Het Amerikaanse bedrijf Thermo Fisher heeft het statutair in Nederland gevestigde Duitse bedrijf Qiagen goed getimed overgenomen. Qiagen is een van de belangrijke aanbieders van vloeistoffen die nodig zijn voor de zogeheten PCT-tests waarmee mensen op corona getest kunnen worden. Aan die stoffen is volgens het RIVM is er een schrijnend gebrek aan deze vloeistoffen die het genetisch materiaal vrijmaken in het van de patiënt afgenomen slijm. Het biotechnologiebedrijf is begin deze maand voor ruim 9 miljard euro verkocht aan de Amerikaanse marktleider Thermo Fisher Scientific dat ook labmachines levert die voor de analyse van PCR-tests nodig zijn.
Het is met afstand de grootste overname ooit in de Duitse biotechbranche, maar door de actuele crisis ongetwijfeld voor een te laag bedrag. Belangrijker is nu echter de vraag of de door Qiagen geproduceerde vloeistoffen ook ten goede komen aan laboratoria in Europa of allemaal geëxporteerd worden naar de VS. Vorig week was er veel media-aandacht voor een ander Duitse biotechbedrijf Curevac, nadat de Amerikaanse overheid een poging had ondernomen de eigendomsrechten op het experimentele vaccin waar de onderneming aan werkt te verwerven. Vandaag bleken er grote zorgen bij Philips. Het concern vreest dat de Amerikanen de beademingsapparatuur die het healthcare-bedrijf in de VS produceert gaan opeisen.
Thermo Fischer kocht ook al twee microscopenmakers uit Eindhoven. Twee jaar geleden nam het voor een onbekend bedrag Phenom World over. In 2016 kocht het FEI voor $4,2 mrd.