In de enorme voormalige Stork-fabriekshal, waar tegenwoordig het ROC Twente in gevestigd is, ogen de kinderen nog wat kleiner dan ze zijn. Met zijn honderden zijn ze aan grote tafels geconcentreerd in de weer met robotjes, in stootvast rubber gevatte iPads, boetseerklei en reageerbuisjes met allerhande materialen. Dit is het Mini Maker Festival, onderdeel van de Dutch Technology Week die van 20 tot en met 25 mei gehouden werd met evenementen in heel Nederland. Met als doel ‘het versterken van de Nederlandse hightech sector’. In Hengelo ging het vooral om jonge mensen te interesseren voor techniek. ‘We willen ze laten zien wat je allemaal kunt maken en hoe leuk dat is. Dat er meer is dan thuis in je eentje een beetje gamen’, vertelt Jelske Marcus van het organiserende Tetem uit Enschede.
Aan een van de tafels programmeren kinderen met een iPad kleine robotjes, met gezichtjes die lachen of juist bedroefd kijken. ‘Je hoeft het ze maar even kort uit te leggen en ze hebben het door. Zo leren ze spelenderwijs hoe je een robot programmeert, maar ook dat die reageert op wat jij doet.’ Aan de tafel ernaast worden ‘bibberbotjes’ in elkaar geknutseld. Kayden Bijker en haar vriendinnetje Saar tonen trots de mechaniekjes die heftig gaan trillen als ze het stroomdraadje op de batterij aansluiten. ‘Het was héél moeilijk om te maken’, verklaart Kayden met ernstig gezicht. ‘Thuis programmeert ze al’, voegt moeder Tamara er trots aan toe.
Midden op de ‘makersvloer’ staat een halve boog van triplex opgesteld. Het blijkt een 3D-scanner, gemaakt door Enschedese kunstenaars, waarmee de objecten die de kinderen van klei boetseren in 3D gedigitaliseerd worden. ‘Daarna kunnen ze die figuren opnemen in de computergame die ze samen aan het maken zijn’, wijst Marcus op een rij kinderen achter schermen.
Door de dag heen zijn er zo’n zevenhonderd kinderen langsgekomen, al dan niet met hun begeleiders. ‘Wij hebben al een aantal workshops georganiseerd voor basisscholen uit heel Twente. Deze middag is er vrije inloop. Velen ontdekken voor het eerst wat techniek is. Dat geldt niet alleen voor de kinderen, maar vaak ook voor hun ouders.’