TNO-test in samenwerking met Knauf de effectiviteit van een arm-ondersteunend exoskelet bij werkzaamheden van stukadoors. De tests vonden plaats in een gecontroleerde omgeving waar stukadoors tijdens het stucen nauwkeurig werden gevolgd. Metingen wezen uit dat bij stukadoors met een exoskelet de spieractiviteit van de armen tot 30%-40% minder was. De stukadoors ervoeren zelf ook een lagere belasting wanneer het exoskelet gedragen werd.
Het vak van stukadoor is een fysiek zwaar beroep waar overbelasting van spieren een reëel risico vormt. De stukadoor werkt zowel aan de muur, van onder tot boven, als aan het plafond, met verschillende houdingen en bewegingen. Het geteste exoskelet ondersteunt de arm, met een veermechanisme, bij werk met geheven armen. Het ondersteunende effect ervan werd eerder aangetoond in laboratoriumstudies, maar nog niet eerder in praktijksituaties. Door stukadoors realistische werkzaamheden te laten uitvoeren onderzocht TNO de effectiviteit van het gebruik van dit technologische hulpmiddel.
Praktijktest
Tijdens de testdagen in de praktijkhal van de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) in Veenendaal, hebben elf stukadoors een muurtje en een plafond gestuct, één keer met en één keer zonder een exoskelet. De taken die geobserveerd werden, betroffen het aanbrengen van het gips, afreien en messen bij zowel de muur als het plafond. Tijdens het stucen werd de spieractiviteit tijdens de hele klus per taak gemeten. Daarnaast werd de stukadoors ook gevraagd naar de door hen ervaren belasting en naar de voor- en nadelen van het gebruik van het exoskelet.
Minder spieractiviteit bij gebruik exoskelet
De metingen wezen uit dat de spieren die bijdragen aan het heffen van de arm het meeste baat hebben bij de ondersteuning door het exoskelet. Voornamelijk de schouder- en bovenarmspieren Trapezius, Deltoideus Medialis en Deltoideus Anterior vertoonden verminderde spieractivatie. De hoogste spieractiviteit werd zonder exoskelet gemeten tijdens het messen van het plafond. Bij het messen met ondersteuning van een exoskelet nam de spieractiviteit bij de onderzochte schouder- en armspieren af, met respectievelijk 30%, 38% en 30%. Ook tijdens de overige activiteiten werden reducties in spieractiviteit aangetoond. Voor geen van de spieren en activiteiten had het exoskelet een negatief effect op spieractiviteit.
Ervaring stukadoors zelf
De stukadoors gaven aan het ondersteunende effect van het exoskelet zelf te merken. Voor alle taken, behalve het aanbrengen van gips op de muur, vond men de ervaren belasting lager wanneer het exoskelet gedragen werd. Sterke afnames in de ervaren belasting werden voornamelijk bij het werken aan het plafond gevonden: tijdens het messen van het plafond ging de ervaren belasting van ‘een beetje zwaar’ tot ‘zwaar’ zonder exoskelet naar ‘erg licht’ bij het dragen van een exoskelet. Het dragen van een hulpmiddel zoals een exoskelet kan naast de gemeten voordelen ook nadelen hebben, zoals warmte ontwikkeling of beperking in bewegingen. Tien van de elf stukadoors gaven aan dat de voordelen sterker wogen dan de nadelen. Voor één stukadoor wogen de voordelen even sterk als de nadelen. Michiel de Looze, onderzoeksleider van TNO: “Uit onze testen blijkt dat stukadoors baat hebben bij het gebruik van een exoskelet en dat zelf ook ervaren. Graag zouden we in de toekomst een uitgebreider vervolgonderzoek doen zodat we het effect op vermoeidheid, productiviteit en gezondheidseffecten over een langere periode kunnen monitoren.”
Ook Rob van Groningen, Algemeen Directeur Knauf ziet kansen voor verder onderzoek: “De resultaten van deze TNO-test tonen aan dat het exoskelet de belasting van de spieren daadwerkelijk vermindert. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen bij welke handelingen optimale ondersteuning kan worden geboden en hoe het exoskelet toegepast kan worden in de dagelijkse praktijk van de stukadoor. Om zo stap voor stap ons doel te bereiken om bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van de stukadoors, een van onze belangrijkste doelgroepen.”