Op 29 mei 1959 werd het grootste aardgasveld van Europa ontdekt bij Slochteren. Met deze vondst werd aardgas zeer belangrijk voor de Nederlandse energievoorziening. Midden jaren zeventig bestond ongeveer de helft van de energievoorziening uit aardgas. In 60 jaar is ruim 80 procent van dit grote gasveld opgebruikt. De aardgasbaten voor de overheid van gaswinning bedroegen in deze periode bijna 417 miljard euro. Dit blijkt uit cijfers van het CBS
Sinds 1965 bedroegen de aardgasbaten van de overheid in totaal 416,8 miljard euro (uitgedrukt in prijzen van 2018). Ter vergelijking: de overheidsinkomsten bedroegen 337 miljard euro in 2018. De aardgasbaten fluctueerden vooral als gevolg van schommelingen in de aardgasprijs.
Toegevoegde waarde delfstoffenwinning bijna duizend miljard euro
Naast de aardgasbaten had de Nederlandse economie ook profijt van de bedrijfstak delfstoffenwinning. Het merendeel van de delfstoffenwinning bestaat uit winning van gas. Sinds 1969 genereerde deze bedrijfstak een toegevoegde waarde van bijna duizend miljard euro (uitgedrukt in prijzen van 2018).De toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken, plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies, vormt het bruto binnenlands product (bbp), een indicator voor de omvang van de Nederlandse economie. In de jaren 1975-1985 groeide het aandeel van de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning in het bbp van 3,4 naar 6,9 procent. Na 1987 kwam het aandeel niet meer boven de 4 procent uit.
Gronings gas: naar schatting vier vijfde gewonnen
De totaal winbare hoeveelheid aardgas uit het veld in Groningen wordt nu geschat op ongeveer 2 740 miljard kubieke meter. Daarvan bevindt zich nog een vijfde in de grond. Aanvankelijk was het idee om deze energiebron zo snel mogelijk in te zetten in verband met de destijds voorziene opkomst van kernenergie. Tot 1974 bestond de gaswinning daarom vrijwel alleen uit Gronings gas. Om echter een buffer te houden bij incidentele pieken in de vraag naar aardgas, verlegde de overheid de aandacht van het grote Groningse gasveld naar kleinere velden buiten Groningen en in de Noordzee. Gaswinning uit kleinere velden was echter veel duurder en interesse van bedrijven marginaal. Daarom voerde de overheid in 1974 het zogenoemde ‘kleineveldenbeleid’ in. De overheid verplichtte de Gasunie (nu Gasterra) eerst gas af te nemen uit de kleinere velden, met als gevolg een vermindering van de winning van Gronings gas. In de periode van 1988 tot en met 2007 werd bijna elk jaar meer gas gewonnen uit de kleinere velden dan in Groningen.