De beste en de goedkoopste vluchtsimulator voor een Airbus 320 bouwen; dat was de ambitie van Avion Group. VDL ETG zag de potentie van het revolutionaire ontwerp en stapte in als medefinancier en producent. Resultaat: de Phantom 320, een Nederlands product met bijna uitsluitend Nederlandse toeleveranciers.
Samenwerking met VDL ETG geeft ontwikkelaar vluchtsimulator vleugels
Avion Group ontstaat in 2015, wanneer Avion Simulators contact heeft met Avion Vliegschool in Maastricht over de aanschaf van hun revolutionaire vluchtsimulatorconcept. Beide bedrijven besluiten te fuseren tot één bedrijf voor alle services op het gebied van pilotentraining en de ontwikkeling en productie van hoogwaardige vluchtsimulators. ‘Om de ontwikkeling van de simulator te voltooien, had Avion meer geld nodig. Machinebouwer VDL en investeringsfonds 5Square hadden interesse’, vertelt Bart Slager, ceo van Avion Group in Nieuw-Vennep.
Professionaliseringsslag
De samenwerking met VDL Enabling Technologies Group (VDL ETG) in Almelo leidde tot verdere uitbouw van Avion Group. ‘Wij hebben ruime ervaring in het bouwen van onderdelen van vluchtsimulators en hebben Avion geholpen een professionaliseringsslag te maken. Het ontwikkelen van een vluchtsimulator is namelijk echt iets anders dan een product volumerijp maken. En voor ons is het de eerste keer dat we een complete vluchtsimulator produceren’, verklaart Richard Couwenbergh, accountmanager bij VDL ETG.
‘Zo’n innovatief mechatronisch eindproduct past perfect bij ons’
Het partnerschap met VDL ETG – werkzaam in onder meer de semiconductor-, medische en luchtvaartmarkt – straalt positief af op Avion. ‘Klanten weten dat de productie geen probleem is en ook banken stellen bij de presentatie van ons businessplan en onze forecast niet langer de vraag hoe we de simulator denken te gaan produceren’, stelt Bart Slager. Richard Couwenbergh was meteen gegrepen door het design van de Phantom 320. ‘Het conceptuele plan was revolutionair en het frame en de cockpit zijn opgebouwd volgens de laatste stand van de techniek. Zo’n innovatief mechatronisch eindproduct past perfect bij ons.’ De beweegbare poten van de Phantom 320 – het motion platform – levert E2M Technologies in Amsterdam.
Plug and fly
De Phantom 320 is bijna tien meter hoog en onderscheidt zich op diverse punten van bestaande vluchtsimulators. ‘Conventionele bouwers hebben een gebouw om de simulator nodig voor het faciliteren van een computerruimte en een airco. Ook zie je aan alle kanten watervallen aan kabels. Bij ons is alles in de simulator geïntegreerd: het is plug-and-fly’, lacht Slager. Een ander opvallend kenmerk is de vliegtuigtrap. ‘Klanten hoeven die niet in hun gebouw aan te brengen, dat scheelt kosten. En hoewel alles in de simulator geïntegreerd is, weegt hij maar acht ton, dat is zes ton lichter dan die van concurrenten. Daardoor zijn het energieverbruik en dus ook de lifecycle costs een stuk lager.’
De ambities liegen er niet om. ‘We willen de beste zijn qua pilootervaring en de goedkoopste. Beeld, beweging en geluid moeten zo reëel zijn dat ook doorgewinterde piloten het gevoel hebben in een echt vliegtuig te zitten. Doorgaans kost een simulator tussen de zeven en tien miljoen euro, wij zitten aan de onderkant van deze bandbreedte’, aldus Slager. De modulaire opbouw is eveneens een belangrijk pluspunt. ‘De simulator is daardoor makkelijker op te bouwen en te onderhouden. En alle acht componenten kunnen gewoon op een truck, je hebt er geen vergunning voor nodig.’ Het bewijs hiervoor is inmiddels geleverd: na de factory acceptance test werd de Phantom 320 vorig jaar november van de productielocatie in Almelo getransporteerd naar de klant in Malta.
Zwaar certificeringstraject
Om de Phantom 320 te mogen inzetten voor pilotentraining, was certificering door de European Aviation Safety Agency (EASA) noodzakelijk. ‘De 180 testen zijn heel zwaar, je hebt maandenlang inspecteurs over de vloer. We moesten zo’n 6.500 pagina’s aan documentatie opleveren. Ook hierin waren we ambitieus: waar anderen voor certificering rekenen in termijnen van een jaar, een halfjaar of een maand, legden wij ons vast op week 44. Dat leverde het nodige gegniffel op, maar we hebben de planning gehaald’, zegt Slager trots. Krap was het wel. ‘We hebben de nieuwe hal bewust gesegmenteerd. De kraanbaan moest nog gebouwd worden toen de simulator aankwam’, vertelt Couwenbergh. ‘En toen er op een zaterdagavond bouten losschoten omdat een test niet goed was uitgevoerd, heb ik zondagochtend meteen lassers laten komen om de onderdelen te vervangen. Zondagavond was het probleem opgelost, zodat de testen van maandag gewoon door konden gaan. Alles om die week 44 te halen.’
Exact tot in kleinste details
Eén van de eisen van de EASA is dat de werkomgeving van de piloot tot in de kleinste details exact wordt nagebouwd. ‘Om de werkelijkheid zo goed mogelijk na te bootsen, zijn we afgereisd naar de woestijn in Arizona, waar veel vliegtuigen staan opgeslagen. Daar is voor ons een originele cockpit afgezaagd met het hele instrumentarium erin’, vertelt Couwenbergh. ‘Voor ons een nieuwe markt, die refurbishing markt, die we samen met Avion verkennen. Bij het opzetten van de supply chain wilden we zo dicht mogelijk bij de oem’er blijven.’
Avion en VDL ETG vonden elkaar op het vlak van kwaliteit en slagkracht. ‘Zo zijn we geswitcht van leverancier voor het composiet aan de buitenkant van de simulator, want ook op dat vlak wil je een betrouwbare partner’, aldus Couwenbergh. ‘Het prettige van Avion is verder dat we snel kunnen schakelen met hen, bijvoorbeeld over verbetervoorstellen qua functionaliteit. Ook vanuit VDL ETG werkten we met een klein team om slagvaardig te kunnen acteren.’ De soepele samenwerking werd bekroond: de Phantom 320 is in één keer gecertificeerd, zonder voorbehoud.
Fase 2
Avion bereidt zich intussen voor op fase twee: een simulator voor de Boeing 737. ‘De grote groei zit in de zogeheten narrow bodies, vliegtuigen met één gangpad. Als scale-up kunnen we niet op tegen de grote marktspelers, dus richten we ons op de kleinere trainingscentra die dankzij ons product hun businesscase voor een simulator rond kunnen krijgen’, stelt Slager. ‘Voor onze simulator is geen duur centrum nodig, we kunnen deze gewoon bij de klant plaatsen – indien gewenst inclusief energieneutraal gebouw eromheen.’ De eerste Phantom 320 is inmiddels operationeel op Malta, een tweede order is binnen. VDL ETG is er klaar voor: de productielocatie telt inmiddels drie bases van twaalf bij twaalf meter van één meter dik beton voor de productie van de vijf simulatoren die Avion dit jaar verwacht te leveren.