Modulariseren noodzakelijk om concurrerend en compliant te blijven.

0

De Nederlandse hightech bedient de wereldwijde high mix low volume-markt. Echt grote series zijn een uitzondering, evengoed moeten producten maakbaar en schaalbaar zijn om de kosten en dus de prijs laag te houden. Bovendien moeten ze tegenwoordig zo ontworpen worden dat ze goed te servicen en – als het even kan – circulair zijn. Én er moet rekening gehouden worden met exporttarieven en -restricties. Hoe houden spelers in de supplychain al deze ballen in de lucht? Modularisatie blijkt het toverwoord, maar de implementatie daarvan verloopt ‘verbazingwerkend traag’.

‘Chinese hightech is er wél in geslaagd modularisatieslag te slaan’

Illustratie Tom van Dun

ITEC Equipment ontwikkelt en fabriceert assemblage-, test-, inspectie- en smart-productieplatforms, gericht op massavolumeproductie van kleine signaal- tot power MOS-semiconductors. De markt van de smart labels lijkt momenteel sterk aan te trekken met rfid-tags voor de logistiek en distributie (bedrijven als DHL) en de bagageafhandeling (Schiphol) of in een abonnementskaart voor het openbaar vervoer danwel de labeling van supermarktproducten – mogelijk de grootste groeimarkt.

Technology en cost leader

Nadat ITEC in 2021 een zelfstandig bedrijf werd met chipproducent Nexperia als investeerder, kon het zijn equipment ook aan derden gaan verkopen. Het bedrijf kreeg zo de ruimte om te groeien, binnen vijf jaar van twintig naar honderd systemen per jaar. De Nijmeegse spin-out ligt goed op schema, aldus r&d-directeur Joep Stokkermans. ‘In 2024 realiseren we verreweg de toptechnologie van ITEC, aldus Stokkermans. ‘‘De systemen die we nu leveren, zijn in staat 60.000 tags per uur te assembleren. Samen met TNO-Holst werken we aan lasertechnologie waarmee we kunnen versnellen naar eerst 100.000 en dan 1 miljoen stuks per uur. En dat op dezelfde vierkante meters dure productievloer en met minder energie. Zo verlagen we het energieverbruik per label en de total cost of ownership voor onze klanten.’

IITEC strijdt samen ‘met één grote Duitse concurrent’ om het technologie- en kostleiderschap. Teneinde op maakbare wijze te kunnen opschalen voor een rfid-markt die, naar Joep Stokkermans verwacht, zeer sterk zal gaan groeien. Foto: Gerard Verschooten

Modulair

Maar de equipment zelf moet ook goedkoper worden. Daartoe worden alle ITEC-machines modulair ontworpen. ‘Nu al zit 60 tot 70 procent van de onderdelen en modules die we gebruiken in al onze machines, ongeacht of die assemblage, testen of inspectie als functie hebben.’ Om de kosten per machine verder te verlagen, moet dat percentage verder omhoog. Bepaald niet eenvoudig voor een jong bedrijf dat zelf nog geen standaarden kan afdwingen, maar zich moet voegen naar standaarden die de klant gebruikt.

Re-engineering van het functioneel ontwerp van ITEC wordt dan ook met name geïnstigeerd door feedback van de grote klanten, zo stelt Stokkermans. ‘Onze machines staan in line met machines van andere oem’ers. Wij moeten interfaces bieden die zorgen voor goede samenwerking in de lijn. Ook vragen klanten vaak om het kunnen uitlezen en instellen van bepaalde onderdelen van processen. Daar proberen wij natuurlijk zo goed mogelijk aan te voldoen.’ Dergelijke aanpassingen maken het ontwerp echter niet per se beter en goedkoper maakbaar.

Ecosysteem

Daarvoor steunt ITEC nadrukkelijk op een beperkt aantal leveranciers, waaronder Sioux Technologies, NTS en Prodrive Technologies. ITEC zorgt voor de software en het testen plus de inbedrijfstelling van de equipment; de suppliers engineeren mee en bouwen de modules incluis de besturingstechnologie. Strategisch partner Sioux neemt bovendien de eindassemblage voor zijn rekening. Het ecosysteem met deze partijen wordt overigens niet alleen in Nederland opgebouwd, maar ook in het Chinese Wuxi. Want als straks geopolitiek geëntameerde export-bans de uitvoer naar China gaan bemoeilijken ‘moeten we dat wel voor zijn, door er te zitten’.

