Onder de noemer van smart industry krijgen industriële bedrijven mooie totaalplaatjes voorgespiegeld. Aanbieders van industriële automatisering, ook de grote spelers, hebben echter geen totaaloplossingen in huis. Daarom heeft Festo het initiatief genomen tot Smart Industry 4U. Onder die vlag willen Demcon, EPLAN, Festo, itsme en MCA/Stamhuis Lineairtechniek (Biesheuvel Techniek) concreet aan de slag – in wisselende verbanden, ook met partijen ‘van buiten’, want smart industry is een kwestie van open innovatie én open samenwerking. De première is begin oktober op de beurs WoTS 2016. Een rondetafel eind juni in Delft vormde de informele aftrap.
Slimme samenwerking in de keten
Samen op WoTS 2016
Praten over smart industry kan overal, maar het meest concrete podium voor dat onderwerp biedt de WoTS (World of Technology & Science), van 4 tot en met 7 oktober 2016 in Jaarbeurs Utrecht. Op deze grootste beurs in Nederland voor aandrijftechniek, industriële automatisering en industriële elektrotechniek presenteren de vijf partijen achter Smart Industry 4U zich voor het eerst gezamenlijk. Het gaat om:
- Festo
Deze vooraanstaande leverancier van automatiseringstechnologie is in Duitsland een van de voortrekkers van Industrie 4.0. Het concept is de basis voor de inrichting van Festo’s nieuwste productievestiging en essentieel onderdeel van het uitgebreide industriële trainings- en onderwijsaanbod van Festo Didactic. Ook in Nederland wil Festo een ‘smart industry factory’ ontwikkelen, als leermodel dat alle elementen van de fabriek van de toekomst bevat. - Demcon
Deze high-end technologieleverancier heeft z’n roots in het mechatronisch ontwerpen, legt zich inmiddels ook toe op productie/assemblage en kent sinds kort naast hightech systems en medical devices een businessunit industrial systems. Binnen deze nieuwe eenheid ligt voor Demcon het zwaartepunt van de ontwikkelingen rond smart industry, vanuit specialismen als systeemontwerp, meettechniek en kwaliteitscontrole. - EPLAN
Leverancier van engineeringssoftware EPLAN Software & Services heeft zich ontwikkeld tot een strategische partner van oem’ers en leveranciers voor de efficiënte inrichting van hun elektrotechnische engineering. EPLAN kent, als onderdeel van de Friedhelm Loh Group, drie strategische speerpunten, passend in smart industry: mechatronische engineering, versterking waardeketen voor de paneelbouw, gestroomlijnde datavoorziening voor engineering. - itsme
Deze industriële toeleveranciersgroep richt zich met elektrotechniek en mechanica op industriële eindgebruikers, machinebouwers, paneelbouwers en technische installateurs. In Nederland omvat itsme ES Elektro en Hoogland-Mennens. Voor itsme draait smart industry vooral om openheid: klanten hebben behoefte aan connectiviteit, tussen verschillende merken, met partners in de keten en met besturingsapplicaties in de cloud. - MCA Molenberg/Stamhuis Lineairtechniek
Sinds kort zijn MCA Molenberg en Stamhuis Lineairtechniek onderdeel van Biesheuvel Techniek, een grote distributeur van technische en mro-producten die ook merkonafhankelijk advies en ‘uptime services’ kan bieden. Ter versterking van zijn rol in de maakindustrie en uitbreiding van de dienstverlening heeft Biesheuvel Techniek specialistische toeleveranciers overgenomen die passen bij de ontwikkelingen rond smart industry; denk aan mechatronica en robotisering.
Smart industry houdt de belofte in van een maakindustrie die voor Nederland behouden blijft: dicht bij de klant efficiënt producten op maat maken met hulp van slim ingerichte, gedigitaliseerde processen. Bedrijven die er al actief mee zijn, zetten in op het ‘agile’, oftewel flexibel/wendbaar, maken van hun productontwikkeling en op volledige digitalisering van alle informatie. Dit alles om oplossingen sneller naar de markt te kunnen brengen.
