Los hiervan; ik denk dat we de concurrentie op wereldschaal alleen aankunnen als we in Europa samenwerken, zonder grenzen. Brexit is slecht nieuws.”
Forse ingreep
Welke verdere complicaties laat Pieter-Jan Rovers in het midden. “We hebben het niet afgewacht”, zegt hij. “Vorig jaar hebben we besloten om het Europese vasteland te beleveren vanuit ons magazijn en distributiecentrum in Dietzenbach in Duitsland. Ook administratief is alles geregeld en aangepast. Hier in Eindhoven vindt de afhandeling plaats en hier is ook de ondersteunden ICT-afdeling gevestigd. Mocht het komen tot een harde Brexit, dan hebben we daar dus verder geen last van. Zeker was dat een forse ingreep, maar de continuïteit voor onze klanten in onder andere de Benelux is hiermee gegarandeerd. Dat is in eerste instantie toch het belangrijkste, mocht het komen tot een harde Brexit zonder deal of douane-unie.”
Dataverkeer
Niet alle complicaties zijn hiermee gladgestreken. Acal BFI koopt componenten wereldwijd in, ook bij producenten in Engeland. Die leveren daarbij ook de benodigde kennis en specialisten worden ingezet bij klanten om processen te begeleiden. “Ik denk dat we op het vasteland voldoende expertise en mensen paraat hebben. Wellicht zullen we in het slechtste geval een aantal andere leveranciers moeten zoeken. En we weten ook niet hoe het dataverkeer geregeld zal worden bij een Brexit. Mogen data vrij blijven vloeien? We moeten het afwachten. Wij zijn in ieder geval voorbereid.”
Hotline
ABN AMRO stelde direct na de afwijzende stemming in het Britse parlement over de deal tussen het VK en de EU maandag 14 januari een speciale Brexit-hotline in om vragen van ondernemers te beantwoorden. Veel vragen spitsten zich toe op de in- en uitvoertarieven die van kracht worden als het VK op 29 maart de EU verlaat zonder deal of andere afspraken. Daarnaast krijgen transportbedrijven te maken met veel administratieve rompslomp. De grenscontroles keren terug en per vrachtwagen zullen in plaats van twee formulieren nu minstens zeven stuks ingevuld moeten worden, aldus ABN AMRO.
Bewustzijn
Volgens Albert Jan Swart, Sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO, bereidt een groeiend aantal ondernemers zich voor op een harde Brexit. “Het bewustzijn dat het fout kan gaan, is sterk gegroeid”, zegt hij. “We zijn met zakelijke klanten in gesprek over hoe ze zich voorbereiden. Daarbij moet je vooral denken aan bedrijven die naar het VK exporteren. We raden ook aan te kijken naar de hele keten. Wat als je als toeleverancier niet zelf aan het VK levert, maar je klant wel? Of wat als je afhankelijk bent van een leverancier in het VK en de Brexit vertraging oplevert? Dan kun je indirect geraakt worden. Er is een valutarisico als het pond verder devalueert. Dat kan ook leiden tot minder export naar het VK doordat onze producten dan duurder worden. Vanzelfsprekend is het lastig om te anticiperen. Er zijn zoveel scenario’s mogelijk, zo veel aspecten die bij een harde Brexit problemen kunnen opleveren. Bij een harde Brexit moet je in elk geval een douane-nummer hebben als je exporteert naar het VK. Exporteurs naar het VK hebben dat nummer vaak niet en regelen dat nu. Nog een tip: automatiseer de productie van de benodigde documenten of besteedt ze uit.”
Komt het wel tot een deal en dus geregisseerde terugtreding, dan blijven de economische gevolgen voor Nederland voorlopig beperkt. In dat geval kunnen het VK en de EU tot en met 2020 onderhandelen over de voorwaarden van de brexit. Mocht het VK alsnog blijven, dan is er geen gevolg.
Minder desastreus
Frans van der Zee, senior strategist bij TNO, ziet niet louter negatieve gevolgen voor Nederland zou het komen tot een Brexit met no deal. “De aandacht focust zich nu begrijpelijkerwijs op de handel. Natuurlijk zijn de consequenties voor de transport en logistiek groot bij een harde Brexit. Er komt enorme druk op de douane, files bij de havens, administratie, en de consequenties voor zakelijk verkeer zullen groot zijn. Ernstig genoeg, maar als we kijken naar de innovatie en technologische ontwikkelingen dan denk ik dat de gevolgen minder desastreus zijn, vanuit Nederlands perspectief gezien.”
‘Brexit betekent geen oorlog. Bilaterale verbanden blijven bestaan. Maar voortzetting van samenwerking in onderzoek en innovatie vergt wel herijking en nieuwe initiatieven’
Europese financiering
“Ik heb de indruk dat juist de instituten en ondernemingen die grensoverschrijdend aan innovatie werken, goed anticiperen op de veranderingen. Zij laten zich niet verrassen. Niet alles zal in één keer stilvallen. Universiteiten en onderzoeksinstituten blijven samenwerken. Lopende meerjarige innovatieprojecten waarbij Britse instellingen, ook R&D-afdelingen van bedrijven, zijn betrokken zullen vooralsnog gewoon doorgaan. De grote vraag is hoe dat na 2020, met de start van het nieuwe Horizon Europe, verder zal gaan. Brexit betekent geen oorlog. Bilaterale verbanden blijven bestaan. Maar voortzetting van samenwerking in onderzoek en innovatie vergt wel herijking en nieuwe initiatieven. Dat zal veel meer dan nu bilateraal moeten gebeuren. De Britten zijn zeer sterk in onderzoek en innovatie, werken met veel landen samen en zijn gewilde partners in projecten. Maar met de Brexit valt het doek voor deelname aan Europese programma’s en kan er geen beroep meer worden gedaan op Europese financiering. Dat is vooral voor de Britten zelf een groot nadeel, zoals de hele Brexit voor de Britten het meest nadelig is.”
Positief
Voor Nederland zou de exit zelfs positieve effecten kunnen hebben, meent Frans van der Zee. “Nederland wordt aantrekkelijker voor kenniswerkers en studenten die nu nog in grote getalen in het VK landen. Mensen uit China en India bijvoorbeeld, maar ook kenniswerkers uit Centraal- en Oost-Europa, maar ook Britten zelf, die nu het VK verlaten. Nederland is dan een betere uitvalsbasis voor Europa, op de meeste universiteiten is Engels de voertaal en er zijn natuurlijk de nodige Europese subsidieprogramma’s voor onderzoek. Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen kunnen mogelijk zo van de Brexit profiteren. Maar ook hightech bedrijven, denk aan de krapte op de arbeidsmarkt voor technisch geschoold personeel. Bovendien heeft de vestiging in Nederland van organisaties die noodgedwongen het VK moesten verlaten, zoals de European Medicines Agency in Amsterdam, een positieve impact op kenniscreatie en innovatie.”