Modularisatie is eveneens van belang voor een adequate service én – indirect – om IP te beschermen. ‘Door zo veel mogelijk te werken met gedigitaliseerde en gestandaardiseerde modules, weten wij straks precies wat bij welke klant staat en kunnen zo tracken en tracen wie wanneer welk onderdeel gefabriceerd heeft. Dat optimaliseert onze service aan de klant. Tegelijk werken we aan een verdienmodel waarin we alleen de hardware in onze machines verkopen. De software stellen we uitsluitend in licentie ter beschikking en blijft van ons.’ Dat moet voorkomen dat klanten de machines doorverkopen aan de concurrent. ‘We moeten ook weer niet te goed van vertrouwen zijn.’

‘Duopoly wedloop’

Zo zit ITEC, samen ‘met één grote Duitse concurrent’, in een ‘duopoly wedloop’ om het technologie- en kostleiderschap. Teneinde op maakbare wijze te kunnen opschalen voor een rfid-markt die zeer sterk zal gaan groeien, aldus Stokkermans, afgaand op wat klanten als Paragon, Tageos en NXP hem vertellen. ‘Dit jaar worden wereldwijd ongeveer 43 miljard tags geproduceerd. Dat aantal zal de komende jaren met 20 tot 30 procent per jaar toenemen. Wij bouwen volop aan een ecosysteem om met die markt mee te groeien.’

De assemblagetak van Sioux maakt duidelijke afspraken met de klant, bijvoorbeeld over de gemiddelde productieaantallen per week, stelt Mart Lommers. ‘Klanten beloven nog weleens de gouden bergen van grote series. Samen stellen we de werkelijke marktverwachtingen vast.’ Foto: Seijbel Photography

Dat ITEC zijn eindassemblage heeft ondergebracht bij Sioux Technology, past mooi in het businessmodel dat deze Eindhovense modulebouwer een paar jaar geleden verruimd heeft met een aparte assemblagetak. Bedoeld om van Sioux die totaalleverancier van modules voor de hightech te maken, vertelt Mart Lommers, die eerder dit jaar aantrad als managing director van deze nieuwe entiteit. ‘Want onze klanten, zoals ASML, Thermo Fisher en ITEC, willen een eerstelijnstoeleverancier die niet alleen weet hoe hij een module moet ontwikkelen zodat die functioneel in orde is, maar ook hoe hij die kostenefficiënt maakbaar en schaalbaar maakt.’

Zijn mensen hebben dus veel contact met collega’s van ontwikkeling. ‘Die weten alles van de technologie nodig voor een functioneel goed werkend product. En hoe ze voor de productie daarvan een goedwerkend proces neerzetten. Een stabiel en reproduceerbaar proces waarin de risico’s geminimaliseerd zijn en de uitval minimaal is.’

Maakbaar en schaalbaar

Specifiek voor de maakbaarheid sturen Lommers c.s. aan op het modulair opbouwen van een product. ‘Zodat een kritische stap in een behapbare module zit die gekalibreerd of getest kan worden. Is deze stap goed, dan kun je dat vroegtijdig afvinken. Zo minimaliseer je je risico’s en de doorlooptijd van je kritische pad.’ Ook zet de assemblagetak in op het minimaliseren van het aantal producten dat nodig is om iets te maken. ‘Daarbij kijken we continu naar de waardetoevoeging: is iets essentieel voor de functie van het product of niet? Ook stellen we vragen over bijvoorbeeld de gekozen coating: heeft die wel de juiste yield en zijn we daarvoor niet van één leverancier afhankelijk?’

