ASML gaat zich veel sterker op Duitse arbeidsmarkt richten

De Nederlandse arbeidsmarkt zit te springen om goed opgeleide technici. Alleen al voor WO- afgestudeerde ingenieurs zal de vraag op de arbeidsmarkt twee keer zo groot zijn als het aanbod, zo stelt het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt. Dat betekent dat bedrijven als ASML nog nadrukkelijker naar het buitenland gaan kijken om technisch talent te halen.
ASML is de afgelopen jaren hard gegroeid – van ruim 5000 medewerkers in 2010 tot bijna 10.000 vandaag in Veldhoven en Eindhoven. Die groei zal de komende jaren nog wel doorgaan , aldus Monique Mols, woordvoerder van ASML .‘Wij nemen momenteel zo’n 150 mensen per maand aan en hebben 500 vacatures in onze technische afdelingen. De Nederlandse arbeidsmarkt kan ons echt niet bijhouden. We werven al jaren over de grens. Momenteel telt onze populatie hier negentig nationaliteiten en zo’n 22 procent van onze collega’s heeft geen Nederlands paspoort. Wij hebben hier reeds behoorlijk wat Belgen rondlopen, maar betrekkelijk weinig Duitsers. Wij zijn in Duitsland nog relatief onzichtbaar. Terwijl techniek daar hoog in het vaandel staat en er grote aantallen jonge mensen op de arbeidsmarkt komen, goed opgeleid in richtingen als software engineering en mechatronica die voor ons bij uitstek van belang zijn. Alleen al de technische universiteit Aken met bijna 50.000 studenten leidt meer TU-engineers op dan de drie Nederlandse TU’s samen.’ De naam van ASML krijgt in Duitsland inmiddels wel wat meer bekendheid, mede dankzij het feit dat de onderneming sinds kort minderheidsaandeelhouder is van Zeiss SMT en grote Duitse ondernemingen als Trumpf en Heidenhain als key suppliers heeft. ‘Maar, Duitsers zijn wat honkvaster en engineers kunnen in eigen land overal terecht. Dus om die naar Veldhoven te halen zullen wij de komende tijd onze arbeidsmarktcommunicatie veel sterker op Duitsland gaan richten.’