De overheid kreeg behoorlijk wat kritiek tijdens het seminar ‘Internationalisering moet!’ Dat werd op 5 november georganiseerd, als onderdeel van het programma rond de Dutch Industrial Suppliers Awards 2008. Afgewisseld door prijsuitreikingen deden top-industriëlen hun verhaal.
Thekla Bodewes
Thecla Bodewes, directeur van de scheepswerven Bodewes en De Kaap, heeft de ervaring dat die Nederlandse overheid niet sterk is in het bevorderen van de export. ‘Wij ontberen een commerciële overheid, terwijl in de ons omringende landen het vaak de president of minister is die bij contractonderhandelingen aanwezig is. Onze politici zijn niet voldoende trots op en betrokken bij wat de scheepsbouw presteert.’ Ook doordat regeringen elders binnen de EU regelgeving anders interpreteren, is er wat haar betreft geen sprake van een gelijk speelveld voor deze sector, die zij duidt als betrouwbaar, duurzaam en innovatief. Dat laatste ook door de grote openheid tussen de bedrijven in de sector, hetgeen Bodewes onder meer toeschrijft aan de ‘sterke brancheorganisatie’.
Andries Hummel, Geen tegenwicht
Een gebrek aan een level playing field speelt ook Thales Nederland parten, zo schetst cto Andries Hummel. ‘Export van onze radarsystemen is een probleem, omdat andere landen heel veel lobbyen. Wij konden betere systemen tegen een lagere prijs leveren aan Spanje, aan Noorwegen. Toch kozen die landen uiteindelijk voor een systeem van de VS, onder hoge politieke druk vanuit dat land.’ Tegenwicht biedt de Nederlandse overheid hierin niet, stelt Hummel vast. Voorts wil het bedrijf meer civiele producten ontwikkelen en verkopen – als beveiligingssystemen voor Rijkswaterstaat – maar treft dan in de overheid niet die launching customer die het nodig heeft. Er zou een voorbeeld genomen moeten worden aan de Marine, die met TNO en Thales een ‘gouden driehoek’ vormt. Binnen de Marine zit voldoende ‘materiedeskundigheid’ om de klantvraag helder op tafel te krijgen en gedrieën toe te werken naar een voor iedereen acceptabele oplossing.
Prikkelend
De noodzaak van nauwe samenwerking in de keten is eerder ook al benadrukt door Arjan van Weele, hoogleraar purchasing and supply management aan de TU Eindhoven en dagvoorzitter. ‘De globalisering dwingt daartoe. Dat betekent wel dat de onderlinge afhankelijkheid steeds groter wordt. Daarom is het zaak dat toeleveranciers kiezen voor aantrekkelijke klanten die bij hen passen en dat die zich positioneren als customer of choice. Op dat internationale speelveld gaat het uiteindelijk om de relatie die je hebt met je klant, je medewerkers, met de vakbond én met je toeleveranciers’, aldus Van Weele tijdens zijn aftrap, waarna hij de diverse sprekers kundig aan elkaar praat en de zaal prikkelende vragen ontlokt.
Zo krijgt de eerste spreker, hoofd Macro-economie Maarten Leen van ING Bank, de vraag wat de banken gaan doen om het verkrijgen van kredieten weer te vergemakkelijken. Leen heeft een schets gegeven van de ontstaansgeschiedenis van de huidige kredietcrisis en de gevolgen ervan de komende jaren en geeft eerlijk toe dat banken zich bij het verlenen van kredieten vooralsnog gehinderd weten door de solvabiliteitseisen waaraan ze moeten voldoen. De crisis zal dan ook zeker effecten hebben op de Nederlandse economie. ‘Nederland is geen eiland. De werkloosheid zal oplopen. Anderzijds staan we er relatief goed voor met een structureel gezonde arbeidsmarkt en een concurrentiekracht waarmee we binnen de Eurozone op plaats twee staan.’
Willem Scherpenzeel, Mop
De middag wordt – in stijl – besloten door Willem Scherpenzeel, directeur van Scherpenzeel in Andijk, fabrikant van walsen en lagers voor het transporteren van papier, bijvoorbeeld in high-end plotters.Met veel gevoel voor humor doet hij zijn verhaal over de problemen die hij heeft ondervonden toen hij zich, omwille van de klant en de groeimarkt in Azië, vestigde in Maleisië. ‘Dé les die ik geleerd heb, is dat je moet zorgen dat je supply chain op orde is. Wij dachten voor oppervlaktebehandeling een goede leverancier gevonden te hebben, maar dat viel tegen. Dus moesten we onze assen terugvliegen naar Europa, dat heeft ons tonnen gekost. We hebben veel tijd moeten steken in het opleiden van de mensen daar. Maar nu is het voor elkaar, nu draaien we er winst en versterkt onze internationalisering onze vestiging in Andijk, waar we ons nu kunnen concentreren op de high-end producten.’ Scherpenzeel kan niet nalaten zijn betoog te besluiten met een kwinkslag naar de overheid, of beter, een mop: ‘Het is 2011 en Bos en Balkenende staan voor een etalage. Een broek voor 40 euro, een jas voor 80 en een jurk voor 60 euro. Balkenende constateert: ‘We hebben die inflatie toch maar mooi weten te beteugelen.’ Zegt Bos: ‘Loop nou maar door, we staan hier voor een stomerij.’’
De vijfde spreker is de cto van NXP, René Penning de Vries. Meer over zijn visie op innovatie binnen de geglobaliseerde semicon-sector in het interview met hem, elders in deze uitgave.