Qua schaalbaarheid maakt de assemblagetak van Sioux hele duidelijke afspraken met de klant over bijvoorbeeld gemiddelde productieaantallen per week. ‘Klanten willen nog weleens de gouden bergen van grote series beloven. In samenspraak stellen we de werkelijke marktverwachtingen vast. Op basis daarvan komen we overeen wat we gemiddeld per week voor een bepaalde periode voor die klant gaan produceren. Zodat we dat – kostenefficiënt – vanuit een flow kunnen doen’, zegt Lommers. Mocht verdere opschaling toch nodig blijken, dan volgt afstemming wat daarvoor nodig is aan materiaal, methode, machines, middelen en mensen. ‘En met welke doorlooptijd we moeten kunnen schakelen, drie maanden of korter. Voor hogere aantallen binnen twee maanden zijn wij flexibel genoeg, maar dat vergt duidelijk afspraken vooraf.’

Via de webportal van De Cromvoirtse kunnen klanten hun 2D- of 3D-tekeningen uploaden. Ze krijgen dan binnen enkele minuten een prijs. ‘Mits het goed maakbaar is.’ En dat blijkt lang niet altijd het geval, aldus Bart van Gisbergen. Foto: De Cromvoirtse

Doorzetten naar eigen keten

Afspraken die ook doorgezet kunnen worden naar de eigen toeleverketen van Sioux. Lommers: ‘Bijvoorbeeld om zeker te stellen dat ergens in de keten een veiligheidsvoorraad wordt aangelegd of tijdig geïnvesteerd wordt in een nieuwe machine. Maar ook om te voorkomen dat wij zelf verrast worden doordat onze supplier iets niet kan maken, of niet op de gevraagde schaal. Daartoe leggen we in acceptance forms met de leverancier in detail vast dat hij een product conform tekening in de gevraagde aantallen binnen de bepaalde termijn kan maken.’ Ook voert Sioux, samen met leveranciers, tests uit. ‘Onlangs hebben we bijvoorbeeld een oppervlaktebehandelaar één frame laten behandelen. Dat kwam goed uit het proces, maar bleek veel te kwetsbaar in gebruik. Dan is duidelijk dat voor zichtdelen dat type coating niet geschikt is, wat weer input is voor ons designteam.’ Ook leveranciers kunnen wijzigingen opperen: ‘Laatst hebben wij van een klant de productie overgenomen van een product dat hij jaren zelf had gemaakt. Eerst conform zijn werkwijze, totdat onze eigen suppliers melden dat bepaalde processtappen veel simpeler kunnen.’

Lang niet altijd maakbaar

Een typische second tier supplier is De Cromvoirtse. De engineers van zijn klanten hebben lang niet altijd scherp of wat zij ontwerpen ook daadwerkelijk kostenefficiënt en schaalbaar maakbaar is, constateert Bart van Gisbergen, hoofd verkoop van het Oisterwijkse metaalbedrijf. De verwerker van plaat, buis en profiel heeft vooral veel kleine oem’ers als klant. Die reiken hun ontwerpen aan via de webportal van De Cromvoirtse. ‘Zij kunnen hun 2D- of 3D-tekeningen daar uploaden en aangeven in welke aantallen ze die wanneer willen hebben. Binnen enkele minuten krijgen ze dan een prijs – mits het goed maakbaar is.’ En dat blijkt lang niet altijd het geval.

Veel van de aanvragen verlopen digitaal. ‘Maar als er maakbaarheidsissues zijn, nemen we persoonlijk contact op. Zes mensen in de binnendienst zorgen ervoor dat een ontwerp ook daadwerkelijk door ons, met de beschikbare productiemiddelen efficiënt geproduceerd kan worden’, aldus Van Gisbergen. Zo komen er nogal eens tekeningen binnen van zeer complexe zetdelen. ‘Die zien er op papier prachtig uit, maar zijn met de kantbanken en de gereedschappen waarover wij beschikken niet te maken, of alleen als we er veel tijd in steken. Dan overleggen we met de klant hoe het ontwerp aangepast kan worden, met behoud van de functionaliteit.’

Academy

Veel engineers, weet Van Gisbergen, hebben geen goed beeld van wat nu precies mogelijk is met de voorhanden kantbanken, laser- en watersnijders en zaagmachines. Daarom is zeven jaar geleden De Cromvoirtse Academy opgericht. ‘Gemiddeld eens per maand nodigen wij engineers van nieuwe en bestaande klanten uit. Vooraf vragen we ze naar hun kennisbehoefte. Heel vaak willen ze beter weten wat er productietechnisch wel en niet mogelijk is. Na een uitgebreide rondleiding behandelen we klassikaal alle vragen over wat een product maakbaar en schaalbaar maakt.’