Twee jaar geleden heeft Festo een eerste stap gezet, samen met collega-leveranciers van aandrijf- en automatiseringstechnologie: ze lieten een samenspel van motoren, versterkers en besturingen van verschillende merken probleemloos opereren. Als componenten van verschillende fabrikaten met elkaar kunnen communiceren, dan vereenvoudigt dat de automatisering en hoeven machinebouwers niet meer in merken te denken, maar kunnen ze de beste oplossingen kiezen die passen in hun ontwerp. Deze actie heeft bijgedragen aan de bewustwording rond smart industry, aldus Dennis van Beers, ceo van Festo Nederland. ‘Het was een vertrouwenwekkend signaal naar de markt en een eyeopener. Technisch is er veel mogelijk, de mindset is vaak het probleem. Met exclusiviteit ga je je als leverancier uitsluiten en krijg je niet de open innovatie voor elkaar die nodig is in de smart industry. Deze awareness-fase is voorbij, nu vragen klanten om concrete voorstellen.’ Reden voor Festo om een volgende stap te zetten, met het initiatief voor Smart Industry 4U. ‘Door complementaire partijen te laten samenwerken in een open partnership, bestrijken we de hele keten voor industriële automatisering en machinebouw, van concept en design tot realisatie. Dat moet geen gesloten consortium zijn; waar nodig halen we er aanvullende expertise bij.’
Drie keer smart
In de smart industry gaat het om het ontwikkelen en aanbieden van slimme producten, processen en diensten. De ict moet machines en processen onderling verbinden en ‘smart’ aansturen – binnen fabrieken, tussen bedrijven en met de keten (klanten en leveranciers). De initiatiefnemers van Smart Industry 4U onderscheiden:
- smart customization: klantspecifieke producten maken in seriegrootte vanaf één tegen de prijs van een massaproduct;
- smart engineering: ontwerpprocessen efficiënt en effectief organiseren;
- smart manufacturing: productieprocessen efficiënt inrichten, onder meer met inzet van opkomende technologieën als 3D-printen en robotica.
Barrières slechten
Dennis van Beers spreekt van een fascinerend proces. ‘We gaan met deze vijf bedrijven samen op pad, we denken nu vanuit het collectief.’ Dat zal niet meteen vanzelf gaan, weet ook Harold van Waardenburg, directeur van EPLAN. ‘Het is daarom goed te beseffen dat onze klanten in een zelfde positie zitten als wij waar het gaat om samenwerken.’ Als bijvoorbeeld machinebouwers intern de barrière willen slechten die er vaak nog is tussen ‘M’ (mechanica, oftewel werktuigbouw) en ‘E’ (elektrotechniek/elektronica), dan is dat al een stevige ambitie, onderschrijft Anphil van Mildert, manager sales solutions bij itsme. Wat daarbij kan helpen is systems engineering, stelt Jan Leideman, businessunitmanager industrial systems bij Demcon: niet werken vanuit de verschillende disciplines, maar denken vanuit het gevraagde systeem met z’n functionele specificaties en een architectuur die daaraan kan voldoen. ‘Systems engineering is een voorwaarde voor smart industry. Je moet soms vechten tegen de gevestigde belangen van afzonderlijke disciplines. Als je barrières kunt slechten, dan durven engineers samen na te denken over het ontwerp en vertrouwen te stellen in andere disciplines.’ Er zijn nog genoeg bedrijven niet zover, signaleert Leideman. ‘Sommige machinebouwers beginnen bij een nieuw project meteen in CAD te tekenen. Laten ze eerst eens goed opschrijven wat de klant precies wil, hoe zij dat denken op te lossen, welke nieuwe technologieën ze daarvoor moeten inbrengen, enzovoort.’
Drijfveer
Als bedrijven al aan smart engineering doen, dan is de blik vaak nog intern gericht, weet Dennis van Beers. ‘Ze willen efficiënter werken, minder fouten maken, minder risico lopen. Maar er is meer: uiteindelijk gaat het om de vraag van de klant die steeds grilliger wordt.’ De machinebouwer moet sneller kunnen reageren op de vraag van zijn klant, de producent, want die moet op zijn beurt de grillige consument goed kunnen bedienen. Veel bedrijven zien configure-to-order engineering als voorwaarde om snel en efficiënt te kunnen acteren op een grillige vraag vanuit de markt, zegt Festo-salesmanager Richard Huisman, zonder dat ze het achterliggende doel, smart customization, op het netvlies hebben. Die interne drijfveer heeft vaak nog de overhand, beaamt Harold van Waardenburg: ‘Bedrijven zijn nog vooral bezig op prijs te concurreren. Het kan suboptimaal zijn als
je alleen naar efficiency kijkt en niet op demand stuurt.’
