Hoe kun je zo rustig mogelijk funderingen voor windmolens in de zee bouwen? Dat is de uitdaging van alle bouwers van windmolens op zee. In de afgelopen maanden zijn de eerste tests gedaan met een nieuwe installatietechniek die funderingspalen in de grond ‘draait’ in plaats van hamert. Onder de noemer Gentle Driving of Piles (GDP) wordt deze nieuwe methodiek getest op de Maasvlakte onder leiding van de TU Delft. Voor de Topsector Energie, TKI Wind op Zee, is de GDP-methode een goed voorbeeld van een innovatie die een win-win creëert: het plaatsen van monopiles wordt efficiënter en tegelijkertijd is de techniek vriendelijker voor het onderwaterleven.
Funderingspalen
Monopiles zijn de meest gebruikte funderingen van de offshore windturbines (OWT). Met groter wordende turbines worden de monopiles ook groter. Een OWT van zes megawatt heeft bijvoorbeeld een monopile nodig van ongeveer 80 meter lang en een diameter van 8 meter die bijvoorbeeld 1300 ton/auto’s kan wegen. Deze enorme stalen palen moeten voor een aanzienlijk deel van hun lengte de grond in. Een uitdagend, tijdrovend en kostbaar proces. Nederlandse aannemers zijn wereldleider in de installatie van OWT-funderingen en het is in hun belang om het installatieproces van de palen zo efficiënt mogelijk te maken.
GDP Methode
Onderzoekers aan de TU Delft hebben daarom een nieuwe techniek bedacht: De GDP Shaker. Tot nu toe worden monopiles vooral geheid wat gepaard gaat met trillingen en geluid onder water. Dat kan schadelijk zijn voor de omgeving waaronder bruinvissen. Gedurende de installatie op zee van de monopiles worden er daarom nu verschillende maatregelen genomen om geluid en trillingen te reduceren die extra kosten met zich mee brengen. Het doel van de GDP-project is om monopiles de grond in te krijgen met zo min mogelijk verstoringen van de grond rond de paal, met dezelfde snelheid als heien en zonder geluid. Een manier hiervoor is het aanbrengen van trillingen in de torsie richting om de paal te installeren.
Onderzoek op de Maasvlakte
De eerste resultaten van de testen op de 2e Maasvlakte laten zien dat deze methode werkt en dat het gebruik veelbelovend is. Komend jaar gaat het onderzoek verder. De initiatiefnemers hopen dat deze innovatie in de loop van volgend jaar rijp is voor de eerste pilots op zee en over een jaar of vier op grote schaal commercieel toegepast kan worden.
Partners
GDP is een project van GROW, een gezamenlijk onderzoeksprogramma over offshore wind wat tot doel heeft om onderzoek en innovatie te versnellen. Projectpartners zijn: TU Delft, Boskalis, Cape Holland, Deltares, DOT, Eneco, IHC IQIP, Innogy, Seaway7, Shell, SIF, TNO en Van Oord. De projectpartners zijn in deze testfase geholpen bij hun zoektocht naar subsidies en samenwerkingspartners door de Topsector Energie, TKI Wind op Zee en heeft subsidie gekregen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Bron TU Delft