Na zo’n sessie neemt de kwaliteit van de werktekeningen merkbaar toe, aldus Van Gisbergen. Met voor de klant als voordeel dat de opdracht veel sneller kan worden uitgevoerd. Niet voor niets voert De Cromvoirtse de slogan ‘Snel metaal op maat’ prominent in zijn uitingen. ‘Wij produceren vaak kleine series voor proto’s die de klant snel wil hebben, om verder te kunnen met engineering. Sowieso zijn onze series hooguit enkele honderden. Daarop is onze productietechnologie het beste ingericht.’

Dempen vraagschommelingen

De uiteindelijke grootte van een serie is lastig te voorspellen. Zo is De Cromvoirtse actief voor de momenteel behoorlijk volatiele semiconmarkt. ‘Wij zijn echter heel flexibel. Doordat onze processen voor meer dan 80 procent geautomatiseerd zijn en dankzij een flexibele personele schil kunnen we goed met de markt meeademen. Belangrijker nog is dat we heel veel kleine mkb’ers als klant hebben. Actief zijn in heel veel verschillende markten, voor de machinebouw in breedste zin dempt grote vraagschommelingen.’

‘Modulariseren gaat in de Nederlandse hightech verbazingwekkend traag’

Voor het schaalbaar, maakbaar, serviceable en circulair maken van complexe producten is modularisatie een goede oplossing. Het vereist wel een duidelijk beeld van veelvoorkomende klantvragen, om die zo veel mogelijk te vangen in standaardmodules. Vervolgens kan dan een digitale backbone worden opgezet die alle procestappen en de exacte samenstelling van elke module vastlegt. Zo zijn alle waardevoortbrengingsprocessen gedurende de gehele life cycle te optimaliseren, van engineering, inkoop en productie tot service en aftersales.

Togetr biedt daarvoor zijn Smart Manufacturing Platform met tools als ERP, CRM, configuratoren en planningssoftware. De Veenendaalse softwareonderneming is actief in de Nederlandse high mix low volume-hightech, met klanten verspreid over de hele toeleverketen. Van oem’ers als elektromotorenfabrikant Tecnotion, integratoren als Valk Welding en modulebouwers als NTS Group. Volgens Togetr-managing director Alex Wilbrink is die modularisatievraag afkomstig van twee typen klanten, die niet even makkelijker te bedienen zijn.

‘Twintig jaar geleden praatten we al over modulariseren en we zijn sindsdien nauwelijks verder gekomen, terwijl de ict voor de digitale fabriek er gewoon is’, constateert Alex Wilbrink. Foto: Togetr

‘Het eerste type, een productiebedrijf met ruime ervaring in het maken van series, komt bij ons omdat ze willen standaardiseren, om meer grip te krijgen op processen, om verder op te kunnen schalen. Het tweede type, het projectenbedrijf, is gefocust op het innoveren voor klantspecifieke producten. Dat ontdekt op enig moment dat ze een bepaalde machine vrij veel verkopen en willen het maakproces daarvan slimmer inrichten’, schetst Wilbrink. ‘Een productiebedrijf doorloopt dat standaardisatietraject in aanleg succesvoller dan een projectenbedrijf. Want die laatste kan door zijn gerichtheid op innovatie en op hele kleine series moeilijker tijd en geld vrijmaken voor complexe, langdurige standaardisatietrajecten. De bulk van de Nederlandse hightech behoort tot dat tweede type.’

Succesvol modulariseren hangt ook sterk af van de winstmarges, vervolgt Wilbrink. ‘Maak je nu al voldoende marge op specials, hoe moeilijk maakbaar en schaalbaar ze ook zijn, dan hoef je die modularisatieslag niet per se te slaan. Tenzij je de overtuiging hebt dat je eenmaal gestandaardiseerde producten nog altijd als special in de markt kunt zetten, tegen een navenant hoge marge. Maar je wilt natuurlijk voorkomen dat jij vasthoudt aan specials terwijl de concurrentie wel die standaardisatieslag slaat en je daardoor plots voorbij kan streven, met beter maakbare en schaalbare producten die hij sneller kan leveren tegen lagere prijzen.’

