De algemene bedrijfsklimaatindex voor de landbouwmachine-industrie in Europa is gedaald tot het laagste niveau sinds de crash in de nasleep van COVID-19, maar is zelfs met deze verdere daling nog steeds op een evenwichtig niveau. In juni daalde de index van 11 naar 1 punt (op een schaal van -100 tot +100).
Na enige versoepeling aan de aanbodzijde nemen de onzekerheden aan de marktzijde toe en neemt het vertrouwen navenant af. Samen met de verslechtering van de evaluaties voor het huidige bedrijf, hebben vertegenwoordigers van de industrie hun toekomstverwachtingen verder verlaagd.
De verschillen binnen segmenten en regio’s zijn daardoor toegenomen: Terwijl het klimaat voor vee en oogstmachines nog steeds op een positief niveau ligt, is het klimaat voor onder andere tractoren en akkerbouwmaterieel duidelijk in negatief terrein afgegleden. Ook is er nog steeds een gematigde meerderheid van bedrijfsvertegenwoordigers met positieve omzetverwachtingen voor enkele grote markten zoals Frankrijk en Duitsland, terwijl het vertrouwen in feite is verdwenen voor de markten van Italië en Polen.
Voor heel 2023 verwachten de deelnemers aan het onderzoek nog steeds gemiddeld een lichte omzetstijging voor hun bedrijf, onder meer door de hoge omzet aan het begin van het jaar als gevolg van de vermindering van de orderportefeuilles van fabrikanten.