In mei gaat het pilotschip Pulsvissen van de Stichting Masterplan Duurzame Visserij (MDV) proefvaren. Een schip dat in alles afwijkt van de gangbare visserijschepen. Ondernemers in de visserij, scheepsbouw en techniek werken zij aan zij om met behulp van innovaties een economisch en ecologisch verantwoorde visserij mogelijk te maken.
Alle hens aan dek voor transitie visserijvloot
Na een voorbereiding van vier jaar moet het pilotschip in mei vis- en vaarklaar zijn. De komende drie jaar vaart het schip voor Stichting MDV om allerlei testen af te handelen en om te zien of het schip voldoet aan alle eisen. De bemanning wordt geleverd door de Urker visserijbedrijven van Hendrik Kramer en Hendrik Romkes, beiden tevens directeur van de speciaal opgerichte bv MDV, die hun nek uitsteken voor het project. ‘Ik heb een deel van mijn bedrijf verkocht om te kunnen investeren in innovatieve toepassingen. We moeten nog bewijzen dat je er goed vis mee kunt vangen en dat het genoeg geld oplevert.’ Daarnaast ontvangt Stichting MDV steun van het Europees Visserijfonds.
‘Innoveren betekent ballast uit het verleden overboord gooien’
Het pilotschip is anders, honderd procent anders. ‘Vooraf hebben we innovatiepijlers benoemd. Allereerst de energiehuishouding. Traditionele kotters gebruiken veel brandstof per ton opbrengst. Ik gebruikte voor onze eigen twee schepen 62.000 liter in vier dagen tijd, dat moest anders, want anders gingen we het niet redden’, zegt Romkes. Samen met zijn broer probeerde hij het brandstofgebruik naar beneden te brengen. ‘Cruise control scheelde 3.000 liter per week. Alles wat goed uitpakte, pasten we op onze beide schepen toe. Zo zijn we van 32.000 naar 18.000 liter per schip gegaan; met dezelfde quota en verdiensten bespaarden we circa 7.000 euro per visweek.’
Dynamische applicatie
Voor het pilotschip ligt de lat nog hoger: maximaal 6.000 liter per visreis, een brandstofbesparing van zeventig procent. Dat wordt nog een hele toer, aldus Romkes. ‘De eerste 1.000 liter is niet zo moeilijk, het gaat om de laatste puntjes op de i. Een ervan is de warmteaccu, die ervoor zorgt dat je de warmte kunt hergebruiken.’ Ook het vistuig, de visserijmethoden en de vangstverwerking aan boord worden onder de loep genomen. ‘Hoe ga je bijvoorbeeld om met discards, want je wilt alleen vangen en meenemen aan wal wat rendabel is’, zegt Philip ten Napel, vice-voorzitter van MDV. Tot slot wordt aandacht besteed aan de energiehuishouding: gebruik van warmte en licht. Romkes: ‘Elk lampje op het schip wordt in de gaten gehouden.’
Voor het vangen van platvis worden traditioneel sleepnetten gebruikt. Er is veel vermogen en veel brandstof nodig om daarvoor de trekkracht te genereren. Om zowel op tong als op schol te kunnen vissen, combineert het pilotschip een alternatieve sleepnettechniek met pulsvangst (gebruik van elektrische pulsen voor het opschrikken van de vissen). Dit zorgt voor weinig tot geen bodemberoering en vijftig procent minder weerstand, dus een lager brandstofverbruik. Bovendien kan het pilotschip hierdoor volstaan met een motor van 600 pk in plaats van de gebruikelijke 2.000 pk. De implementatie van de pulstechniek binnen de visserij bleek een uitdaging. De elektrodekabel, die loopt van een lier boven op het schip naar het tuig onder water, mag niet over de bodem van de zee slepen om beschadiging te voorkomen. Ook te veel mechanische schokken kunnen de kabel doen breken. ‘Naast de continue trekkracht betreft het ook nog eens een heel dynamische applicatie’, verklaart salesmanager Joeri ten Napel (geen familie) van Emerson Industrial Automation in Sliedrecht. ‘Deze moet voorspellen wat het vistuig gaat doen en meteen reageren: laten vieren of binnenhalen.’