Zet een bedrijf de stap naar hogere volumes en meer standaardisatie, dan vraagt modulariseren een uitgewerkt sales & operationsplan, stelt Wilbrink. ‘Daarvoor moet sales inzicht hebben in de vraagontwikkelingen in de markt op lange termijn, zodat operations daar hun capaciteiten op kan inrichten. Slimme digitalisering laat dan realtime zien voor welke product-stukslijsten welke material requirements planning nodig is, binnen de onderneming én in de keten. Zo kan een bedrijf zich voorbereiden op vraaguitval en op verstoringen in de toeleverketen. Planningssoftware rekent dan de alternatieve sourcing door, de consequenties voor de doorlooptijd en de operationele capaciteit.’ Ook voor het beheren en servicen van de installed base is digitalisering en modularisatie onontbeerlijk. ‘Zo kan er een product passport worden vastgelegd met kwaliteitsgegevens van de uitvoering.’

Heel veel bedrijven hebben die stap nog altijd niet gezet en weten bijvoorbeeld niet wat ze in de loop der jaren hebben uitgeleverd. Gerichte service, laat staan circulair werken, is dan ver weg. In de Nederlandse hightech verloopt het proces van modulariseren ‘verbazingwekkend traag’, constateert Wilbrink. En dat ligt in zijn ogen nauwelijks aan de beschikbare digitale technologie. ‘Intelligente planningssoftware om uit te rekenen wat voor jouw business en toeleverketens de gevolgen zijn van de verkiezingswinst van Trump, kan ik je niet bieden. Maar we praatten twintig jaar geleden al over modulariseren en zijn sindsdien nauwelijks verder gekomen, terwijl de ict voor de digitale fabriek er gewoon is. Als ik zie wat Chinese bedrijven aan producten op de markt brengen, lijken zij er wel in geslaagd die modularisatieslag te slaan.’

Link magazine december 2024/januari 2025. Thema: Maakbaar, Schaalbaar en Duurzaam. Vraag exemplaar op: mireille.vanginkel@linkmagazine.nl

Bestand tegen export-bans en CSRD-compliant

De modules die Sioux Technology engineert en bouwt moeten niet alleen maakbaar en schaalbaar zijn, maar soms ook bestand tegen politiek geëntameerde exportrestricties en -tarieven. ‘Daarom hebben wij onze supply chain inmiddels vrijwel geheel ondergebracht in Europa. Alleen voor grondstoffen zijn we van mijnen daarbuiten afhankelijk, maar dat geeft nog geen issues. Wel beginnen we rondom de wat exotischere componenten bij onze elektronicapartners weer eens mis te grijpen. Wij en onze ems-partners blijven dit monitoren’, aldus Mart Lommers, managing director van de assemblagetak.

Omdat Sioux ook levert aan grote multinationals moeten leveringen sinds begin dit jaar bovendien aantoonbaar duurzaam zijn in lijn met de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive). Re-usability en serviceability worden daarmee tijdens productontwikkeling steeds belangrijker. ‘Sioux heeft recentelijk de unit Product Lifecycle Services (PLS) opgezet, om issues als obsolescence en field issues het hoofd te bieden, en om verdere stappen te zetten in serviceability en repairability. Daartoe nemen we momenteel mensen aan.’

Vanwege de eigen omzet van meer dan 130 miljoen euro moet Sioux evenzeer CSRD-compliant zijn en oog hebben voor de broeikasgasemissie van de eigen keten (scope 3). ‘Het voldoen aan standaarden als RoHS en REACH hebben wij in onze toeleverketen wel afgedekt, net als het werken met Code of Conducts. Voor circulariteit en serviceability is het voor ons en onze suppliers nog te vroeg. Eerst moeten wij zelf onze competenties op dat terrein uitbreiden.’

Mkb’er De Cromvoirtse is typisch zo’n bedrijf dat in scope 3 zit van zijn grote klanten. In de praktijk blijken die dat echter nog maar nauwelijks aan de orde te stellen. ‘Ik heb recentelijk rondgevraagd onder onze belangrijkste klanten. Precies één is ermee bezig, de rest nog totaal niet’, aldus Bart van Gisbergen, hoofd verkoop van het metaalbedrijf.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics