Ondanks nieuwe problemen bij industriële toeleveranciers door het oplaaien van de deltavariant van het coronavirus in Azië, laat de Nederlandse industrie wederom hoge productiecijfers en nieuwe exportorders zien in de maand augustus. De Nevi Inkoopmanagersindex klokt een stand van 65,8 in augustus. Dat is weliswaar terug naar het niveau van maart 2021, maar gezien de wereldwijde ontregeling van de toeleverketen door de heftige overstromingen, bosbranden en lockdowns door de deltavariant in onder meer China, Thailand, Vietnam en Maleisië is dat een kleinere teruggang dan verwacht.
De nieuwe lockdowns hebben geleid tot sluiting van belangrijke Chinese exporthavens en fabrieken waar elektronica en chips gemaakt worden. Daarom legden de afgelopen week autofabrikanten als Toyota, Honda, Ford, VW, Audi en het Nederlandse VDL Nedcar noodgedwongen hun fabrieken stil. De voorraden zijn op en de verwachting is dat autofabrikanten over heel 2021 tientallen procenten minder auto’s zullen produceren.
Aantal nieuwe orders daalt
In augustus namen zowel de deelindicatoren over nieuwe orders en productie af tot respectievelijk 64,2 en 60,8. Weliswaar nog steeds ver boven het gemiddelde van 50, maar de groei is eruit. Het aantal nieuwe orders daalde vooral door een lagere vraag naar kapitaalgoederen. Dit is waarschijnlijk te wijten aan een lagere vraag uit Azië. Daar hebben de producenten door de nieuwe lockdowns weinig vertrouwen in herstel en staat de lokale inkoopmanagersindex op een lage stand van 44,6.
De vraag naar consumentengoederen steeg in augustus, echter uit een recente analyse van ABN AMRO van de betaaldata blijkt dat ook het ‘grote spenderen’ van consumenten stagneert. Het is echter nog te vroeg om concluderen of dit door een dalend consumentenvertrouwen komt of doordat dat we ons geld juist op grote schaal uitgeven op een Italiaans terras.
Tekorten
De deelindicator voor productie nam af van 64,2 naar 60,8. Productie wordt vooral gehinderd door tekorten aan componenten, maar ook de bezettingsgraad van veel fabrieken loopt tegen de maximumgrens aan van circa 85 procent. Levertijden van nieuwe productiemachines zijn zeer lang en door de grote schaarste aan gekwalificeerd technisch personeel is het opzetten van een extra ploegendienst niet eenvoudig.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekende dat er momenteel in Nederland meer vacatures zijn dan werkzoekenden. Dit is sinds 2003 niet meer voorgekomen. Het totaal aantal nieuwe vacatures voor productiepersoneel is tussen 1 mei en 1 augustus 2021 toegenomen met 14 procent. Dit is geen tijdelijke, maar een structurele arbeidskrapte. De industrie zal zelf actief de deuren moeten opengooien om nieuwkomers en herintreders te verleiden. Ook zal het eigen personeel snel bij- of omgeschoold moeten worden om de productiviteitsvoordelen van ‘smart industry’ goed te kunnen benutten.