Omslag in denken
Een groen winstpunt ligt ook in de diesel-elektrische voorstuwing. ‘Dankzij het ontwerp, de vangsttechniek en innovatie van elektrische energieopwekking kan de motor naar een lager toerental, wat eveneens brandstof bespaart’, aldus Klaas Hoekman, managing director van Hoekman Shipbuilding op Urk, die samen met Padmos in Stellendam optreedt als hoofdaannemer. Hij wijst nog op een andere reden voor de lagere weerstand van het pilotschip: het nieuwe lijnenplan van de romp. ‘Onze focus: hoe haal je maximaal rendement uit een gram brandstof? Daarvoor zijn we overgestapt naar een totaal andere scheepsvorm. Onder water lijkt het pilotschip sterk op een walvis: heel spits van voren, een grote buik en een grote schroef, de vin zeg maar. Een geringer vermogen betekende dat we ook een grotere schroef nodig hadden om het maximale voortstuwingsrendement te behalen. Uiteindelijk kwamen we uit op een diameter van drie meter.’ Romkes noemt het een logische vorm. ‘De natuur zit zo mooi in elkaar. Walvissen zijn de grootste beesten en ze gaan vlekkeloos door het water.’
Van links naar rechts Joeri ten Napel (Emerson), Philip ten Napel (Stichting MDV), Hendrik Romkes (MDV BV) en Klaas Hoekman (Hoekman Shipbuilding): ‘Om echt innovatief bezig te zijn, moet je mensen van buiten je bedrijf erbij betrekken.’ Foto: Jeannette Klarenbeek
Innoveren betekent ballast uit het verleden overboord gooien, aldus Romkes. ‘Als visser ben je grote, zware schepen gewend, met zo veel mogelijk pk. Dan vergt dit pilotschip een omslag in het denken.’ Hoekman beaamt dit: ‘Om echt innovatief bezig te zijn, moet je eigenlijk mensen van buiten je bedrijf erbij betrekken. Dit pilotschip is mede ontworpen door een externe partij met weinig kennis van visserij, maar veel expertise op het vlak van rompweerstand.’ Die andere denktrant is ook precies de reden waarom er al vier jaar over dit pilotschip wordt gepraat; de sector moest overtuigd worden. ‘Vissermannen en duurzaamheid, dat ging lange tijd niet samen’, lacht Romkes. ‘En nu zitten we om tafel met Stichting De Noordzee (die zich inzet voor een gezonde zee, red.).’ Daarnaast heeft MDV te maken met voortschrijdend inzicht en een techniek die zich razendsnel ontwikkelt. ‘Het kan best zijn dat het tweede (pilot)schip er nog weer heel anders uit komt te zien’, aldus Philip ten Napel.
Rendabel businessmodel
Als het pilotproject is afgerond, zou de transitie van de visserijvloot naar een economisch en ecologisch rendabel businessmodel binnen vijf jaar kunnen plaatsvinden. Philip ten Napel: ‘Dat vergt nog wel de nodige stappen qua financiering. Maar we kunnen niet stilstaan en moeten reageren op wat de consument wil: duurzame visvangst.’ De gesprekspartners noemen de samenwerking tussen bedrijven, werven en vissersfamilies uniek, net als de bundeling van innovaties op het pilotschip. Het is een aansprekend project, waaraan ook andere bedrijven hun naam willen verbinden. ‘Een verfleverancier belde met de vraag of zij hun innovatieve anti-fouling-laag aan de onderkant mogen verzorgen’, vertelt Hoekman. De partners geloven heilig in de transitie. Joeri ten Napel van Emerson: ‘MDV heeft een stipje op de horizon gezet. Daar kunnen wij over meedenken. Het is mooi om in zo’n consortium inbreng te hebben en samen de visserijsector duurzamer te maken en weer toekomstperspectief te geven.’
Artikel uit Link magazine 1 2015