De uiteindelijke drijfveer moet zijn de klant van de klant een goede nachtrust te bezorgen, definieert Van Beers. ‘Daarvoor moet je diagnose en performancemeting aanbieden.’ Maar dat is niet voldoende, weet Jan Leideman. ‘Ook optimaal ontworpen machines worden soms nog suboptimaal gebruikt. Als een nieuwe productielijn klaar is, moet de afnemer – de klant van onze klant – een verandertraject doorlopen om die
optimaal te gaan gebruiken. Daar moeten wij betrokken bij zijn en nazorg op verlenen. En wij moeten in de ontwerpfase bij onze klant doorvragen wat de echte behoefte is van diens klant.’
Visie
Daarmee komt de kwestie van visie op tafel. Het is de eerste vraag die Van Waardenburg stelt bij een (potentiële) klant. ‘Wat is zijn visie op smart industry? Heeft hij die niet, dan heeft het geen zin om een oplossing aan te bieden. Dan moeten wij eerst, in co-creatie, bewustwording creëren en verbindingen leggen met best practices. Als toeleverancier moet je steeds meer sparringpartner zijn.’ Leon van Ekeren, manager marketing & communicatie bij Biesheuvel Techniek, ziet een taak liggen voor de partners aan tafel: ‘De juiste vragen stellen, de eigen ervaring inbrengen, helpen de visie bij de klant, en diens klant, te vormen en concrete oplossingen aangeven. In Smart Industry 4U zitten leveranciers die hun eigen klant, de machinebouwer dus, kunnen helpen om diens (eind)klant slim te bedienen.’ Hij spreekt van deep customization: ‘Wij als leveranciers schuiven aan bij de engineers van de klant om samen het aandrijf- en besturingsvraagstuk te bestuderen en tot de juiste oplossing komen.’
Eg Waaijman, businessunitmanager bij MCA Molenberg, maakte het mee bij zijn grootste klant. ‘Die produceerde 500.000 deuren per jaar, in massa. Nu kan hij in drie dagen een deur op klantspecificatie leveren – die smart customization komt voort uit de visie van de nieuwe directeur.’ De kunst is om bij de klant ambassadeurs te zoeken, mensen die open staan voor verandering. Bij Vlisco, de Helmondse producent van textiel voor de West-Afrikaanse markt, was dat het hoofd technische dienst, vertelt Waaijman. ‘Hij betrok ons vroeg bij nieuwe ontwikkelingen en via hem hebben wij al projecten gedaan bij diverse machinebouwers die aan Vlisco leveren.’ In Nederland is het makkelijker dan in Duitsland, is de ervaring van Leideman, die voor Demcon sinds kort ook de Duitse markt bewerkt. ‘Daar is het heel belangrijk dat jouw ambassadeur op de juiste plek in de organisatie zit, om te zorgen dat de gewenste keuzes worden gemaakt. In Nederland heb je het voordeel van korte lijnen.’
Openheid
Anders dan Duitsland heeft ons land geen machinebouwers die grote series maken, constateert Dennis van Beers: ‘Wij hebben nog een voorsprong door de focus op innovatie vanuit onze speciaalmachinebouw. Ik ben daarom niet somber over de toekomst van onze maakindustrie, maar er is wel versnelling mogelijk. Die is ook nodig, want de markt accepteert niet meer dat we met ons conventioneel ontwerpproces zoveel tijd nodig hebben. De tijd voor engineering bijvoorbeeld halveren lukt je niet met alleen lean– en six sigma-methoden. Daarvoor moet je samenwerken, de engineering van partners integreren.’ Nieuwe instroom aan engineers kan daarbij helpen, vult Jan Leideman aan: ‘Vaak zijn ze technisch wat minder onderlegd dan de oude generatie, die wel moet openstaan voor samenwerken met jongeren. Want zij kunnen projectmatig werken, multidisciplinair denken en samenwerken, en communiceren. Als die skills bij engineers onvoldoende aanwezig zijn, kan dat een rem zijn op de smart industry-ontwikkeling.’ Communicatie is dus de succesfactor, en dat geldt ook voor Smart Industry 4U, aldus Harold van Waardenburg. ‘Het gaat om transparantie richting onze klanten en richting onze partners.’ Anphil van Mildert tot slot: ‘Openheid is het sleutelwoord.’